Voormalig voorzitter van de Tweede Kamer Martin Bosma is nog niet heen over de nederlaag die hij op dinsdag 18 november leed bij de verkiezing van een nieuwe Kamervoorzitter. In een interview voor het kerstnummer van EW uit hij zijn ergernis over de gang van zaken.
Volgens Bosma ging het bij die geheime verkiezing niet om de kwaliteit van de voorzitter, maar was het vooral een politiek spel.
De 61-jarige PVV’er Martin Bosma verloor de verkiezing van de 35-jarige VVD’er Thom van Campen. Zittend voorzitter Bosma kreeg in de derde ronde van de verkiezingsprocedure 69 stemmen, Van Campen 79.
Bosma stak twee jaar lang veel energie in het op orde brengen van de ambtelijke top in de Kamer, die daarvoor werd geteisterd door interne oorlogen.
Ook kreeg hij van alle kanten lof voor de wijze waarop hij de Kamer voorzat.
‘Bij D66 heerst in elk geval een sterk anti-PVV-sentiment’
‘Ik had gehoopt dat de Kamer mijn kwaliteiten zou herkennen en dat het een soort blinde verkiezing was geweest. Dat was ook netjes geweest tegenover het personeel met wie ik goed overweg kan. Maar een meerderheid koos puur politiek,’ zegt Bosma.
Een deel van de Kamer kan volgens hem niet leven met een PVV’er. ‘En dat zijn net de mensen die voor inclusie en verbinding zijn. Maar niet voor iedereen.’
Lees ook: Kamerleden zijn memelords en de Tweede Kamer is een TikTok-studio
Bosma wijst naar D66
Hij wijst vooral naar D66. ‘Daar heerst in elk geval een sterk anti-PVV-sentiment. Bij de voorzittersverkiezing had die fractie de twee andere kandidaten ‘s ochtends in de fractie uitgenodigd. Mij niet. Dat zegt genoeg,’ zegt Bosma in het interview, dat te lezen is in de EW-uitgave die 13 december verschijnt.
