Waarom de moord op Lisa een journalistieke ommekeer kan zijn

Bloemen langs weg in Duivendrecht waar Lisa is gedood. Behalve voornaam en leeftijd is weinig over haar bekend

De moord op Lisa kan weleens zorgen voor een ommekeer in de berichtgeving over levensdelicten. ‘Zijn achternaam en foto nodig voor het verhaal?

Moord en media vormen een explosieve cocktail. Toch zou juist de geruchtmakende moord op de zeventienjarige Lisa uit Abcoude voor een ­ingrijpende verandering kunnen zorgen in de berichtgeving.

Journalisten zoeken balans tussen scoop en privacy

In de jacht op scoops brengen journalisten te vaak details die voorbarig of onjuist zijn en de privacy schenden. Ze publiceren herkenbare foto’s van het slachtoffer. Maar van Lisa noemden de media geen achternaam en toonden ze geen foto.

‘Lisa is voor mij de ommekeer,’ zegt Tweede Kamerlid Songül Mutluer (45), justitie-woordvoerder van GroenLinks-PvdA. ‘Heel uitzonderlijk en ongebruikelijk hoe de media zich opstelden. Dit is hét moment om als samenleving een signaal af te geven. De menselijke maat in de berichtgeving rond levensdelicten ­waren we met zijn allen vergeten.’

De moord op Lisa in de nacht van 19 op 20 augustus in Duivendrecht door een 22-jarige asielzoeker veroorzaakte een schokgolf in het hele land. De media deden elke dag verslag van de zoektocht naar de dader en ook van de eis van vrouwen om ’s nachts veilig over straat te kunnen.

Maar de berichtgeving over Lisa zelf was ingetogen. Op verzoek van haar ouders gebruikten de media alleen haar voornaam en publiceerden zij geen foto’s van het meisje. Over haar leven werd niet veel meer bekend dan dat ze net haar vwo-diploma had gehaald en in Abcoude op hockey zat.

Namens de Familie geeft nabestaanden regie terug

Dat de media zich unaniem aan dat verzoek hielden, is vooral te danken aan Namens de Familie, een onderdeel van Slachtofferhulp Nederland. Deze organisatie fungeert als adviseur en spreekbuis voor de nabestaanden en treedt op als intermediair met de media. Zij bracht het verzoek van de familie via een statement onder de aandacht.

Ondersteuning tegen ‘secundaire victimisatie’

Zes jaar geleden was manager Evy Khouw (40) oprichter van Namens de Familie, samen met journalist Hans Faber – oom van de op 29 september 2017 vermoorde Utrechtse student Anne Faber. ‘Zo’n organisatie was hard nodig,’ zegt Khouw. ‘Het kwam voor dat nabestaanden via de media hoorden over de moord op hun geliefde. Dat noemen ze secundaire victimisatie: je bent voor de tweede keer slachtoffer, nu van de media.’

In het begin had Namens de Familie vier professionele media-adviseurs, inmiddels zijn het er twintig en houden er nog eens vier alle berichtgeving online bij. ‘Soms zijn de belangen van media net even anders. Wij zijn geen mediapolitie, maar doen verzoeken om de belangen van nabestaanden te respecteren.

‘Aan hen leggen we uit wat de vragen zijn vanuit de media, we geven advies en regelen de communicatie. Zij nemen de beslissingen, we doen niets zonder toestemming.

‘Ons belang is primair het ondersteunen van slachtoffers en nabestaanden op ­mediagebied. Daarnaast proberen we de bewustwording binnen de journalistiek te vergroten. Verhalen die niet kloppen, zijn erg schadelijk voor nabestaanden.’

Mediastorm versterkt trauma voor nabestaanden

Elke moordzaak is anders, benadrukt Khouw. ‘Er zijn ook zaken waarin nabestaanden juist alles willen laten zien en hun verhaal willen doen. Wij adviseren ze over de impact van berichtgeving, ook op langere termijn.’

