Nieuwe wet legt maximum salaris publieke sector op 178.000 euro

22 december 2014Leestijd: 2 minuten

Per 1 januari kunnen aantredende bestuurders in de (semi-)publieke sector niet meer verdienen dan een ministerssalaris van 178.000 euro per jaar. Ondanks verzet van de VVD werd de wet maandag aangenomen in de Eerste Kamer.

Op dit moment ligt de bovengrens nog op 130 procent van een ministerssalaris. Maar dat zal per 1 januari worden teruggebracht naar 100 procent. Daarmee lijkt het proces om de topinkomens in de (semi-)publieke sector aan banden te leggen, geslaagd.

Nu VVD rebels

VVD, CDA, D66 en de Onafhankelijke SenaatsFractie stemden tegen. Zij vinden de verdere afroming van de topinkomens voorbarig.

De bovengrens van 130 procent bestaat nog maar net, en de effecten ervan zijn nog niet bekend. De VVD vindt bovendien dat de wet topmensen ‘over één kam scheert’.
PvdA-senator Ruud Koole wees erop dat de VVD een afspraak uit het regeerakkoord niet nakomt, maar gunt ‘elke fractie zijn eigen afweging’.

Kont tegen de kribbe

En zo gebeurde maandagavond exact het omgekeerde van wat er vorige week in de Senaat gebeurde. Toen was het de PvdA die tegen een wet stemde (Zorgwet) die eerder door de Tweede Kamerfractie van de sociaaldemocraten was goedgekeurd.

Nu is het de VVD-Eerste Kamerfractie die de kont tegen de kribbe gooit. Alleen zijn de gevolgen minder groot, omdat deze wet wel op een meerderheid in de Senaat kan rekenen. Minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA) is vooral ‘heel blij’ dat zijn vernieuwde wet op de topinkomens het ook in de Eerste Kamer heeft gehaald. ‘En met een absolute meerderheid van 38 stemmen voor’, zei de bewindsman na afloop van het debat in de Senaat erover. Hij noemde de topinkomens één van de belangrijkste zaken uit zijn dossier. Hij vindt het niet iets om mee ‘te dralen’.

Boven de norm

Op dit moment werken zeven bestuurders boven de norm van 130 procent. Nu de norm naar 100 procent wordt teruggebracht, zal het aantal grootverdieners in één klap stijgen.

Het kabinet probeert overgangsregelingen overeen te komen om ook deze salarissen af te bouwen.