Premium Lock Mona Keijzer en ‘hopman Hugo’ zijn tweede keus

23 juni 2020Leestijd: 3 minuten
V.l.n.r.: Hugo de Jonge, Wopke Hoekstra en Mona Keijzer. Foto: ANP.

Ministers van Financiën hebben bij de kiezers altijd een streepje voor. De concurrenten van het CDA zullen dan ook blij zijn dat Wopke Hoekstra geen lijsttrekker wordt, schrijft Roelof Bouwman.

Hoewel het politieke bedrijf ondoorgrondelijk kan zijn, zit in elke kabinetsploeg altijd één bewindspersoon van wie iedereen snapt wat hij doet.

Het is de minister van Financiën, de hoeder van de nationale schatkist. Zijn taak is zo evident, dat je het zelfs aan kleuters kunt uitleggen.

Ministers van Financiën genieten vaak opvallend grote populariteit

Roelof Bouwman is historicus en journalist. Hij schrijft wekelijks over politiek, geschiedenis en media.

Misschien, zo is al vaak gesuggereerd, is die begrijpelijkheid er ook wel de oorzaak van dat ministers van Financiën bij de kiezers vaak een opvallend grote populariteit genieten.

Een sprekend voorbeeld daarvan is de PvdA’er Pieter Lieftinck. Direct na de oorlog was hij zeven jaar minister van Financiën. Zijn naam is onverbrekelijk verbonden aan de snelle wederopbouw van Nederland, maar natuurlijk vooral aan de geldzuivering van 1945. Een week lang, van 26 september tot 2 oktober, moest iedereen rondkomen van precies hetzelfde bedrag: het fameuze ‘tientje van Lieftinck’.

Pieter Lieftinck, Jelle Zijlstra en Wim Kok waren allen populair

Een andere legendarische minister van Financiën was de ARP’er Jelle Zijlstra. In 1960 kwam hij met iets nieuws: structureel begrotingsbeleid, bekend geworden als de ‘Zijlstra-norm’. Voortaan werd de totale ruimte voor een verhoging van de overheidsuitgaven berekend aan de hand van de trendmatige ontwikkeling van de belastinginkomsten.

In 1966 werd Zijlstra voor een paar maanden interim-premier en bracht de populaire cabaretier Wim Kan in zijn oudejaarsconference – op de melodie van de Beatles-hit Yellow Submarine –de meezinger Jelle zal wel zien ten gehore. Zijlstra’s faam steeg naar grote hoogten. Belangrijker nog: bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1967 boekte zijn ARP voor het eerst in dertig jaar zetelwinst.

Lees ook de column van Gerry van der List uit het komende nummer van EW: Zal er met Hugo de Jonge genoeg te lachen vallen?

In 1989 werd de PvdA’er Wim Kok minister van Financiën, onder CDA-premier Ruud Lubbers. Na de presentatie van kabinetsvoorstellen om de duur van de WAO-uitkering te beperken, kelderde het sociaal-democratische zeteltal in de peilingen van 49 naar 21. Maar uit opinieonderzoek bleek dat de persoon van Kok, ondanks alle ophef over de WAO, nog altijd heel goed lag bij de kiezers – veel beter dan de PvdA.

Premium Lock

Laden…

Premium Lock

Word abonnee en lees direct verder

Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.

  • Bent u al abonnee, maar heeft u nog geen account? Maak die dan hier aan. Extra uitleg vindt u hier.

 

Premium Lock

Verder lezen?

U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.

Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?

Bekijk abonnementen

Premium Lock

Er ging iets fout

Premium Lock

Uw sessie is verlopen

Wilt u opnieuw