Die ondersteuning is onmisbaar, want nabestaanden belanden meteen na de moord ongevraagd in een hevige media­storm. ‘Ik wist totaal niet wat mij overkwam,’ zegt Ysanne van ’t Zelfde (43), moeder van de begin 2022 in Middelburg door Turkse broers van vijftien en zestien doodgestoken Tim (15). ‘Mensen gaan er met jouw verhaal vandoor.’

Familierechercheurs schermen de ­nabestaanden van slachtoffers zoveel mogelijk af, in nauwe samenwerking met de officier van justitie. Contact met de media verloopt via perswoordvoerders. In het begin is de voorlichting vaak summier.

Journalisten gaan zelf speuren. ­Zolang een zaak niet is opgelost, willen veel nabestaanden overigens juist aandacht en hopen ze dat een verhaal tips oplevert over de dader.

Slachtofferhulp Nederland werkt al decennia met casemanagers die nabestaanden van moord en doodslag langdurig ondersteunen en adviseren op juridisch, praktisch en emotioneel gebied.

Vooral sinds Namens de Familie als intermediair optreedt met de media, lukt het steeds beter om nabestaanden zo goed mogelijk door de mediastorm te loodsen. Khouw: ‘Ze hebben nul regie en die proberen wij ze terug te geven.’

Namens de Familie werkt ook intensief samen met slachtofferadvocaten als Richard Korver en Ruth Jager. Die staan pal voor hun cliënten en schuwen de publiciteit niet als dat nodig is.

Ook de steun van lotgenoten is voor veel nabestaanden belangrijk, onder meer via Slachtofferhulp Nederland en de Federatie Nabestaanden Geweldsslachtoffers.

De positie van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces is afgelopen jaren wel verbeterd. Tijdens het uitoefenen van het spreekrecht op de openbare zitting zeggen nabestaanden vaak dat de straf voor de verdachte voor hen niet hoog genoeg kan zijn: ‘Wij hebben levenslang’ – doelend op het blijvende gemis.

De mediastorm is het grootst vlak na de moord, maar laait ook daarna nog jarenlang geregeld op. Als de zaak zoveel jaar geleden is, de dader vrijkomt of op verlof mag, als zich een vergelijkbare zaak voordoet. Bij veel nabestaanden leidt dat elke keer weer tot een herbeleving van het trauma.

Lucinda van de Ven – zus van de 25-jarige studente Nadia van de Ven die op 1 oktober 2002 in Utrecht werd vermoord door de zoon van haar huisbaas – worstelde jarenlang met alle gevolgen: emotioneel, juridisch, financieel, medisch en arbeidsrechtelijk. Sinds 2023 maakt zij een persoonlijke podcast waarvoor ze spreekt met lotgenoten en experts: ­Levenslang kwetsbaar.

Een prachtige titel, vindt Marijke Kolk (54), docent aan de School voor Journalistiek in Utrecht en zelf toegepast psycholoog. ‘Het is een kwetsuur die niet geneest.’

Bewustwording groeit binnen de journalistiek

Op verzoek van Fonds Slachtofferhulp deed zij met een team twee jaar onderzoek voor het platform Slachtoffers in de media. Op de site staan interviews met nabestaanden en deskundigen. Nuttig is een lijstje met zeven ‘handreikingen’ aan journalisten voor hun berichtgeving: ‘Bedenk bij elk detail in hoeverre de privacy van betrokkenen in het geding is’ en ‘Betrek slachtoffers bij berichtgeving en voorkom (vervolg)trauma’. Kolk is ‘positief verrast’ dat het verzoek van de ouders van Lisa zo breed is gehonoreerd.

Het gaat bij berichtgeving over levensdelicten altijd om een afweging tussen het maatschappelijk belang van publicatie en de privacy van slachtoffers en hun nabestaanden.

Het is vooral een kwestie van bewustwording, zegt Kolk. In het begin was er volgens haar lichte weerstand tegen Namens de Familie: ‘“Jullie gaan ons werk doen!” Maar sindsdien zijn we anders naar slachtoffers en trauma’s gaan kijken. Dat tijdens de zoektocht naar Anne Faber het leegpompen van een vijvertje live werd uitgezonden, zul je nu niet snel meer zien.’

