Orbán: aanslag Boedapest had niets te maken met immigratie

27 september 2016Leestijd: 2 minuten
Foto: Veres Viktor / Népszabadsás/ AFP

De Hongaarse politie noemt de explosie afgelopen weekend in het centrum van Boedapest een gerichte aanslag. Premier Viktor Orbán zegt, daags voor een referendum over de migratiecrisis, dat immigranten er niets mee te maken hebben.

Zaterdagavond werd Boedapest opgeschrikt door een explosie in het centrum. Twee agenten patrouilleerden door Teréz körút en raakten zwaargewond toen ze een verdachte tas onderzochten. Er bleek een zelfgemaakte spijkerbom in te zitten, waardoor ook een leegstaand winkelpand en verscheidene auto’s werden beschadigd. Op bewakingsbeelden zou te zien hoe een jongeman de tas neerlegde, een paar minuten voor de explosie.

Politie noemt het ‘ondubbelzinnig’ een aanslag
De autoriteiten deelden in de eerste uren na de explosie weinig informatie over de toedracht. In eerste instantie berichtten Hongaarse media over een mogelijk gaslek, maar na het weekend kwam de Hongaarse politie met het bericht dat de explosie ‘ondubbelzinnig’ een gerichte aanval op de agenten was.

Het zou een wonder zijn dat er niet meer mensen gewond raakten bij de explosie, omdat die plaatshad in een druk gedeelte van de stad.

‘Geen aanwijzingen voor rol van immigranten’
Omdat Hongarije zondag een referendum houdt over het EU-plan om migranten over alle lidstaten te verdelen, werd al snel gespeculeerd dat vluchtelingen achter de aanslag zouden zitten. Daar is niets van waar, benadrukte premier Viktor Orbán dinsdag op Hongaarse televisie. ‘We kunnen het wellicht nog niet uitsluiten, maar er is op het ogenblik geen enkele aanwijzing voor.’

De premier vervolgde dat ongeacht de beweegredenen, het een ‘verschrikkelijke daad is’. ‘Ik heb opdracht gegeven de dader in de kraag te grijpen en uit hem te trekken wat hij heeft gedaan en waarom.’

In de campagne voor het referendum spreekt de regering van Orbán zich fel uit tegen (islamitische) immigratie. Migranten worden zelfs direct verbonden aan terreur. In een informatiefolder verstuurd aan miljoenen kiezers was bijvoorbeeld een kaart van West-Europa te zien met no-go-areas: gebieden die zeer onveilig zouden zijn vanwege de aanwezigheid van grote groepen immigranten.