Leraren Nederlands en geschiedenis, gooi het roer om!

21 mei 2024Leestijd: 5 minuten
Pieter Waterdrinker. Foto: Paul Tolenaar/Lumen

Debiliteit over heden en verleden onder de jeugd is pijnlijk zichtbaar in kennisgebrek over de oorlogen in Oekraïne en Gaza. Dat is waar ontlezing en het bedroevende onderwijsniveau toe leiden, schrijft Pieter Waterdrinker.

Wat houdt Stalins beroemde bevel Nr. 227 in? Dat weet ieder kind. De door de generalissimo in het Kremlin op 28 juli 1942 uitgevaardigde oekaze eiste dat de bevelhebbers van het Rode Leger aan het front iedere soldaat die te laf was om verder te vechten tegen Hitler, die uit angst weg wilde rennen, in de rug doodschoten.

De krantenlezer weet dat hetzelfde nu al twee jaar aan de gang is in Oekraïne. Russische soldaten, vooral die van zogeheten strafbataljons, wacht een kogel in de rug als ze zich niet doodvechten tegen Kyiv.

Natuurlijk weet niet ieder kind dit. Maar elk wat ouder kind zou het wel móeten weten. Voor het besef. Samen met de verhalen over Oekraïense soldaten. Al was het maar omdat in de parlementen in Europa een meerderheid van de fracties (hoe lang nog?) dagelijks debiteert dat in Oekraïne mede wordt gevochten voor onze westerse waarden. Voor onze toekomst. Voor uw kinderen dus.

‘Churchill, ik heb er heus wel van gehoord hoor’

We leven in een tijd van ziekte. Onlangs sneed mijn illustere collega Tommy Wieringa in een column in de Volkskrant de kwestie aan van de vérgaande ontlezing in ons land. Een builenpest die door de aangekondigde verhoging van het btw-tarief op het boek van 9 naar 21 procent alleen maar meer builen zal opleveren.

Wieringa haalt een pamflet aan van een docent van groep 8 op een basisschool in Utrecht, waarin zij van het Nederlandse taal- en literatuuronderwijs geen spaan heel laat. De opleiding op de pabo is volgens auteur Anne Steenhoff een farce. Volgens haar roep uit de krochten van ons onderwijs leest bijna de helft van de pabo-studenten nooit vrijwillig een boek. Een kwart heeft zelfs een pesthekel aan lezen, en vier van de tien docenten voelen zich onmachtig om kindertjes leesvaardigheid en leesplezier bij te brengen.

Geen stap terug! Ni sjágoe nazád! Zo klinkt bevel Nr. 227 in het Russisch. Naast de builenpest van de ontlezing hebben we te maken met de syfilis van het geschiedenisonderwijs. We zien het niet alleen rondom de criminele oorlog in Oekraïne, maar ook bij de droeve saga rond Israël en Gaza. Debiliteit, onwetendheid.

Nooit zal ik vergeten hoe mijn oudste broer (leraar Engels) vertelde dat tijdens de pauze in de lerarenkamer werd gesproken over de rol van Winston Churchill in de Tweede Wereldoorlog. Een stagiair van de lerarenopleiding stond enigszins bleu mee te luisteren. Toen hem werd gevraagd wat hij van de besproken kwestie vond, sprak hij: ‘Churchill, ik heb er heus wel van gehoord hoor. Dat was toch een Engelsman?’

De mooiste voorbeelden komen altijd uit de praktijk. Het is dezelfde praktijk die ons de ontluistering levert, de ontnuchtering, de brute waarheid. De geschiedenis is allang een koektrommel geworden. Ieder haalt er koekjes uit naar zijn smaak. Sommige koekjes blijven altijd liggen, worden nooit aangeraakt. Heel soms klinkt het: ‘Blijf verdomme met je syfilispoten van mijn koekje af!’

‘Sadistische saaiheid en infantiliteit’

Mijn vader – al een kwarteeuw dood – vertelde me hoe tijdens de Tweede Wereldoorlog kinderen, jongeren als hij, met de weinige middelen die ze hadden de ontwikkelingen aan het Oostfront bijhielden. Ze tekenden kaartjes en hingen deze aan de muur. Staken er spelden in. Moskou, Kyiv, Koersk, Smolensk, Stalingrad. Zij die ouders hadden met een illegale radio wisten vaak het meest.

Met één muisklik, met één keer vingervegen over het beeldscherm, kan de lieve jeugd nu het strijdverloop in Oekraïne volgen. Waar hun lot, hun toekomst, wordt bepaald volgens de democratische parlementen in Europa. Doen ze dat? Natuurlijk niet. En gelijk hebben ze. Het zijn moderne welvaartskinderen.

De blaam treft ook in dit geval ons onderwijs. Zoals docenten Nederlands die amper tot nooit zelf lezen, en lesboekjes gebruiken die volgens Wieringa van een ‘sadistische saaiheid en infantiliteit’ zijn, alleen maar kunnen worden bestreden door leraren die wél voorlezen, wél hun leerlingen kennis laten maken met de stemmen van de literatuur, met de pracht van het menselijke bestaan maar ook met de gruwelen… zo zullen leraren geschiedenis ook een andere koers moeten kiezen.

Koppel geschiedenisonderwijs aan het heden

Het lijkt een open deur, maar koppel het geschiedenisonderwijs aan het heden. Niet alleen met dodelijk saaie opstelboekjes met thema’s, met blokken, met opdrachten, maar eveneens met de levende stemmen uit het verleden. Met literatuur. Op dit moment vindt er een Russisch offensief plaats ten noorden van de Oekraïense stad Charkiv. Het lot van deze stad kan voor de huidige oorlog weleens betekenen wat dat van Stalingrad was voor het verloop van de Tweede Wereldoorlog.

Lees verder onder de video

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

 

‘Ik had me voorgesteld hoe oorlog eruit zou zien – alles in brand, huilende kinderen, rennende katten, en toen we in Stalingrad kwamen bleek het inderdaad zo, alleen dan veel erger,’ tekent de Russisch-joodse schrijver Vasili Grossmann in 1942 als oorlogscorrespondent in Stalingrad op uit de mond van een tienermeisje, dat haar school in Siberië had verlaten om gewonden te verzorgen op het slagveld.

Het in zijn registrerende nuchterheid amper te bevatten, maar eenvoudige en kraakheldere proza dat Grossmann in 1944 schreef na aankomst in het vernietigingskamp Treblinka ( ‘Kurt Franz, hij had zijn hond geleerd tegen de gedoemde mensen aan te springen en aan hun genitaliën te trekken’), zou verplicht moeten worden gesteld bij de geschiedenisles op alle middelbare scholen. Daarmee kunnen bij de pogrom van 7 oktober en de verse mondiale jodenhaat de nodige voetnoten worden geplaatst.

Geschiedenis en literatuur komen uit dezelfde bron. Ze kunnen niet zonder elkaar. Maar maak dat al die lammen die de blinden helpen maar eens wijs. En niet op het slagveld, maar op de scholen. In een land dat niet eens in oorlog is.