Nieuw pensioenstelsel bevat goede elementen, maar uitdelen dreigt. Mechanismen om financiële schokken op te vangen, klinken als een vrijplaats om vermogen over te hevelen tussen generaties, schrijft Jeroen van Wensen.
De uitwerking van het vorig jaar juni gesloten pensioenakkoord lijkt na een jaar onderhandelen dan eindelijk toch afgerond. Vakbonden, kabinet en werkgeversorganisaties zijn het eens geworden over (nog niet openbaar gemaakte) details. Het akkoord ligt nu bij de achterbannen. Stemmen die ook in, dan is per 2026 een nieuw pensioenstelsel een feit.
Uit de jaren vijftig
Gelukkig maar. ‘Het huidige pensioenstelsel kwam in de jaren vijftig tot stand. Vernieuwing van het stelsel is al een tijd hard nodig,’ schrijven de pensioenonderhandelaars terecht in een samenvatting (pdf) van het akkoord. Het huidige stelsel gaat bijvoorbeeld nog steeds uit van iemand die zijn hele arbeidzame leven een werknemer blijft, en nog bij dezelfde werkgever ook.
Daarnaast moeten fondsen peperdure beloften aan hun deelnemers doen. Een 21-jarige werknemer bijvoorbeeld krijgt een pensioen toegezegd dat ingaat op 68-jarige leeftijd, en daarna levenslang uitkeert. Dus een fonds moet nu al uitkeringen garanderen voor mogelijk pas over tachtig jaar – voorbij het jaar 2100.
Laden…
Word abonnee en lees direct verder
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
Verder lezen?
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Er ging iets fout
Uw sessie is verlopen
Wilt u opnieuw inloggen