Groningen, 48 vermoorde Joodse kinderen wachten op excuses

Bram, Elly (de moeder van Sivan Behr) en Jet in 1941

Terwijl burgemeester Halsema excuses aanbod voor de rol die Amsterdam speelde in de Jodenvervolging, blijft het angstvallig stil in Groningen. Nabestaanden hebben de burgemeester gevraagd om excuses en financiële genoegdoening. Vooralsnog tevergeefs, constateert schrijfster Sivan Behr in een ingezonden opinie.

Toen mijn moeder 9 jaar was, in de Tweede Wereldoorlog, werd ze geweerd van een ‘gewone’ lagere school. Joodse kinderen waren niet meer welkom, aldus het Duitse bevel.

Mama, haar broertje Bram en haar zusje Jet moesten naar een speciale bewaarschool voor Joodse kinderen, ver buiten de stadsgrenzen van Groningen. Hun grootvader Siemon Jacobs, mijn overgrootvader, had een bokkenwagen gekocht zodat de kleintjes in de familie met hun korte beentjes niet hoefden te lopen. Ze werden gereden, begeleid door de oudere kinderen.

Mijn moeder kwam in een klas terecht van vijftig leerlingen van ongeveer dezelfde leeftijd. Vijftig Joodse kinderen. Ik heb het getal vaak op me laten inwerken. Ben er nooit aan gewend geraakt. Kan het eigenlijk niet bevatten. Alleen mijn moeder en oom Ben Wallage overleefden de naziterreur.

Al die andere 48 Joodse jongens en meisjes werden vermoord, onder wie de beste vriendin van mijn moeder Trudy Davids, die tegenover haar woonde. ‘Ik heb het lawaai gehoord toen Trudy en haar familie werden opgehaald door de moffen en de Nederlandse politie,’ vertelde mijn moeder later. Niemand van de grote familie van Trudy heeft de oorlog overleefd.

In vijf Groningse gemeenten meer Joden afgevoerd dan gedacht

Onlangs bleek uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen dat in vijf Groningse gemeenten tijdens de Tweede Wereldoorlog meer Joden zijn afgevoerd en vermoord dan eerder gedacht.

Minder dan 10 procent van de Joodse bevolking in Oldambt, Veendam, Midden-Groningen, Westerkwartier en Het Hogeland heeft de oorlog overleefd. In de stad Groningen, de geboorteplaats van mijn moeder, woonde voor de oorlog, na die in Amsterdam een van de grootste Joodse gemeenschappen in het land.

Ook in Groningen was het percentage Joodse overlevenden lager dan in de rest van het land. Terwijl in heel Nederland 75 procent van de Joden in het hellevuur werd vermoord, wat al het hoogste aandeel is onder alle landen in West-Europa.

Onbegrip voor het leed van de Joden

Vijf jaar geleden liet de gemeente Groningen onderzoek doen door de Rijksuniversiteit Groningen, onder leiding van hoogleraar Maarten Duijvendak. Het resulteerde in een lijvig rapport, uitgebracht onder de titel Lege plekken (2021), dat uiteindelijk een rookgordijn bleek voor het wangedrag van de gemeente in en na de oorlog.

Veel zaken werden niet genoemd, zoals het actief aanleveren van lijsten met Joodse inwoners door de foute burgemeester aan de nazi’s. Ook stond nergens dat elke Jood 1 gulden moest betalen voor de registratie van zijn gele ster.

Al eerder vroegen nabestaanden van de Shoah-slachtoffers om erkenning door Groningen van de laakbare houding van de gemeente, het onbegrip voor het leed van de Joden en het harde beleid na de oorlog. De toenmalige burgemeester Koen Schuiling weigerde namens het stadsbestuur excuses aan te bieden aan de Joodse gemeenschap.

Nieuwe ronde, nieuwe kansen, zou je denken.

joodse kinderen

Sivan Behr is auteur van de roman 100 Jaar Familie.

Maar ook nu blijft het Groningse stadsbestuur bij monde van waarnemend burgemeester Mirjam van ’t Veld zwijgen. Waarom?

Tijd voor Groningse excuses voor 48 vermoorde Joodse kinderen

Zou het niet een passend gebaar zijn als de stad tachtig jaar na de Tweede Wereldoorlog haar eigen rol eens goed beschouwt en niet wegkijkt, zoals ze in en na de oorlog heeft gedaan?

Zou het niet mooi zijn als de interim-burgermoeder net zoals haar collega in de hoofdstad onderkent dat de gemeente de Joodse inwoners in en na de oorlog ‘gruwelijk’ in de steek heeft gelaten? En dat ze, net als Amsterdam, de slachtoffers en nabestaanden genoegdoening hoort te betalen?

Zou het niet terecht zijn als het Groningse stadsbestuur 80 jaar later nadenkt over die 48 Joodse vermoorde kinderen uit de klas van mijn moeder, onder wie mijn moeders beste vriendinnetje Trudy Davids? Zou het niet terecht zijn als Groningen hen gedenkt met mega-excuses?

Moge hun aandenken tot zegen zijn.