Grenzen open voor Roemenen en Bulgaren? Beperk dan de sociale arrangementen

14 december 2013Leestijd: 2 minuten

Bulgaren en Roemenen kunnen vanaf 1 januari in Nederland gaan werken. Daarmee wordt het onontkoombaar het minimumloon te verlagen.

Bulgaren en Roemenen staat niets meer in de weg staat om ook in Nederland aan het werk te gaan. Weer spelen spanningen rondom immigratie op.

Wat daarbij bepaald niet helpt, is dat autoriteiten de afgelopen jaren voortdurend onjuist gebleken sussende opmerkingen hebben gemaakt. De komst van buitenlandse arbeiders zou goed zijn voor de economie, het zouden er niet bijster veel zijn, ze zouden maar even blijven, ze zouden geen beroep doen op sociale voorzieningen en alleen werk doen waarvoor geen Nederlanders te vinden zijn.

Minimumloon

Zoals het Centraal Planbureau eerder herhaaldelijk heeft vastgesteld, is de toestroom van arbeiders uit het buitenland per saldo alleen rendabel voor de Nederlandse economie als de betrokkenen meer verdienen en een hogere arbeidsproductiviteit hebben dan de bestaande bevolking.

Het minimumloon bedraagt in landen als Bulgarije en Roemenië ongeveer 1 euro per uur, in Nederland 8,53 euro. Zelfs als dat minimumloon in Nederland netjes wordt uitbetaald – en dus niet wordt ontweken – is de toestroom niet alleen voorspelbaar, maar zal die er op termijn ook toe leiden dat het minimumloon onder druk komt.

Sociale voorzieningen

Om economische redenen zit een land als Nederland, zeker omdat er 800.000 werkloosheidsuitkeringen en bijstandsuitkeringen worden verstrekt – onevenredig vaak aan laagopgeleiden – niet op een nieuwe toestroom te wachten.

Vrije migratie over bijkans een heel continent heeft daarbij onafwendbare gevolgen voor de sociale voorzieningen en de direct daarmee verbonden, hooggereguleerde arbeidsmarkt van de West-Europese verzorgingsstaten.

Nederland heeft de afgelopen decennia echter gekozen voor een Europese Unie met vrij verkeer van mensen én ervoor gekozen om die Europese Unie in hoog tempo uit te breiden met een reeks arme landen. Daarmee gaat Nederland voor een traject waarbij de ordening van de arbeidsmarkt en andere elementen van de verzorgingsstaat onhoudbaar worden.

Bij voorbaat verloren strijd

Die consequentie wensen veel Nederlandse politici niet onder ogen te zien. Ze vluchten – met gemeenteraadsverkiezingen en Europese verkiezingen in het zicht – in controles, inspecties en andere cosmetische maatregelen in een poging de onmogelijke combinatie van de Europese arbeidsmarkt en de nationale verzorgingsstaat met elkaar te verzoenen.

Het is een machteloze, bij voorbaat verloren strijd. Wie een Europese arbeidsmarkt accepteert, zal ook de consequentie van een soberder Nederlands minimumloon moeten aanvaarden, evenals de versobering van andere sociale arrangementen.