Nederland wordt bestuurd vanuit een papieren werkelijkheid van modellen en spreadsheets. Die bestuurlijke cultuur vervangt menselijkheid door rekenkundige schijnzekerheid, schrijft Zihni Özdil.
Nieuw onderzoek schetst een schrijnend beeld. Maar liefst één op de drie daklozen is jonger dan 27 jaar.
Nieuw onderzoek is trouwens een eufemisme. Er is simpelweg een nieuw rekenmodel. Ik citeer even:

Jongeren gaan van bankstel naar bankstel
‘De onderzoekers hanteren een ruimere definitie van dakloosheid dan bijvoorbeeld het CBS, dat vooral uitgaat van daklozenuitkeringen. Zo komen (in de nieuwe telling) ook mensen in beeld die op onconventionele plekken wonen, zoals kelderboxen of vakantieparken. Of die van bankstel naar bankstel gaan bij vrienden of familie.’
We hebben het hier over jongvolwassenen en kinderen die geen veilig thuis als basis hebben. Het zijn vaak kwetsbare jongeren uit gebroken gezinnen met ‘multiproblematiek’ zoals dat in ambtelijk jargon heet. Dit terwijl we in een van de rijkste landen ter wereld leven.
Hoe kan dit? Het antwoord ligt voor een belangrijk deel in de bestuurskamers. Ver weg van de koude straathoeken.
Ambtenarij leeft in een papieren werkelijkheid
Dat er voorheen zo werd geteld dat grote groepen dak- en thuislozen niet werden meegerekend, is eigenlijk bewijs van mijn argument. Want Nederland wordt in toenemende mate geregeerd door een ambtenarij die leeft in een papieren werkelijkheid.
Een werkelijkheid waarin complexe, menselijke problemen worden gereduceerd tot spreadsheets, KPI’s (Kritieke Prestatie-Indicatoren) en rekenmodellen.
In deze gesteriliseerde wereld is beleid geen kwestie van morele keuzes of een langetermijnvisie ten behoeve van een hoger doel. Het gaat om het optimaliseren van variabelen zodat alles budgetneutraal kan worden geboekt richting het ministerie van Financiën en richting de Tweede Kamer.
De cijfers ‘kloppen’ weer
Het venijnige is, wanneer de uitkomsten van de modellen niet overeenkomen met de harde realiteit, is de verleiding groot om niet de realiteit aan te pakken, maar gewoon het model aan te passen. De cijfers ‘kloppen’ dan weer. Ook al stromen de spreekkamers van de hulpverlening ondertussen over.
We hebben dit spel vaker gezien. Neem het Toeslagenschandaal. Hier werd het beleid gedicteerd door een meedogenloos algoritme. Een (digitale) papieren werkelijkheid waarin gezinnen werden vernietigd omdat hun formulieren ‘afweken’ van de norm.
Ambtenaren, ministers en zelfs de Raad van State verscholen zich jarenlang achter de ‘juistheid van het systeem’. Terwijl buiten echte mensen ten onder gingen.
Politieke pijn uitstellen
Een ander voorbeeld is het stikstofdossier. Jarenlang werd er door beleidsmakers een juridisch en rekenkundig doolhof gecreëerd waarin boeren, bouwers en industrie konden blijven opereren binnen papieren marges. Toen de rechter deze luchtkasteelen omver blies stond het land plots stil.
Beleid was niet gebaseerd op een eerlijk gesprek over de toekomst van onze landbouw en natuur. Nee, het ging om het manipuleren van rekenmodellen om de politieke pijn uit te stellen.
Dat is in essentie het falen van het huidige bestuur: het vervangen van politiek door administratie. Want echte politiek gaat over waarden. Over keuzes maken voor de lange termijn. Over het creëren van draagvlak en het verbinden van tegengestelde belangen in de echte wereld. Het vraagt om moed.
Boeren of gedupeerden toeslagenaffaire: kanaries in de kolenmijn
De papieren werkelijkheid daarentegen is risicomijdend, kortzichtig en waardenvrij. Het is het managen van de status quo in plaats van sturen naar een betere toekomst.
Hier schuilt denk ik een groot gevaar voor het fundament van onze samenleving. De jongeren die nu buiten de boot vallen, de gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire, de boeren die zich in hun bestaan bedreigd voelen: zij zijn een soort kanaries in de kolenmijn. Zij voelen de kloof tussen Den Haag en de rest van het land als geen ander.
Wanneer het vertrouwen wegvalt dat de overheid echte problemen oplost, rest niets anders dan verzet. We zien de contouren al in de opkomst van protestpartijen en in groeiende maatschappelijke polarisatie.
Terwijl de oplossing niet ingewikkeld is. Die vereist dat het parlement, onze volksvertegenwoordigers, de regie terugpakt. Dat zij ophouden slaafs wetten aan te nemen die door ambtenaren in lappen tekst worden aangeleverd en waarin iedere menselijke maat ontbreekt.
Kamerleden als verlengstuk van ambtenaren: omgekeerde wereld
Laten we beginnen bij die jonge daklozen die nu pas in beeld komen, omdat we anders zijn gaan berekenen. Laten we stoppen met doen alsof het alleen gaat om tellen en categoriseren.
In plaats daarvan moeten we een eerlijk, politiek gesprek voeren over betaalbare huisvesting. Over jeugdzorg die écht helpt. En over een vangnet dat mensen opvangt in plaats van afstoot.
Ambtenaren kunnen vervolgens zo goed mogelijk uitvoeren wat de Tweede Kamer uitzet. In plaats van bijna andersom, zoals nu.