Justitie moet vaart maken met vervolging Hamers

Dat de Nederlandse CEO Ralph Hamers van het Zwitserse UBS in Nederland een straf boven het hoofd hangt, is een tijdbom. Het Openbaar Ministerie doet sinds eind 2020 onderzoek naar zijn rol in de witwaszaak die ING in 2018 onder zijn leiding voor 775 miljoen euro met justitie schikte. Bizar dat het onderzoek zo lang duurt, vindt Gerlof Leistra.

Sinds de recente overname van het omgevallen Credit Suisse door concurrent UBS van CEO Ralph Hamers staat de voormalig ING-topman weer volop in de schijnwerpers. Zwitserse journalisten bellen het Openbaar Ministerie (OM) plat met vragen over zijn vervolging voor witwassen: wanneer staat hij voor de rechter? En terecht. Het is bizar dat zo’n zaak zich zo lang voortsleept.

Bestuurders gaan niet vrijuit

Drie maanden nadat Hamers in september 2020 bij UBS aantrad, werd bekend dat hij vervolgd werd voor zijn rol in de witwaszaak bij ING. Als ING-topman schikte hij deze zaak in 2018 met justitie, voor het recordbedrag van 775 miljoen euro. Maar na een klacht van voorzitter Pieter Lakeman van Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie besloot het Gerechtshof in Den Haag dat het OM alsnog de ING-bestuurders moet vervolgen.

Het Hof vindt het van belang ‘dat in een openbaar strafproces de norm wordt bevestigd dat ook bestuurders van een bank niet vrijuit gaan als zij feitelijk leiding hebben gegeven aan verboden gedragingen. De burger moet kunnen zien dat ook dergelijk handelen door de overheid niet wordt geaccepteerd’.

Na bestudering van de stukken in het dossier en ‘gehoord hetgeen ter zittingen in raadkamer naar voren is gebracht’, constateert het Hof dat Hamers niet alleen van het gewraakte beleid op de hoogte was, maar ook als CEO samen met anderen actief aan dit beleid heeft meegewerkt.

Bewijs panklaar aangeleverd