De Inspectie voor de Gezondheidszorg en het Openbaar Ministerie handelden ‘juist en met respect voor de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen’ in de kwestie rond huisarts Nico Tromp uit Tuitjenhorn. De arts pleegde zelfmoord nadat hij door de Inspectie wegens ‘onwettige euthanasie’ op non-actief was gezet.
Dat het bevel om de arts op non-actief te zetten eerst niet en toen wel op internet werd geplaatst, was een goede beslissing, schrijven minister van Volksgezondheid Edith Schippers en haar partijgenoot minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten vrijdag in een brief aan de Tweede Kamer.
Publicatie
De onduidelijkheid die was ontstaan voor patiënten en zorgverleners, rechtvaardigde de publicatie op internet. Nabestaanden van de huisarts reageerden erg emotioneel op het openbaar gemaakte bevel.
Ook de huiszoeking bij de arts door justitie en de verhoren zijn volgens de regels verlopen, schrijven de bewindslieden. Er was gekozen voor een doorzoeking in de avond, omdat daarmee onrust in de kleine gemeenschap van Tuitjenhorn voorkomen zou kunnen worden.
Ruimte
In de brief maakt Schippers tevens duidelijk dat ‘artsen de ruimte hebben om euthanasie en palliatieve sedatie (slaapmedicatie tijdens de sterffase van een patiënt) toe te passen volgens de richtlijnen die we in Nederland kennen.’
Ook de Inspectie benadrukt dat dat artsen die volgens de regels handelen, zich geen zorgen hoeven te maken: het beleid rond hulp bij levenseinde is niet gewijzigd.
Pijnbestrijding
Er bestaan gerede vermoedens dat de huisarts, onder het mom van pijnbestrijding, onrechtmatig euthanasie pleegde: de dokter verrichte nauwelijks lichamelijk onderzoek en hield geen rekening met de op dat moment lopende medische aanpak en het effect dat dit op de patiënt had gehad, blijkt uit onderzoek van de Inspectie.
In een toelichting op het besluit om hem op non-actief te stellen, zei Tromp naar eigen zeggen te hebben gereageerd op de ‘onmenselijke situatie’ van de patiënt.