Zijn Duitse kinderen besmettelijker dan Nederlandse?

Twee onderzoeken uit Duitsland en Nederland naar de rol van kinderen in de verspreiding van het coronavirus lijken elkaar tegen te spreken. Maar de kern blijft overeind: kinderen dragen weinig bij aan de verspreiding, schrijft Bram Hahn.

De beslissing om in Nederland de scholen te sluiten op 16 maart, was niet gebaseerd op vrees voor verspreiding van het coronavirus. Het Outbreak Management Team (OMT) was er eigenlijk van overtuigd dat jonge kinderen nauwelijks een rol spelen. En dat het dus beter was om kinderen gewoon naar school te laten gaan, zodat ouders – zeker die met cruciale banen – konden doorwerken.

Scholen niet dicht na advies, maar door maatschappelijke druk

Door maatschappelijke en politieke druk gingen de scholen toch dicht. Ze zouden pas weer opengaan als uit onderzoek inderdaad zou blijken dat dat veilig kon.

Dat onderzoek kwam moeilijk op gang. Het kostte tijd om voldoende gezinnen te vinden om te testen op besmettingen. Uit het lopende onderzoek en observaties uit andere landen bleek algauw dat kinderen weliswaar het virus kunnen oplopen, maar dat ze weinig bijdragen aan het verspreiden ervan. Vooruitlopend op de definitieve conclusies gingen basisscholen daarom op 11 mei weer half open.