‘Nederland moet Suriname betalen voor slavernijverleden’

16 oktober 2017Leestijd: 1 minuut
Tunahan Kuzu ANP

Nederland moet Suriname compenseren voor het slavernijverleden. Dat zegt bestuurslid van politieke partij DENK Gladys Albitrouw tijdens een vijfdaags bezoek aan Suriname.

DENK vindt het onvoldoende dat Nederland spijt heeft betuigd over het slavernijverleden. Als compensatie denkt Albitrouw bijvoorbeeld aan betaling van het herstel van cultureel erfgoed in Suriname.

Tijdens haar bezoek aan Suriname bezoekt DENK projecten die door Nederland zijn gefinancierd via het Twinning-project. Dit project heeft tot doel kennis over te dragen door groepen op hetzelfde werkterrein in Nederland en Suriname aan elkaar te koppelen. Hierbij kan worden gedacht aan toerisme, maar ook marketing of logopedie.

Langs bij minister

De fractie gaat ook langs bij het Surinaamse parlement en de Surinaamse minister van Buitenlandse Zaken.

Fractievoorzitter Tunahan Kuzu benadrukt dat de trip ‘geen politiek karakter’ heeft. ‘Het gaat ons om de relatie tussen twee volken,’ aldus Kuzu. ‘Wij zien de relatie tussen landen als die tussen broers. Maar de regering hier voelt de houding van Nederland als een vader die zijn zoon toespreekt.’

Straatnamen veranderen

Het is niet de eerste keer dat Kuzu meer aandacht wil voor het slavernijverleden van Nederland en pleit voor herstelbetalingen. Zo presenteerde hij vorig jaar namens de partij een plan voor de ‘dekolonisatie van Nederlandse straatnamen’.

Daarbij zouden bijvoorbeeld de Coentunnel en de Piet Heintunnel van naam veranderen. Daarvoor stelde de partij voor om een museum over het Nederlandse slavernijverleden te openen. Dat zou in het voormalige ministerie van Koloniën moeten komen.