Premium Lock Europees Hof van Justitie: motor achter de integratie

08 oktober 2021Leestijd: 8 minuten
Foto: Hof van Justitie van de Europese Unie

Het Europees Hof van Justitie is een van de onbekendere EU-instellingen. Terwijl het al decennia stuurt op een Europese federatie.

Hoogleraar Luuk van Middelaar benadrukte het in zijn boek De passage naar Europa (2009) nog maar eens: het Europees Hof van Justitie in Luxemburg was in de twee decennia na het Verdrag van Rome (1957) dé motor achter de Europese integratie. Het beroemdste vonnis is dat uit 1963 in de zaak van transportbedrijf Van Gend & Loos tegen de Belastingdienst. Het transportbedrijf importeerde polymere kunsthars uit West-Duitsland naar Nederland en werd aangeslagen om importheffingen te betalen. Daarop spande het bedrijf een zaak aan die uiteindelijk werd voorgelegd aan het Hof van Justitie.

Dit is een artikel uit de honderd pagina’s tellende Speciale editie Europese Unie. Bestel hier. Nu met gratis verzending.

Onder presidentschap van de Nederlandse rechtsgeleerde André Donner, vonniste het Hof in het voordeel van Van Gend & Loos. Volgens het Hof moest uit het Verdrag van Rome worden afgeleid dat landen hun soevereiniteit hadden beperkt en een nieuwe rechtsorde gevormd, te weten een Europese. Dit stond nergens zo expliciet in het Verdrag van Rome. Maar met een erg ruime interpretatie daarvan schiep het Hof die rechtsorde en benoemde het zichzelf tot hoogste rechter en nationale rechters als ondergeschikt.

Twee vonnissen

Een jaar later volgde een vonnis waarmee de Europese rechtsorde werd vastgesteld. Deze zaak ging over de nationalisatie van de ­Italiaanse elektriciteitsvoorziening. Twee advocaten stapten naar het Italiaanse Grondwettelijk Hof en beriepen zich op de Italiaanse Grondwet en het Verdrag van Rome. Het Hof wees de eisen af, waarop de advocaten bij het Hof van Justitie in beroep gingen. De advocaat-generaal van het Hof was het eens met het Italiaanse Hof: de ­advocaten konden geen beroep doen op het Verdrag van Rome. Het Europees Hof oordeelde ­anders.

1958: Oprichting van het Europees Hof van Justitie, dat sindsdien duizenden vonnissen velde over conflicten tussen landen, EU-recht en besluiten van de Commissie. Foto: Europees Hof van Justitie

De twee vonnissen verbijsteren nog altijd. Om drie redenen. Ten eerste doordat de nationale regeringen van de toenmalige zes landen de federaliseringsvonnissen van het Hof accepteerden. Het Hof ging veel verder dan wat zij op papier hadden gezet en waarmee nationale parlementen hadden ingestemd. Dieter Grimm, twaalf jaar rechter van het West-Duitse Grondwettelijk Hof zei het zo: ‘De vonnissen van het Europees Hof waren revolutionair, want de principes die zij vastlegden, stonden niet in de Verdragen. Zeer waarschijnlijk zouden die principes ook nooit in de Verdragen zijn opgenomen omdat daarover geen politieke overeenstemming mogelijk was.’

Premium Lock

Laden…

Premium Lock

Word abonnee en lees direct verder

Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.

  • Bent u al abonnee, maar heeft u nog geen account? Maak die dan hier aan. Extra uitleg vindt u hier.

 

Premium Lock

Verder lezen?

U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.

Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?

Bekijk abonnementen

Premium Lock

Er ging iets fout

Premium Lock

Uw sessie is verlopen

Wilt u opnieuw