Onder Trump daalde armoede naar laagste punt ooit

16 september 2021Leestijd: 3 minuten
Een aanhanger van Donald Trump laat een dollarbiljet zien met het gezicht van de oud-president erop. Foto: AP

De coronapandemie leek tot enorme economische schade te leiden in de Verenigde Staten, maar uit nieuwe cijfers blijkt dat het aantal Amerikanen dat in armoede leeft, lager is dan ooit. Dat is vooral te danken aan de enorme financiële steunpakketten van toenmalig president Donald Trump.

Het Amerikaanse Census Bureau publiceerde dinsdag langverwachte inkomenscijfers, met daarin opvallend positief nieuws: het aantal Amerikanen dat in armoede leeft, daalde in 2020 met 2,7 procentpunt tot 9,1 procent van de bevolking. Dat is het laagste percentage sinds het statistiekbureau deze cijfers in 1967 begon te publiceren.

Het is een grootse prestatie, zeker na een jaar waarin economen en politici vooral doem voorspelden. In maart vorig jaar, de eerste maand van de coronapandemie, ging de Amerikaanse economie op slot en raakten in een week tijd drie miljoen Amerikanen plotsklaps hun baan kwijt. Er was vrees dat bedrijven zouden omvallen en dat grote aantallen Amerikanen uit hun huis zouden worden gezet of hun zorgverzekering zouden kwijtraken.

Trump-regering greep effectief in

Dat doemscenario werd voorkomen. Deels doordat het Congres binnen enkele weken een eerste coronasteunpakket goedkeurde dat een ongekende 2.000 miljard dollar vrijmaakte. Honderden miljarden dollars gingen naar ondernemers in nood, de werkloosheidsuitkeringen werden flink verhoogd en de meeste Amerikanen kregen cheques van de overheid. Uit de cijfers van het Census Bureau blijkt dat die cheques 11,7 miljoen Amerikanen boven de armoedegrens van 30.000 dollar per jaar uittilden, voor een gezin van vier.

Een van de cheerleaders van de directe betalingen was (toenmalig) president Donald Trump. Hij transformeerde daarmee de Republikeinse partij, die voorheen zeer kritisch was over nieuwe overheidsuitgaven en een hoge staatsschuld. Trump breidde als president de overheid juist sterk uit, vrijwel zonder kritiek van zijn partijgenoten. Veruit de meeste Amerikanen, negen op de tien, waren positief over Trumps steunpakketten.

Nog eens duizenden miljarden dollars

Een groot deel van het versterkte sociale vangnet was tijdelijk, maar Washington onderhandelt dezer weken opnieuw over investeringen. Inmiddels zijn de politieke rollen omgedraaid: het zijn nu de Democraten die met nog eens duizenden miljarden dollars zaken als kinderbijslag, goedkoop hoger onderwijs en ouderschapsverlof willen financieren.

‘Het is één ding om mensen tijdelijk uit de armoede te tillen – enorm belangrijk – maar we kunnen nu niet stoppen,’ zegt Jared Bernstein, economisch adviseur van president Joe Biden, in dagblad The New York Times. ‘We moeten ervoor zorgen dat mensen niet terugvallen.’

Minder werkenden dan voorheen

Sinds het vertrek van Trump zijn de Republikeinen weer tegen onbegrensd overheidsingrijpen. Volgens Mitch McConnell, de Republikeinse leider in de Senaat, heeft de regering-Biden een ‘roekeloze drang naar meer belasten en meer uitgeven’.

Conservatieve stemmen vinden dat de overheid tijdens de crisis vorig jaar wel moest ingrijpen, maar dat het nu weer aan de markt is om de economie voort te stuwen. Nog altijd zijn er 5,3 miljoen minder banen dan voor de pandemie en de helft van kleine ondernemers zegt te kampen met vacatures. Maatregelen als de hogere uitkeringen zouden werklozen ervan weerhouden om weer een baan te zoeken.

De schaarste op de arbeidsmarkt heeft al tot een andere interessante ontwikkeling geleid: de lonen zijn snel gestegen. Bedrijven als Amazon en Target hebben het minimumloon verhoogd naar 15 dollar per uur om meer arbeidskrachten aan te trekken. Het bedrijfsleven loopt daarin voor op de politiek: Washington werd het niet eens over een federaal minimumloon van 15 dollar.