Waarin Elseviers ‘superscholen’ verschillen van ‘excellente scholen’

23 januari 2017Leestijd: 2 minuten
Foto: ANP

In de zestiende editie van Beste scholen wijst Elsevier deze week 45 ‘superscholen’ aan in het voortgezet onderwijs. Tegelijk presenteert de Inspectie van het Onderwijs een lijst met 184 ‘excellente scholen’ in het basis- en voortgezet onderwijs. Het zijn twee verschillende predicaten die niet met elkaar moeten worden verward.

Elsevier beoordeelt alle scholen met vmbo, havo en vwo op basis van kale feiten over de onderwijsresultaten. Superscholen hebben naar verhouding weinig zittenblijvers en de leerlingen behalen er goede examenresultaten.

Op grond van deze ‘harde cijfers’ verdienen dit jaar 45 scholen de titel ‘superschool’. Daarnaast zijn er 654 ‘goede scholen’, 1.442 scholen die voldoende scoren en 333 scholen scoren onder de maat.

Bescheiden scholen worden overgeslagen
De Inspectie van het Onderwijs gaat anders te werk. Scholen kunnen zichzelf bij de Inspectie aanmelden om in aanmerking te komen voor de eretitel. De schoolleiding geeft zelf aan wat het onder een excellente school verstaat.

De Inspectie beoordeelt een aangemelde school op enkele vaste punten over onder meer onderwijsresultaten en schoolklimaat. Tijdens een schoolbezoek stelt een tweekoppige jury vervolgens vast of de school voldoet aan het eigen ‘excellentieprofiel’. Op die manier werd een lijst vastgesteld van 184 ‘excellente scholen’.

Omdat scholen zich voor de lijst van de Inspectie moeten aanmelden, blijven meer bescheiden scholen met topresultaten buiten beeld. Elsevier laat de prestaties van alle scholen zien, dat is nuttige informatie voor ouders die een geschikte school voor hun kind zoeken. De lijst met superscholen staat hieronder. En via deze link vindt u de Elsevier-oordelen over de middelbare scholen in uw buurt.

superscholen