Opnieuw is een universiteit het politieke strijdtoneel in Hongarije

23 september 2020Leestijd: 3 minuten
Studenten en medewerkers protesteren tegen het nieuwe bestuur van hun universiteit. Foto: ANP

Is de transformatie van de Hongaarse universiteit voor theater- en filmwetenschappen (SzFE) een noodzakelijk proces of is het tekenend voor de alsmaar uitdijende invloedssfeer van Viktor Orbán? Studenten en medewerkers van de 155 jaar oude universiteit, die verschillende Oscarwinnaars heeft voortgebracht, denken het laatste.

Al ruim drie weken bezetten studenten en medewerkers, voorzien van een geel mondkapje en gewapend met rollen rood-wit afzetlint, het universiteitsgebouw in het centrum van de Hongaarse hoofdstad Boedapest. Daarmee voorkomen zij dat het nieuwe bestuur, afkomstig van een stichting met nauwe banden met de regering van premier Viktor Orbán, zijn intrede doet.

Regeringsgezind maken

De herstructurering van de universiteit past binnen de strategie van Fidesz, de partij van de premier, om instellingen binnen de media-, onderwijs-, wetenschaps- en cultuursector regeringsgezind te maken. Met de overname door een stichting worden de banden met de overheid verbroken en wordt de instelling geprivatiseerd. Het zelfbestuur van de instelling wordt zo ingeruild voor een raad van toezicht vanuit de stichting, aangesteld door de regering. Dit gebeurde al bij zes Hongaarse universiteiten en de zevende, de theater- en filmacademie, is nu overgenomen door de stichting Magyar Teátrumi Társaság, de Hongaarse Theatervereniging, die min of meer de volledige Hongaarse theatersector bestuurt.

Aan het hoofd van deze stichting staat Attila Vidnyánszky, een van het Oekraïense platteland afkomstige etnische Hongaar, theaterregisseur en artistiek directeur. Hij is een groot voorstander van patriottisme en een christelijke moraal in de Hongaarse theater- en filmindustrie. Daarmee is hij een belangrijke spil in Orbáns culturele oorlog, waarmee de premier zijn politieke ideeën en waarden ook in de culturele sector wil planten.

Vidnyánszky ziet de overname van de links-liberale universiteit dan ook als noodzakelijke bevordering van de culturele en academische vrijheid. In gesprek met het Hongaarse weekblad Magyar Demokrata stelt hij het ironisch te vinden dat de studenten en docenten bang zijn voor een gebrek aan diversiteit als gevolg van de overname van de universiteit, terwijl in de afgelopen jaren steeds meer docenten afkomstig waren van één enkel theater en bijbehorende invloedssfeer. Daarnaast spreekt Vidnyánszky over achterstallig onderhoud op de universiteit en slechte lesmethoden.

Studenten trekken weg

Lees ook de column van Roelof Bouwman: GroenLinks, houd eens op met kapittelen Hongarije

De tegenstellingen tussen de theaterdirecteur enerzijds en de studenten en docenten die de universiteit bezetten anderzijds tekenen de tweedeling binnen Hongarije. Het volk is verdeeld langs de scheidslijnen jong/oud en stad/platteland, waarbij de oudere, niet-stedelijke Hongaren de achterban vormen van de Fidesz-partij van Victor Orbán – ongeveer de helft van het electoraat. Veel hoogopgeleide jongeren zoeken hun heil in het Westen, zeker sinds de Centraal Europese Universiteit van de Hongaars-Amerikaanse zakenman George Soros, onder druk van Fidesz, naar Wenen werd verplaatst.

De jongeren die wel in Hongarije blijven, concentreren zich in de stad en proberen zich te organiseren om tegenstand te bieden aan de regering-Orbán. De Hongaarse dichter George Szirtes noemde de menselijke ketting die studenten vormden uit protest tegen de overname vorige week in The Guardian ‘een laatste stellingname tegen Victor Orbáns machtsgreep’. Dat Orbán zijn invloed met de overname van de universiteit uitbreidt, lijkt moeilijk te weerleggen, maar of de universiteit daarmee ook daadwerkelijk de verkeerde kant opgaat, valt nog te bezien. Theaterdirecteur Vidnyánszky gaf in het interview met Demokrata aan dat als zijn persoon het obstakel is om tot een oplossing te komen, hij zonder problemen opzij stapt. Zo ver is het nog niet.

Meer over Hongarije: land met een leider

Wel begint op 23 september de bemiddelingspoging tussen de twee kampen. Volgens de Hongaarse nieuwssite hvg.hu duren de onderhandelingen zeven dagen. Gesteund door steeds meer internationale theater- en filmberoemdheden, is de centrale eis van de medewerkers en studenten het terugkrijgen van de autonomie van de universiteit. Zij hebben aangekondigd dat als er geen overeenstemming wordt bereikt, zij vanaf 1 oktober in volledige staking gaan. Zo ondervindt Orbán steeds meer weerstand tegen zijn inmengingspolitiek, met veel internationale media-aandacht. De overname van de universiteit voor theater- en filmwetenschappen verloopt een stuk moeizamer dan die van de vorige zes universiteiten en de onderhandelingen van komende week zullen aantonen of Orbán ook bereid is in zijn culturele oorlog een nederlaag te accepteren.