Ons schuldgevoel over de Tweede Wereldoorlog mag wel wat minder

04 februari 2020Leestijd: 4 minuten
Premier Rutte (links) en staatssecretaris Blokhuis leggen krans bij Nationaal Holocaustmonument. Foto: ANP.

Historische schuldbelijdenissen zijn in de mode. Maar ze zijn lang niet altijd terecht, ook niet als ze gaan over de jaren 1940-1945, schrijft Roelof Bouwman.

Onder de titel Wij weten niets van hun lot publiceerde de Leidse historicus en universitair docent Bart van der Boom in 2012 een zeer verhelderende studie over Nederland tijdens de Duitse bezetting.

Waren gewone Nederlanders op de hoogte van deportaties Joden?

Roelof Bouwman is historicus en journalist. Hij schrijft wekelijks over politiek, geschiedenis en media.

In het boek stond een van de grote vragen uit onze geschiedenis centraal: wat wisten gewone Nederlanders in de jaren 1940-1945 over de Holocaust? Iets preciezer geformuleerd: waren gewone Nederlanders ervan op de hoogte dat hun gedeporteerde Joodse landgenoten aan het eind van hun treinreis in grote meerderheid direct werden vermoord?

Zoals bekend werd op die prangende vraag in de eerste jaren na de oorlog het antwoord ‘ja’ gegeven. Maar wel met een belangrijke toevoeging. Want op een handjevol NSB’ers na, zo heette het, had onze kleine maar dappere natie zich koppig tegen de Jodenvervolging verzet. Helaas was de Duitse overmacht te groot en hadden we knarsetandend het onderspit gedolven.

In de tweede helft van de jaren zestig kantelde het beeld. Een nieuwe, ‘progressieve’ generatie Nederlanders verscheen op het toneel, en tot de talrijke zaken die deze jongeren hun ‘benepen’ en ‘burgerlijke’ (groot)ouders kwalijk namen, behoorde ook hun veronderstelde volgzaamheid in de jaren 1940-1945.

Oude verzetsmythe ingeruild voor mythe van de schuldige omstander

Want, zo heette het nu, als de tot aanpassing geneigde Nederlanders de Duitse bezetters al niet hadden geassisteerd bij de Holocaust, hadden ze wel de andere kant opgekeken toen de Joden werden weggevoerd. De oude verzetsmythe werd zo ingeruild voor wat wel de ‘mythe van de schuldige omstander’ is genoemd.

Dit misverstand werd in Wij weten niets van hun lot op overtuigende wijze van tafel geveegd. In het boek presenteerde Van der Boom een nauwkeurige reconstructie van wat gewone Nederlanders tijdens de bezettingstijd hoorden, dachten en wisten – althans meenden te weten – over de Holocaust.

Van der Boom deed dat op basis van een minutieus onderzoek in 164 dagboeken uit de jaren 1940-1945, waarvan 53 van Joden. Conclusie: ondanks berichten, bijvoorbeeld op Radio Oranje en in de illegale pers, dat de Nederlandse Joden werden ‘uitgeroeid’ en ondanks geruchten over gaskamers, verwachtten de meeste Nederlanders – Joden én niet-Joden – dat die uitroeiing vooral zou bestaan uit zware (dwang)arbeid, mishandeling en ontberingen.

Een nuanceverschil? Nee, want deze onjuiste verwachting had grote gevolgen: ze leidde tot een fundamenteel verkeerde inschatting van de risico’s van deportatie en onderduiken.

‘Veel Joden,’ aldus Van der Boom, ‘dachten dat ze in Polen minder gevaar liepen dan in de onderduik. Gesnapte onderduikers gingen naar Mauthausen, zo wist iedereen, en daar was je binnen drie weken dood. Maar uitroeiing door arbeid zou enige tijd vergen, terwijl men dacht dat de oorlog heel snel zou zijn afgelopen. Dus het was voorstelbaar dat gaan minder gevaarlijk was dan duiken. In werkelijkheid bood onderduik zestig keer zo veel overlevingskans als deportatie.’

Joden én niet-Joden zouden bij meer kennis anders hebben gehandeld

Behalve veel Joden zouden ook veel niet-Joodse Nederlanders anders hebben gehandeld als ze meer hadden geweten, veronderstelde Van der Boom. ‘Als Joden zelf al vaak dachten dat onderduik niet in hun belang was, dan zal een deel van de omstanders dit ook hebben gedacht. Je hoefde geen onverschillige antisemiet te zijn om te denken dat verzet alles erger zou maken – dat dachten veel Joden zelf ook.’

Wij weten niets van hun lot werd lovend ontvangen. Hans Blom, oud-directeur van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), vond het een ‘glashelder’ en ‘zeer overtuigend’ boek, er kwamen diverse herdrukken en Van der Boom won in 2012 ook nog eens de prestigieuze Libris Geschiedenis Prijs.

Zelfbeschuldiging en zelfkastijding zetten nog altijd de toon

Toch lijkt Wij weten niets van hun lot geen invloed te hebben te gehad op onze omgang met de Duitse bezetting en de Jodenvervolging. Zelfbeschuldiging en zelfkastijding zetten nog altijd de toon.

Lees ook de column van Philip van Tijn: Terechte excuses van Rutte moeten uitzondering blijven

Zo eiste PVV-aanvoerder Geert Wilders in 2012 excuses voor de ‘passieve houding’ van de Nederlandse regering inzake de Holocaust. Vorige week, tijdens de Nationale Holocaust Herdenking in Amsterdam, kwamen die excuses er. ‘Toen het gezag een bedreiging werd, zijn onze overheidsinstanties tekortgeschoten als hoeders van recht en veiligheid,’ sprak premier Mark Rutte (VVD).

Het waren woorden die passen in een breder patroon, want ook als het gaat om de slavenhandel, het kolonialisme en de politionele acties in Indonesië wordt de roep om historische schuldbelijdenissen steeds luider.

Waar komt die behoefte toch vandaan? De bekende, in 2011 overleden historicus en hoogleraar A.Th. van Deursen dacht het antwoord te weten. Sinds de teloorgang van geschiedenis als verplicht examenvak op middelbare scholen, schreef hij, zijn steeds minder mensen in staat om historische gebeurtenissen in hun verband te plaatsen. ‘Het verleden komt nu op ons af als een grote verzameling losse, ongeordende feiten, waarin we geen samenhang zien.’

Continu aantrekken boetekleed kleine stap bij weinig historische kennis

Dan gaan we ons, meende Van Deursen, verbazen over sommige daden van onze voorvaderen, en worden we er zelfs boos of beschaamd over. Het om de haverklap aantrekken van boetekleden is dan nog maar een kleine stap. De vraag of het niet een beetje vrijpostig en ook onwaarachtig is om schuld te gaan belijden voor wat je verre voorouders hebben misdaan – we kunnen immers niet meer nagaan of ze het daarmee eens zijn – wordt daarbij zelden gesteld.

Als Van Deursen gelijk heeft, hebben we nog heel veel historische schuldbelijdenissen voor de boeg. En is het werk van nieuwsgierige en nuchtere geschiedschrijvers als Van der Boom belangrijker dan ooit.