Strijd tegen shariaslavernij is zinvoller dan strijd tegen kinderfeest

06 december 2019Leestijd: 4 minuten
Protest tegen slavernij in Mauritanië. Foto: AFP.

Het is makkelijker om te strijden tegen een fictieve vijand dan tegen een echte vijand, schrijft Afshin Ellian. Hij heeft een tip voor de strijders tegen slavernij, die met dank aan het Westen grotendeels is afgeschaft. Richt je op de islamitische bewegingen die anno 2019 nog veelvuldig slaven maken.

De aankomst van de goedheiligman in Nederland lijkt tegenwoordig op een risicowedstrijd. Ook dit jaar zijn zware veiligheidsmaatregelen genomen rond het kinderfeestje. De opstand tegen Zwarte Piet die niet meer zwart is, gaat onverminderd door.

Strijd tegen fictieve vijand is makkelijker dan strijd in de echte wereld

Afshin Ellian

Prof. mr. dr. Afshin Ellian (Teheran, 1966) is hoogleraar encyclopedie van de rechtswetenschap en wetenschappelijk directeur van het Instituut voor Metajuridica aan de rechtenfaculteit van de Universiteit Leiden. Hij schrijft wekelijks onder meer over de idealen en vrijheden van de westerse cultuur.

De linkse activisten hebben een inbeelding als strijdtoneel gekozen. Maar in de reële wereld geven ze niet thuis. Een strijd in de fictieve wereld tegen een fictieve vijand is aanzienlijk makkelijker dan een echte strijd in de echte wereld.

Emancipatie in een fictieve wereld dreigt de corebusiness van de linkse activisten te worden.

De slavernij is lang geleden door democratische volkeren in het Westen afgeschaft. Afrikaanse volkeren, Saudi-Arabië en Iran hebben nooit op eigen kracht initiatieven genomen om dat te doen. De linkse activisten moeten eigenlijk deze historische westerse ontwikkeling verheerlijken, in plaats van verketteren.

In de islam is slavernij juridisch en theologisch nooit afgeschaft

Tegen bestaande vormen van slavernij en tegen concepten daarvan in de islam durven de linkse activisten zich niet te keren. Juridisch en theologisch is de slavernij in de islam nooit afgeschaft. Want wat Allah en Zijn profeet hebben toegestaan, kan niet worden verboden, en wat Allah en Zijn profeet hebben verboden, kan niet worden toegestaan. Dat is de basisregel voor alle vormen van interpretatie van de Koran en de shariaregels. Volgens mijn Leidse collega Petra Sijpesteijn verkeren ook sommige moslims in verwarring over slavernij in islam. Daarover schreef zij in dagblad Trouw van 18 november 2017 een lezenswaardig essay:

‘Doha, 2016. Tijdens mijn colleges ontcijferen de Qatarese studenten middeleeuwse documenten. Handelscorrespondentie, petities aan bisschoppen en emirs, huurcontracten, brieven van familieleden die naar elkaars gezondheid informeren. Dan leg ik ze een verkoopcontract voor uit de negende eeuw, de tijd van het Islamitische Rijk. Dat beschrijft tot in detail de fysieke en geestelijke toestand van een Berberse slavin: ze had wit haar, slechte tanden, littekens, was niet zwanger of nachtblind, haar genitaliën waren in orde. En niet onbelangrijk: ze was niet gek en evenmin geneigd om te ontsnappen. De klant kon zijn afweging maken. Kopen of niet? Onder mijn studenten ontbrandt een hevig debat. “De islam kent geen slavernij!” (…) Er is nog een taboe, groter dan de slavernij zelf: het racisme dat na 1952 is blijven bestaan. Toen kregen de Qatarese slaven hun vrijheid, en de achternaam van hun gewezen meesters.’

Dat is niet lang geleden. En pas in 1962 is de slavernij in de net opgerichte republiek Jemen afgeschaft. Een paar weken later gebeurde bij koninklijk besluit hetzelfde in Saudi-Arabië. Dat gebeurde allemaal onder druk van het Westen. Ja, linkse activisten: het Westen, de blanke man (en niet anderen, ook niet de zwarten) schaften slavernij af.

Westerse landen aan de basis van emancipatie van zwarte mensen

In het Ottomaanse kalifaat begon het emancipatieproces van slaven in 1830. Aanvankelijk ging het alleen om de emancipatie van slaven van christelijke afkomst. In het huidige Saudi-Arabië, destijds een onderdeel van het Ottomaanse kalifaat, schreef in 1855 een groep handelaren een brief aan oelama (schriftgeleerden) en de sjarief (de autoriteit) van Mekka waarin zij hun bezorgdheid uitten over de slavernij en ze zich afvroegen of die kon worden uitgebannen. Maar een belangrijke geestelijk leider, Sheik Jamal, schreef een fatwa (juridisch advies) waarin hij het verbieden van slavernij in strijd achtte met de sharia: het is anti-islamitisch en als moslims daaraan meedoen, zijn ze afvallig.

Lees ook deze blog van Roelof Bouwman: Excuses slavernij zijn echt nergens voor nodig

Let op linkse vrienden: in 1857 sloten de Britse en Ottomaanse autoriteiten een verdrag, waarin ook handel in slaven (‘black slaves’) werd verboden. Ook Noord-Afrika begon onder druk en invloed van Frankrijk met de emancipatie van zwarte mensen. In Tunesië begon dat proces al in 1846. Maar de volledige afschaffing van slavernij voltrok zich na de Franse bezetting van Tunesië. In Iran werd slavernij pas tijdens de constitutionele revolutie (1906) afgeschaft. Ook die revolutie was geïnspireerd door Franse ontwikkelingen op het gebied van mensenrechten (gelijkheid, vrijheid en broederschap). Het is dus deze cultuur, de westerse cultuur die sinds de Verlichting is ontstaan, die ertoe leidde dat de slavernij is afgeschaft.

Jihadbewegingen houden zich aan regels islam en staan slavernij toe

De gevolgen van het feit dat slavernij in de islam formeel niet is afgeschaft, zijn desastreus. Wat religieus niet is afgeschaft, kan telkens worden toegepast. De bovengenoemde islamitische landen hebben de slavernij niet afgeschaft in hun religie, maar wel in hun eigen statelijke wetgeving. Dit onder druk van het Westen. Maar islamitische jihadbewegingen als Taliban, Al-Qa’ida en Islamitische Staat (IS) houden zich wel aan de regels van de islam. Daardoor staan ze handel in slaven toe. Zie hier het trieste lot van de Koerden en vooral de jezidi’s in de door de IS veroverde gebieden.

De linkse activisten moeten zich daarom verzetten en uitspreken tegen bestaande vormen van slavernij. De democratische volkeren, en niet de derdewereldlanden, hebben de slavernij afgeschaft.

Niet een kinderfeestje, maar shariaslavernij is het probleem, ook in het actuele tijdperk.