Hoe u het kabinet-Rutte II kunt wegstemmen. Of juist niet

05 maart 2015Leestijd: 5 minuten
'ANP'

De verkiezingen van 18 maart bepalen ook het lot van het kabinet. Hoe kunt u door strategisch te stemmen daarin een rol spelen?

Bent u het kabinet-Rutte II zo beu dat u het graag naar huis wilt sturen? Of wilt u dat dit kabinet een rechtsere of juist linksere koers inslaat? Dan moet u nadenken over hoe u op woensdag 18 maart stemt.

Weliswaar gaan die verkiezingen over Provinciale Staten, maar omdat die de Eerste Kamer kiezen, heeft uw stem uiteindelijk ook invloed in Den Haag. Immers: de VVD-PvdA-coalitie zal, afgaande op de peilingen, in de senaat worden verzwakt en nog afhankelijker worden van de steun van andere partijen. Dat betekent dat elke partij op basis van ‘voor wat, hoort wat’ kan onderhandelen met het kabinet.

De vraag is: wilt u stemmen met uw hart of met uw hoofd? Wie met zijn hart stemt, volgt de partij van zijn voorkeur. Wie strategisch stemt, kiest misschien niet de partij die zijn eigenlijke voorkeur heeft, maar stemt op een andere partij om het Haagse machtsspel te beïnvloeden.

Wie het kabinet helemaal beu is en naar huis wil sturen, heeft het niet eenvoudig bij deze verkiezingen.

Maar het verzwakken van regeringspartijen VVD en PvdA helpt natuurlijk wel. Wie stemt op PVV en SP, weet zeker dat die het kabinet niet te hulp zullen schieten in de Eerste Kamer als dat nodig is. CDA en D66 kritiseren het kabinet weliswaar ook, maar laten doorschemeren dat ze niet per se uit zijn op een kabinetsval.

Daarbij komt de vastbeslotenheid van VVD en PvdA om tot 2017 te blijven zitten. Dat wijst erop dat ze vast van plan zijn om in de senaat zo nodig nog meer met de pet rond te gaan dan ze nu al doen.

Is er dan misschien een kans om het beleid alsnog bij te sturen door een slimme stem uit te brengen? De liberaal die vindt dat het kabinet te veel heeft genivelleerd en er niet op vertrouwt dat premier Mark Rutte (VVD) zijn oude belofte, namelijk lastenverlichting, alsnog waarmaakt, kan terecht bij partijen die eveneens lastenverlichting bepleiten. CDA en D66 doen dat beide. Bovendien zijn ze voor een kleinere overheid. Ook een liberaal punt.

D66 is op sociaal-economisch gebied rechts, maar in culturele zin links: vóór een ruimhartig immigratiebeleid en vóór een federaal Europa. Wie dat ver vindt gaan, kan het ook pragmatisch bekijken: dat federale Europa komt er voorlopig toch niet.

En immigratiebeleid is, welk kabinet ook regeert, doorgaans een kwestie van doormodderen. Het CDA is op de links-rechts-schaal al net zo moeilijk in te delen. ‘We buigen niet naar links en we buigen niet naar rechts,’ is al decennia het adagium.

Maar in elk geval wil het CDA een belastingverlaging zoals CDA-leider Sybrand van Haersma Buma in september vorig jaar voorstelde – hoewel hij het punt de laatste tijd minder benadrukt.

Met een sterker CDA en een sterker D66 wordt het blok dat lastenverlichting voorstaat groter. De VVD zou zich gesteund weten in de onderhandelingen met coalitiepartner PvdA over de lang geleden aangekondigde belastingherziening.

Maar de PvdA wil er dan ook wat voor terug en dat kost meestal geld. Er kan echter vast iets worden geregeld met meevallers.

Wat moet de teleurgestelde PvdA’er op 18 maart?

Voor de kiezer die de leer van de ‘eigen verantwoordelijkheid’ van dit kabinet te ver vindt gaan, lonkt de linksere SP.

De partij voert stevig oppositie en bepleit een terugkeer naar het ziekenfonds. De SP wil de werkgelegenheid in die sector waarborgen en de huishoudelijke hulp uit de zorgpot blijven betalen.

Voor de teleurgestelde linkse kiezer biedt ook de PVV mogelijkheden, want op het gebied van de zorg en de sociale economie is de PVV een linkse partij. Het anti-islam- en anti-immigratieprogramma van de PVV krijgt de kiezer op de koop toe.

Voor de PvdA-sympathisant die de SP te radicaal vindt, is GroenLinks een alternatief. Die voert stevig oppositie, maar is niet per se tegen: zo steunde de partij de afschaffing van de basisbeurs en invoering van het leenstelsel.

GroenLinks als vluchtheuvel voor de linkse kiezer?

De peilingen wijzen er nog niet op en in het verleden was vaak sprake van het tegendeel: de GroenLinks-sympathisant die toch maar PvdA kiest om CDA of VVD uit het Torentje te houden. Dat was pas strategisch stemmen.

Iets dergelijks gebeurde in 2012. Vóór de Kamerverkiezingen leek SP-leider Emile Roemer al bijna het Torentje te hebben bereikt, maar met de eindstreep in zicht haalde PvdA-leider Diederik Samsom hem in: de linkse kiezer poogde Rutte – vergeefs – uit het Torentje te houden.

In het verleden wilde een deel van de achterban van de ChristenUnie nog weleens op het CDA stemmen uit puur strategische overwegingen: liever een CDA’er dan een PvdA’er premier. Nu doet de partij zelf mee aan het Haagse machtsspel door akkoorden te sluiten met het kabinet.

De ChristenUnie-stemmer die daarover ontevreden is, kan als vanouds bij het CDA terecht, dat vooralsnog geen deals met het kabinet sluit.

Aanhangers van de SGP, de partij die eveneens zakendoet met het kabinet, stemmen zelden strategisch

Geen kiezers zo trouw als de achterban van deze partij. Dat geldt inmiddels ook voor de Partij voor de Dieren. 50PLUS-stemmers zijn in feite al strategisch bezig: hoe meer kiezers, hoe meer het ouderenbeleid in beeld komt.

De peilingen wijzen er niet op, maar mochten voormalige PVV-stemmers teleurgesteld zijn geraakt over de praktische invloed van Geert Wilders, dan kunnen ze eigenlijk nergens anders terecht. Een stem op de VVD is in de huidige constellatie ook een stem op de PvdA.

De PVV-sympathisant kan slechts hopen dat het groot maken van de eigen partij het beleid van andere partijen zijn kant op trekt.

Martin Rosema (44), verkiezingsonderzoeker aan de Universiteit Twente, denkt dat het voor de kiezer nog niet zo eenvoudig zal zijn om bij deze verkiezingen een strategische stem uit te brengen. ‘Voor mij en mijn vakgenoten is het ook een hele uitdaging om de dynamiek te duiden met zo’n kabinet dat een minderheid in de senaat heeft. Het is eerlijk gezegd best koffiedik kijken.’

Dat geldt vast ook voor veel kiezers. De peilingen en uitlatingen van de politiek leiders in de gaten houden, kan helpen. En dan maar stemmen op hoop van zegen.