De wereld buiten Europa is in opstand

27 oktober 2019Leestijd: 4 minuten
Libanese demonstranten in Beiroet op 26 oktober 2019- AFP

Ja, er wordt in Nederland gedemonstreerd, ziet Philip van Tijn. Maar dat valt in het niet bij de protesten buiten Europa. In Zuid-Amerika, Azië en het Midden-Oosten waart het spook van de massademonstraties.

‘Er waart een spook door Europa, het spook van het communisme.’ Dat is de beroemde openingszin van het Communistisch Manifest van Karl Marx en Friedrich Engels uit 1848. Met dat communisme is het niets geworden, met Europa wel, tot op grote hoogte althans. Maar 1848 zal voortleven als misschien wel het beroemdste revolutiejaar, zoals dat voor 1968 geldt in Europa en voor 2010-2011 voor de Arabische wereld; ‘de Arabische lente’ die maar geen zomer wilde worden.

Philip van Tijn

Philip van Tijn is bestuurder, toezichthouder en adviseur. Hij schrijft wekelijks een blog over de actualiteit.

Het is al vaak geconstateerd: revoluties komen in golven, landen en volken steken elkaar aan. Dat was vroeger al zo en dat verschijnsel heeft zich in het internettijdperk verhevigd: demonstranten in Chili zien hoe de demonstranten in Hongkong het doen. En dat niet alleen: ze nemen ook realtime kennis van de toezeggingen die machthebbers in andere landen hebben gedaan in een poging om een einde te maken aan de demonstraties. Meestal is dat een streep zetten door voorgenomen besluiten en maatregelen, maar het kunnen ook verdergaande toezeggingen zijn over meer democratisering, lagere belastingen en het verkleinen van de welvaartskloof.

Uiteenlopende aanleidingen, gedeelde oorzaken

Revoluties en wat daarop lijkt, hebben vaak een aanleiding die de spreekwoordelijke druppel is. De Arabische lente begon met de zelfverbranding van een Tunesische straatverkoper uit protest dat zijn handelswaren in beslag waren genomen en in Chili met een protest tegen verhoging van de prijs van metrokaartjes. Maar ja, dat zijn inderdaad niet meer dan aanleidingen: de vlam slaat in de pan, getriggerd door die specifieke gebeurtenis, maar het had ook een maand eerder of later tot uitbarsting kunnen komen.

Lees ook van Philip van Tijn: Stikstof komt niet zomaar uit de lucht vallen

Het is inderdaad opmerkelijk in hoeveel landen in de afgelopen weken de boel is opgelaaid, massademonstraties zijn georganiseerd en machthebbers de wacht is aangezegd: Hongkong, Chili, Ecuador, Argentinië, Bolivia, Libanon en nog meer dan een handvol andere landen. En dan hebben we het nog niet over landen waar de ellende in permanentie is, zoals in nogal wat landen in Afrika en het Midden-Oosten, maar ook in Venezuela.

Het gaat – en ook dat is vaker geconstateerd – niet om de armste landen en ook niet om de categorie daar direct boven. In die landen heeft de bevolking al haar tijd en energie nodig om het dagelijkse eten bij elkaar te scharrelen en bittere armoede gaat bijna altijd hand in hand met gebrek aan ontwikkeling. En als de kennis omtrent wat er allemaal niet deugt er wel is, overheerst het fatalisme: waarom zou je de huidige corrupte regering dwingen te vertrekken, als er een andere corrupte regering voor in de plaats komt?

Het zijn geen arme landen, maar ook geen welvarende

De landen waar het spook van de massademonstraties – met langzamerhand heel wat doden en gewonden – waart, zijn absoluut niet arm en de bevolking is in doorsnee ontwikkeld. Maar in al deze landen is de kloof tussen de rijken en de overigen gigantisch, is corruptie aan de orde van de dag en worden opeenvolgende regeringen samengesteld uit dezelfde kliek, niet zelden uit dezelfde families afkomstig. Libanon en Argentinië zijn daarvan schoolvoorbeelden.

Nogal wat van deze landen hebben een president die ooit democratisch is gekozen, maar niet meer van de macht was weg te trekken en alle grondwettelijke termijnen aan zijn laars lapte. Evo Morales, president van Bolivia, is in Latijns-Amerika topscorer, maar in Afrika kunnen ze er ook over meepraten, met wijlen Robert Mugabe als kampioen.

Ook als het om tamelijk welvarende landen gaat, is het niet het welvaartsniveau van Noord- en West Europese landen. Op zichzelf vreemd, want in potentie is dat wel zo: Afrikaanse landen barsten van de waardevolle delfstoffen (waarvan China zich nu meester maakt), Venezuela is het land met de grootste oliereserves na Saudi-Arabië (Iran is nummer 4) en Argentinië heeft vele jaren behoord tot de rijkste landen.

Een deugdelijke verklaring hiervoor is nooit gegeven, behalve natuurlijk het alles omvattende ‘leegroven van de koloniën’ – en daarmee is het raadsel opgelost. Maar de koloniën zijn in de verste verte niet leeggeroofd en het kolonialisme in Latijns-Amerika is al anderhalve eeuw geleden beëindigd, in het Midden-Oosten een eeuw en in Afrika zestig jaar.

Laten we koesteren wat we hebben

Het moet een combinatie zijn van factoren die een identiteit teweeg hebben gebracht die Noord- en West-Europa deze mooie positie hebben verschaft. Tot die identiteit – het meest mishandelde begrip van deze dagen – behoren in elk geval een stevig verankerde democratie, artikel 1 van de Grondwet en een beheersbare corruptie en criminaliteit.

Ja, wij hebben recent ook onze demonstraties gekend. In Libanon namen aan één demonstratie een miljoen mensen deel (een kwart van de totale bevolking!), bij ons ging het om een paar honderd, nou ja, een paar duizend boeren. Ernstigste gevolgen: een vastgelopen A4 en A12, gevaar voor instorting van de ondergrondse parkeergarage Malieveld en onkosten voor een timmerman om de deur van het Provinciehuis in Groningen te herstellen.

Dat wil niet zeggen dat aan onze Nederlandse democratie niet nog heel wat te verbeteren valt. Maar wel dat we vooral moeten koesteren wat we hebben en alles moeten doen om dat minstens te behouden.