Als het kabinet iets koelbloediger had gehandeld, zou er nog steeds PFAS in de grond hebben gezeten. Maar dan had het in elk geval niet zo’n onnodige crisis uitgelokt, schrijft Bram Hahn.
In april kreeg de toenmalige staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven (D66) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verontrustende informatie over PFAS, een verzamelnaam voor een groep giftige stoffen in de bodem.
Lees ook het stuk van Arendo Joustra over de papieren crisis: ‘Bevangen door stikstof, PFAS en CO2’ en het essay van Hans Hillen: ‘Zeur niet, zever niet, maar pak aan’
De boodschap: er zit naar spul in de grond, waarvan we vermoeden dat het erg schadelijk kan zijn voor de gezondheid. Hoeveel er precies in de bodem zit, waar en hoe schadelijk, daarover was veel onzeker. Maar om elk risico uit te sluiten werd een heel strenge norm vastgesteld, namelijk de kleinst meetbare hoeveelheid. Paniekvoetbal.
Laden…
Word abonnee en lees direct verder
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
Verder lezen?
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Er ging iets fout
Uw sessie is verlopen
Wilt u opnieuw inloggen