Goed dat kabinet stopt met zinloze vredesmissie

De vredesmacht van de Verenigde Naties (VN) in Mali, die de bevolking moet beschermen tegen islamitisch terrorisme, doet niet wat hij moet doen. Sinds de operatie in 2013 begon, is de veiligheid in Mali verslechterd in plaats van verbeterd. Bij aanvang van de missie maakten de extremisten alleen het noorden van Mali onveilig, in de jaren die volgden zijn ze steeds verder afgezakt naar het zuiden.

Vooral rond de steden Mopti en Ségou, in Centraal-Mali, is de situatie achteruitgegaan, na onder meer aanslagen op de infrastructuur en liquidaties van regeringsfunctionarissen. Honderden scholen zijn door de extremisten gesloten, omdat westers onderwijs volgens hen de bron is van alle kwaad. Alleen koranscholen mogen open blijven.

15.000 soldaten kunnen burgers niet beveiligen

De VN-missie MINUSMA telt ruim 15.000 soldaten, onder wie ongeveer 250 Nederlanders, maar slaagt er nauwelijks in om burgers te beveiligen. Doorgaande wegen op het platteland zijn bezaaid met bermbommen, waardoor al tientallen soldaten omkwamen. Uit angst voor nieuwe slachtoffers komen de blauwhelmen zelden nog van hun bases af. Alleen in de grote steden kunnen Malinezen rekenen op enige bescherming.

Onder de bevolking is veel onbegrip over de geringe daadkracht. ‘De VN-missie levert geen enkele bijdrage aan stabiliteit en doet niks tegen terrorisme,’ twitterde eerder dit jaar Karim Keïta, zoon van de Malinese president en voorzitter van de parlementaire commissie voor Defensie, Veiligheid en Burgerbescherming. Met andere woorden: de 850 miljoen euro die de missie jaarlijks kost, is weggegooid geld.