MH17-debat: hoeveel signalen had het kabinet willen hebben?

05 februari 2015Leestijd: 4 minuten
'ANP'

De ministers Bert Koenders (PvdA, Buitenlandse Zaken) en Ivo Opstelten (VVD,Justitie) waren vanavond heel stellig in het MH17-debat. Er waren voor de crash van vlucht MH17 geen signalen dat de burgerluchtvaart boven Oost-Oekraïne in gevaar zou zijn.

Het kabinet wist niet dat er zwaar luchtafweergeschut in het oosten van Oekraïne aanwezig was ten tijde van het neerhalen van vlucht MH17. Dat beweerde minister Koenders donderdagavond zeer stellig tijdens het Kamerdebat over vlucht MH17.

Luchtafweergeschut

Volgens Koenders is tijdens een briefing van de Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken voor bevriende landen, waaronder Nederland – drie dagen voor de ramp – alleen melding gemaakt over de mogelijk aanwezigheid van luchtafweerwapens.

Ook minister Opstelten zei dat er ‘geen signalen’ waren die aantoonden dat de veiligheid van de burgerluchtvaart boven de Donbass-regio in gevaar zou zijn.

Discutabel

Die opstelling is op zijn minst discutabel te noemen. Uit een uitgelekte samenvatting van de diplomatenbriefing in Kiev blijkt dat het Oekraïense leger zich verbaasde over de manier waarop het Antonov-vrachttoestel op 14 juli was neergehaald.

‘In het bijzonder rapporteerde de heer Chaly dat de Antonov An-24 van het leger van Oekraïne was geraakt op een manier die niet door de terroristen wordt toegepast,’ is te lezen in de samenvatting. Oekraïne merkte in het gesprek op dat een toestel op 6 kilometer hoogte alleen kan worden neergeschoten door een ‘luchtafweergeschut of een ander toestel’.

NAVO-generaal

Kennelijk werd deze opmerking noch op het ministerie van Buitenlandse Zaken, noch op het ministerie van Defensie als een ‘signaal’ beschouwd. Ook de opmerking van NAVO-generaal Philip Mark Breedlove op 30 juni over ‘anti-aircraft capability’ dat in bezit zou zijn van de separatisten, is voor de ministers Koenders en Opstelten geen ‘signaal’ gebleken.

In reactie op een vraag van een New York Times-journalist zei Breedlove: ‘Wat we zien is dat aan de oost-kant (Russische) van de grens bij oefeningen zwaar geschut, tanks, APC’s en luchtafweergeschut wordt gebruikt, en nu zien we dat dit materieel ook aan de west-kant wordt gebruikt’.

Interpretatie

Er waren legio signalen. Niet voor niets vloog een aantal luchtvaartmaatschappijen al sinds de lente vorig jaar niet meer over Oost-Oekraïne. Oekraïne had zelf ook de beslissing genomen om het zuidelijke deel van het vluchtinformatiegebied Dnjepropetrovsk (UKDV) af te sluiten tot een hoogte van 26.000 voet en het oostelijke deel tot 32.000 voet.

GroenLinks-fractievoorzitter Bram van Ojik merkte daarom ook tijdens het debat op dat er wel signalen waren, maar dat ze verkeerd zijn geïnterpreteerd. De beslissing om een luchtruim slechts deels te sluiten is immers discutabel. Alleen al omdat een vliegtuig in geval van decompressie niet kan uitwijken naar een lagere hoogte. Toch werden deze interpretaties niet gemaakt, zei Van Ojik. De ministers bleven hoe dan ook herhalen dat zij ‘geen signalen’ hebben gehad en dat ze het onderzoek van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid willen afwachten.

Draai

In de tweede termijn van het debat zei minister Koenders opeens dat het kabinet wel degelijk wist dat er mogelijk ‘anti-aircraft’ materieel in handen was van de separatisten.

De minister blijft er hoe dan ook bij dat de inhoud van de briefing in Kiev geheim blijft vanwege de diplomatieke belangen. ‘Dit soort informatie wil ik de volgende keer weer krijgen. Dan helpt het niet als we het openbaar maken,’ zei Koenders.

Ook Opstelten wist in de tweede termijn wél van de luchtafweerwapens bij de separatisten. ‘Ik sluit me volledig bij mijn collega Koenders aan’. De oppositieleden kregen niet meer de tijd om op deze opmerkelijke draai te reageren.