Verkiezingen strijd om nieuwe premier? Dat is kiezersbedrog

Dat er nieuwe verkiezingen op komst zijn, is bijna altijd reden voor optimisme: nieuwe ronden, nieuwe kansen. Zeker nu. De zwartkijkers die treuren dat het kabinet- Rutte IV ‘al na anderhalf jaar’ tot een einde kwam, moeten in de campagne maar hun best doen om de kiezersgunst te verwerven voor al die radicale plannen. Intussen zijn er, als op 22 november de stembussen open gaan, ruim twee jaar en acht maanden verstreken sinds de vorige Tweede Kamerverkiezingen (17 maart 2021).

Na een veel te lange formatie, waarin de andere kopstukken zich scherp tegen Rutte afzetten, kwam toch de oude coalitie tot een nieuw akkoord: VVD, D66, CDA en ChristenUnie. Die vier maken, als de formatie weer zo lang duurt, in demissionaire vorm wellicht zelfs hun ­zevende regeringsjaar vol. Om over Ruttes eigen duur­record in het Torentje nog maar te zwijgen.

Alle reden om uit te kijken naar nieuwe verkiezingen

Kortom, nieuwe verkiezingen, wat een geluk! Zeker ook omdat de Provinciale Statenverkiezingen in maart lieten zien dat zich, op het niveau van de tectonische platen van de publieke opinie, enorme verschuivingen hebben voorgedaan. BBB werd in elke provincie de grootste en heeft inmiddels in verreweg de meeste provincies een coalitie gevormd – waarbij zij de radicale stikstof- en klimaatpartij D66 stelselmatig buiten de deur heeft weten te houden.