Als het op de discipline van management aankomt, scoren Nederlandse bedrijven goed. In een internationale vergelijking door de Rabobank en de Rijksuniversiteit Groningen komt Nederland op de zesde plaats. Toch zit het belang van goed management nog lang niet bij iedere Nederlandse ondernemer tussen de oren. De jury van de EY Entrepeneur Of The Year Award let er daarom ook op hoe de ondernemer het bedrijf heeft georganiseerd.
Goed management is de sleutel tot succes, blijkt uit onderzoek van de Rabobank en de Rijksuniversiteit Groningen. Hoe zijn de kandidaten van de EY Entrepreneur Of The Year Award dit jaar daarop geselecteerd?
De Rabobank onderzocht samen met onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen de managementpraktijken bij Nederlandse industriële bedrijven. Daarbij werd gekeken naar vier verschillende invalshoeken: operationeel management, doelenmanagement, prestatiemanagement en personeelsmanagement. Omdat studies in andere landen precies dezelfde onderzoeksmethode hebben gebruikt, is het mogelijk Nederlandse ondernemingen te vergelijken met hun buitenlandse tegenhangers. In een lijst van 36 landen komt Nederland op de zesde plaats.
Verbinden lange- en kortetermijndoelen
Nederlandse bedrijven zijn vooral goed in operationeel management. Op dat vlak scoren ze internationaal zelfs het best. Op doelenmanagement en personeelsmanagement blijven ze echter achter. Goed doelenmanagement zorgt dat er heldere doelen zijn gesteld, legt econometrist Jadé Dieteren (27) van de Rabobank uit. ‘Er moeten zowel voor de korte als de lange termijn doelen zijn vastgelegd. Tussen die doelen moet een logisch verband zijn.’

Sjoerd Hardeman (35) econoom bij de Rabobank
Daarbij is het vooral belangrijk dat de hele organisatie weet wat de doelen zijn waar het bedrijf naartoe werkt. ‘Anders kun je je afvragen of het veel zin heeft om doelen te hebben’, voegt econoom Sjoerd Hardeman (35), ook van de Rabobank, toe.
Ernst Groenteman (55), partner bij EY en verantwoordelijk voor de familiebedrijvenpraktijk en de EY Entrepreneur Of The Year Award, herkent dat Nederlandse ondernemers hier ruimte voor verbetering hebben. ‘Ondernemers hebben altijd wel een strategie, maar als je vraagt welke meetbare doelen daaronder hangen, blijft het vaak stil.’
Of bedrijven hier goed mee omgaan, is ook een belangrijk criterium bij de selectie voor de EY Entrepeneur Of The Year Award. Groenteman: ‘De jury kijkt hoe goed het bedrijf is georganiseerd, waar een ondernemer op stuurt en aan welke knoppen hij kan draaien.’
Ook het beeld dat Nederlandse bedrijven relatief zwak zijn als het gaat om personeelsmanagement, kan Groenteman beamen. ‘Het omgaan met mensen, het vormen van de beste teams en zorgen voor diversiteit in die teams, dat zien ondernemers wel als een gebied waar ze nog de meeste winst kunnen halen.’
Efficiënt werken heeft een hoge prioriteit
Tegenover deze verbeterpunten die Nederlandse bedrijven nog hebben, staat dat zij dus wel heel goed scoren wat betreft operationeel management oftewel lean management. ‘Daarbij gaat het erom of het werkproces efficiënt is ingericht. Er moet zo weinig mogelijk verspilling zijn in het productieproces en er moeten niet te veel voorraden worden aangehouden’, zegt Dieteren.

Jadé Dieteren (27) econometrist bij de Rabobank
Hoewel de ondernemers die deelnemen aan de EY Entrepeneur Of The Year Award vooral uit de dienstensector en technologiesector komen, ziet Groenteman dat zo efficiënt mogelijk werken ook voor deze bedrijven hoge prioriteit heeft. ‘De inrichting van de toeleveringsketen, de invulling van de rol van de chief operating officer en het hebben van goede processen zijn heel belangrijke onderwerpen voor ondernemers.’
Beter management: meer omzet en winst
De onderzoekers keken ook of er een verband was tussen goede en slechte managementpraktijken en de resultaten van bedrijven. Dat bleek er te zijn. Bedrijven met goed management halen per werknemer een hogere omzet en maken meer winst. Hardeman maakt een vergelijking met Zweden, internationaal nummer 3. Als Nederlandse bedrijven het niveau van hun Zweedse tegenhangers kunnen evenaren, dan zou dit gemiddeld leiden tot 4 procent meer omzet en 7 procent meer winst per werknemer.
Dit bewijst voor de econoom dat het management er echt toe doet. ‘Er wordt wel gezegd dat er niet zoiets is als een goede of slechte managementpraktijk, maar als ik zie dat er zo’n sterke samenhang is met de omzet en winst durf ik de stelling wel aan dat er wel degelijk best practices zijn.’

Ernst Groenteman (55), partner bij EY
Ondernemer is vaak geen manager
Groenteman van EY deelt deze mening en denkt dat Nederlandse ondernemers er goed aan zouden doen dit in het achterhoofd te houden als hun bedrijf hard groeit. ‘Elk bedrijf begint als een eenmanszaak. Op een gegeven moment groeit het naar twintig, vijftig, of driehonderd mensen. Dan komt het punt waarop de ondernemer moet bedenken of hij het nog wil en kan managen.’
In veel gevallen zal het antwoord negatief zijn, denkt Groenteman. Een bedrijf managen is namelijk een heel ander vak dan ondernemen. ‘Veel ondernemers moeten het idee loslaten dat ze alles zelf moeten doen. De kunst is om dan in te zien dat je een mooi bedrijf hebt opgericht, maar dat je wellicht geen manager bent en dat het beter is om een heel goed team te vormen en zelf een stapje opzij te doen.’ Dit is dan ook een punt waarop de echt goede ondernemers zich onderscheiden.



























