Waarom de AIVD Mohammed Bouyeri over het hoofd zag

01 november 2013Leestijd: 4 minuten

Ooit gold de opsporing van de radicaal-islamitische Hofstadgroep als pronkstuk van de Nederlandse inlichtingendienst. Maar de moord op Theo van Gogh, negen jaar geleden, veranderde alles.

Ze dachten dat ze ermee zouden kunnen pronken. Generaties later zouden mensen praten over hun moed en hun wijsheid. Ze dachten zelfs dat collega’s elders in Europa hun project in hun lesmateriaal zouden opnemen: het Hollandse vernuft.

Maar de Nederlandse aanpak werd plotseling: defense, diplomacy, development and deception. Alles ging in rook op, op 2 november 2004.

Ze waren bedrogen. Ze misten de details.

Meesterwerk

Het Hofstadgroep-project van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) was aanvankelijk een meesterwerk. Het was de inlichtingendienst gelukt om een groep radicale moslims op gepaste afstand continu in de gaten te houden. Ze hadden zelfs een huis geregeld voor een deel van de groep in Den Haag.

De groepsleden wisten van niks. Ze zaten in Den Haag in een huis dat door de inlichtingendienst voor ze in elkaar was gezet. De AIVD was in staat om bijna alle leden van de Hofstadgroep op veilige wijze in de gaten te houden.

Vooral het Haagse appartement van de leden was volledig beplakt met afluisterapparatuur. Waar zocht de dienst naar?

Geestelijk leider

Deze vraag kunnen we niet met zekerheid beantwoorden. Maar er lagen twee doelen achter het Hofstadgroep-project.

Ten eerste wilde de AIVD via de Hofstadgroep alle andere radicalen identificeren en bijeenbrengen. Ten tweede zag de AIVD in de figuur van Abu Khaled waarschijnlijk de geestelijk leider van de Hofstadgroep, een grote vis.

Abu Khaled zou contacten hebben met Al-Qa’ida. Hij verdween op de ochtend van 2 november in het niets. Niemand weet of hij nog leeft.

Was hij een agent van de Syrische inlichtingendiensten? Speelde hij een briljant spel? Zit hij nu onder een andere naam bij de Nederlandse jihadisten in Aleppo? Of was hij een dubbelagent die iedereen behoorlijk heeft bedonderd?

Theo van Gogh

De AIVD besteedde te veel aandacht aan de eerder genoemde doelen, een doodzonde. Letterlijk. De AIVD zag daardoor Mohammed Bouyeri over het hoofd.

Op de ochtend van 2 november 2004 werd Theo van Gogh op klaarlichte dag door een jihadist van de salafi-school afgeslacht. Daarmee viel Bouyeri een van de belangrijkste fundamenten van de rechtsstaat aan: de vrijheid van meningsuiting. Tegelijkertijd joeg Bouyeri de Nederlandse samenleving vrees aan, vooral academici, opiniemakers en politici.

2 november 2004 wordt in onze geschiedenis herinnerd als de ochtend van het islamitische terrorisme in Amsterdam. Theo is er niet meer. Maar wat is er geworden van de Hofstadgroep?

Jihadist

De moordenaar van Theo zit nog steeds op de zwaarbewaakte afdeling. Hij zal daar de rest van zijn leven doorbrengen. Voorlopig zal hij niet worden vergeten of vergeven.

Bouyeri is ook niet van plan om te veranderen. Hij zal in de gevangenis wegrotten als een islamitische terrorist, een jihadist. Andere leden hebben al hun straf uitgezeten.

Er zijn zelfs leden die helemaal genezen zijn van het jihadisme en de politieke islam. En een paar leden zijn het land uitgezet. Islamil Aknik vecht nu waarschijnlijk in Syrië. Uiteraard hoopt iedereen dat hij zo spoedig mogelijk naar het islamitische paradijs gaat.

Martelaar

Weinigen zouden dat betreuren. Dat kan ook niet: het martelaarschap is het hoogste wat een moslim kan bereiken. Daarom worden de familieleden van martelaren in Iran door de staat in één adem gecondoleerd en gefeliciteerd. Niets betreurenswaardigs aan het martelaarschap.

En hoe zit het met de vrijheid van meningsuiting? Het antwoord komt van de grootste Franse cartoonist Jean Plantureux:

Vraag: ‘Denkt u niet: de islam is me te gevaarlijk?’

Antwoord (Plantu neemt een lange denkpauze): ‘De fatwa tegen de Deense tekenaars was natuurlijk een enorme schok. Vóór die tijd geloofden tekenenaars dat ze in een kelder in Saint-Germain des Prés zaten waar ze lol konden trappen door pastoors, imams en rabbi’s belachelijk te maken. Die tijd is voorbij. In zekere zin zijn we bezet. Internet is iets geweldigs, maar het maakt een bezetting mogelijk door fundamentalisten die het internet afzoeken naar dingen waarmee ze de vrijheid van denken kunnen aanvallen.’

Pervers

Wij zijn bezet, aldus Plantu. Moeten we dan in verzet komen? Moeten we niet juist keihard ‘nee’ zeggen tegen de tirannie van de handlangers van een perverse Allah?

Op 2 november 2004 riep ik op tot non-capitulatie. En ik riep cabaretiers op om juist nog meer grappen te maken over de islam, waardoor eindelijk ook de relatie met dit geloof wordt genormaliseerd.

We moeten Theo van Gogh eren, opdat we nooit vergeten dat de islamitische terroristen op 2 november 2004 de vrijheid van meningsuiting op de slachtbank van Allah wilden afmaken.

Compromisloos

De vrijheid is echter sterker dan de tirannie van een bijna aardse, valse Arabische godheid.

Velen dachten de vrijheid te kunnen afslachten. De vrijheid leeft en zal voortleven zolang wij durven haar op een waardige, maar compromisloze wijze verdedigen.

Daarom: leve de vrijheid!