Sociale media vergroten impact van moordbeelden

De ‘burgerjournalistiek’ is veel lastiger in de hand te houden, zegt Khouw. ‘Op de stortvloed aan berichten op sociale media hebben wij geen invloed of grip. Het komt voor dat nabestaanden via ­so­ciale media voor het eerst over een moord horen.

Ysanne van ’t Zelfde verloor haar zoon Tim (15) door een steekpartij; sociale media maakten het verdriet nog zwaarder.Zondagochtend 9 januari 2022 las Ysanne van ’t Zelfde (43) op Facebook iets over een steekpartij in haar buurt in Middelburg. De schrik sloeg haar om het hart: haar vijftienjarige zoon Tim was nog niet terug van een afspraak met twee broers die hij kende en nam zijn telefoon niet op. Zijn oudere zus Esmee ging even ­kijken en hoorde dat Tim al in de ambulance lag. Hij bleek neergestoken en overleed drie dagen later.‘Ik wist niet wat me overkwam. De kranten en tv waren in alle opzichten respectvol, maar de sociale media stonden vol leugens en meningen. Weerzinwekkend. Een wijkbewoner beschreef in detail wat hij had gezien en hoe Tim daar op de grond lag. Hij  weigerde op mijn verzoek zijn bericht te verwijderen. Tegen onze adviseur van Namens de Familie zei hij: “Dan moet ze maar niet op mijn account kijken.” Mensen gaan er met jouw verhaal vandoor. Al die berichten doen iets met je trauma, ook nu nog. Tim was een schatje. Ik zal nooit begrijpen dat dit gebeurd is.’

Dan is de politie nog niet eens aan de deur geweest. We moeten ons met z’n allen bewuster zijn van de impact en de gevolgen van die berichten. Wat vind je ethisch verantwoord? Verplaats je in de nabestaanden: het zal je broer of moeder maar zijn die daar op straat ligt. Dan ga je anders denken.’

Politiek wil delen van moordbeelden strafbaar maken

Omstanders met een camera duiken soms meteen boven op een slachtoffer. ‘Het gaat vaak om afschuwelijke beelden die razendsnel worden verspreid,’ zegt GroenLinks-PvdA-Kamerlid Mutluer. Met Derk Boswijk (CDA) diende zij in 2023 een wetsvoorstel in om het maken en verspreiden van foto’s en filmpjes van slachtoffers strafbaar te stellen.

‘Het is te bizar voor woorden dat mensen direct hun telefoon uit hun broekzak halen,’ zegt ze. ‘Wij verzetten ons tegen al die online sensatie en likes over leed. Op een overtreding staat in ons voorstel een gevangenisstraf van maximaal een jaar of een boete van 9.000 euro.’

De Raad van State adviseert alleen het verspreiden strafbaar te stellen. Maken kan zinvol zijn voor de opsporing.

Momentum voor nieuwe norm in journalistiek

Nu is er momentum, denkt Mutluer, die veel gesprekken voerde met nabestaanden. ‘Dat mensen nog heel lang reacties bij die online-berichten plaatsen, komt vaak nog harder binnen en leidt tot herbeleving van het trauma. Dat kun je hen niet aandoen.

Sociale media hebben ook een zorgplicht en verantwoordelijkheid.’ Een plenaire vergadering over het wetsvoorstel wordt naar verwachting dit jaar nog ingepland. Mutluer en Boswijk rekenen op een meerderheid in de Tweede Kamer.

Khouw, die met de politici aan tafel zat over het voorstel, geeft geregeld presentaties op landelijke en regionale redacties. ‘Mijn ­oproep: houd rekening met de nabestaanden. Dat het in het geval van Lisa lukte om iets van regie aan de nabestaanden te geven, doet ons ook iets. Dat de ­jarenlange inzet van Namens de Familie loont.’

Mutluer: ‘Het is te vroeg om te denken dat dit altijd zal lukken. Media moeten nadenken over hun rol. Hoe zinloos de moord op Lisa ook is, een nieuwe norm voor de journalistiek zou haar dood nog iets van betekenis kunnen geven. Dat zijn we aan Lisa verplicht.’