Wat spraken de regeringsleiders af in het Minsk-akkoord?

12 februari 2015Leestijd: 3 minuten
'EPA'

Het topoverleg in Minsk tussen de vier politieke leiders van Duitsland, Frankrijk, Rusland en Oekraïne heeft vanochtend een staakt-het-vuren in Oost-Oekraïne opgeleverd. Het bestand zou in de nacht van zaterdag op zondag in moeten gaan. Wat staat er verder precies in het akkoord?

Dit zijn de elf belangrijkste punten uit het akkoord.

1. Staakt-het-vuren

Het belangrijkste punt uit het akkoord van Minsk is het bestand. Op 15 februari om middernacht moeten de gevechten gestopt zijn. Een eerder staakt-het-vuren akkoord van vorig jaar hield slechts enkele dagen stand, voordat de gevechten opnieuw losbarstten.

2. Terugtrekking van zware wapens

Om het bestand veilig te stellen moet een bufferzone tussen de strijdende partijen worden gecreëerd. In het akkoord staat dat 50 kilometer afstand tussen de artillerie- en 100 millimeter kaliber wapens, 70 kilometer tussen de raketsystemen en 140 kilometer tussen de zwaarste wapens moet komen.

Het Oekraïense leger en de pro-Russische separatisten moeten hiermee beginnen twee dagen na het staakt-het-vuren. Het terugtrekken moet na twee weken zijn voltooid. Het Oekraïense leger trekt zich terug vanaf de recente frontlinie. De pro-Russische separatisten moeten zich terugtrekken en houden aan de frontlinie, zoals die op 19 september 2014 eruit zag.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

3. De monitoring van het terugtrekken van wapens

De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) zal beide partijen in dit proces begeleiden. Daarvoor mogen zij alle benodigde instrumenten inzetten, zoals satelliet- en radarbeelden.

4. Overleg tussen de strijdende partijen

Tegelijkertijd met de terugtrekking van de zware wapens, moeten de strijdende partijen het gesprek aangaan. De belangrijkste discussiepunten zullen het tijdelijke zelfbestuur en de politieke toekomst van de regio’s Donetsk en Loehansk zijn.

5. Vrijlating van krijgsgevangenen

Beide partijen moeten alle gijzelaars en andere illegale gevangenen vrijlaten op uiterlijk de vijfde dag van de terugtrekking van de wapens.

6. Amnestie voor alle (oorlogs)misdadigers

Alle mogelijk strafbare feiten die zijn begaan tijdens het conflict in Oost-Oekraïne worden niet vervolgd. In Nederland is ophef ontstaan over dit punt uit het akkoord: betekent dit dat de daders van de MH17-ramp ook niet zullen worden vervolgd? Minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders (PvdA) zoekt de kwestie uit.

7. Humanitaire hulp

Alle slachtoffers van het conflict moeten humanitaire hulp krijgen. Internationale hulporganisaties houden toezicht op deze operatie.

8. Herstellen van sociale- en economische banden

In de betrokken gebieden moeten zo snel mogelijk alle sociale en economische verbindingen worden hersteld. Hiertoe behoren onder meer de uitkering van pensioenen. Daarnaast is de Oekraïense regering verantwoordelijk voor het opstarten van de bankensector in deze regio’s.

9. De controle over het land

De Oekraïense regering moet opnieuw controle krijgen over het hele grondgebied van het land, inclusief het gebied dat nu in handen is van de pro-Russische separatisten. Deze herstelpoging zal beginnen op de eerste dag na de lokale verkiezingen en voltooid zijn tegen het einde van 2015.

10. Terugtrekking van alle buitenlandse militairen

Alle buitenlandse militairen – uit met name Rusland – zullen worden ontwapend en moeten het Oekraïense grondgebied verlaten.

11. Grondwetswijziging

De belangrijkste eis van de pro-Russische separatisten is een verandering in de grondwet. De Oekraïense regering moet volgens hen decentraliseren, wat betekent dat ze macht moeten afstaan aan regionale gebieden. Daarnaast zullen nieuwe permanente wetten worden aangenomen over de status van die regio’s. De verkiezingen onder punt negen zullen pas worden gehouden nadat de grondwetswijziging is doorgevoerd.