Kinderhartcentra moeten nu eindelijk vooruitkijken

14 februari 2023Leestijd: 3 minuten
Kinderhartcentrum LUMC. Foto: Lex van Lieshout/ANP

Minister Ernst Kuipers neemt verstandig besluit over concentratie kinderhartchirurgie. Hopelijk richten de betrokken ziekenhuizen de blik nu vooruit in plaats van rechtszaken te beginnen, schrijft Bram Hahn.

Welk oordeel minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers (D66) ook zou vellen, het stond vooraf al vast dat ergens de teleurstelling groot zou zijn. In vier ziekenhuizen zijn tot nu toe afdelingen die complexe, vrij zeldzame operaties aan kinderhartjes kunnen uitvoeren, maar de consensus was al lang dat het voor de kwaliteit van die zorg beter is om terug te gaan naar twee of drie van die centra. Dan verricht een medisch team jaarlijks meer van dit soort handelingen, waardoor de ervaring en kunde groter worden.

Kinderhartcentra

Lees ook dit commentaar van Bram Hahn uit december: Kinderhartcentra hebben chaos zelf veroorzaakt, niet de politiek

Over het nut van die concentratie waren eigenlijk ook alle betrokken ziekenhuizen – UMC Utrecht, Erasmus MC (Rotterdam), UMC Groningen en LUMC (Leiden) – het in grote lijnen eens. Maar onderling konden de ziekenhuizen niet tot overeenstemming komen over de vraag welk ziekenhuis die specialisatie dan maar zou moeten afstaan. Sterker: de zaak groeide uit tot een beschamende vertoning waarbij ziekenhuisbestuurders met modder begonnen te gooien.

Groningen leek eerder aan het kortste eind te trekken

Toen de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) het ministerie adviseerde om het aantal terug te brengen tot twee, hakte toenmalig minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge (CDA) eind 2021 de knoop door. Hij wees het Erasmus MC en UMC Utrecht aan, voor Leiden en Groningen waren de druiven zuur.

Kuipers liet de Nederlandse Zorgautoriteit een nieuw onderzoek uitvoeren, maar deze impactanalyse leverde niet de gehoopte uitkomst op. De NZa concludeerde dat de concentratie van de kinderhartchirurgie met zo veel andere factoren en afdelingen samenhangt, dat het verstandig zou zijn om te wachten op een plan van de academische ziekenhuizen zelf dat kijkt naar de concentratie van alle hoogcomplexe academische zorg.

Kuipers wil – begrijpelijk – vooral dóór

Maar Kuipers wil niet nog meer uitstel en hakt nu de knoop door. Zijn beslissing is enigszins verrassend, want in plaats van de keuze van De Jonge te volgen of slechts één centrum aan te wijzen dat met de operaties moet stoppen, bepaalt hij dat UMC Utrecht aan het kortste eind trekt en Groningen kan doorgaan.

Enigszins pikant is ook dat Kuipers zelf uit Meppel komt, studeerde in Groningen en lang werkzaam was bij het Erasmus MC Rotterdam, en dat de keuze nu valt op de ziekenhuizen in Noord-Nederland en in Rotterdam. Maar deze particuliere omstandigheden lijken geen rol te hebben gespeeld in de beslissing.

Het besluit heeft veel weg van een salomonsoordeel, waarbij ook sentimenten en andere kwesties aan de zijlijn meespelen. Het kabinet heeft zacht gezegd geen beste relatie met de provincie Groningen: denk aan dossiers als Ter Apel en de aardgaswinning. Nu ook kinderhartchirurgie weghalen uit het noorden, zou kunnen worden opgevat als weer een middelvinger uit Den Haag.

Meer rationeel bekeken was de keuze voor het Erasmus MC altijd de meest zekere, omdat daar verreweg de meeste ingrepen worden uitgevoerd. Wat betreft Groningen valt er wel iets te zeggen voor het idee van geografische spreiding. Ouders wier kind een uiterst complexe hartoperatie moet ondergaan, zullen echt niet terugdeinzen voor een paar uur autorijden, maar als je geregeld terug moet voor controles, is het wel fijn als dat enigszins in de buurt kan.

Ziekenhuizen doen er goed aan om nu vooruit te kijken

Overigens is het de bedoeling dat de zorg rond de operaties waar mogelijk nog wél in vier ziekenhuizen blijft. De ziekenhuizen voerden zelf steeds aan dat allerlei andere zorg in gevaar zou komen als de complexe kinderhartchirurgie verdwijnt, maar daar zijn ze ook zelf bij.

Of de kwestie hiermee is beslecht, valt te bezien. De ziekenhuisbestuurders hebben zich de afgelopen jaren niet altijd even flexibel opgesteld en dreigden de minister al met rechtszaken. Is het een ideale oplossing? Nee. Gaat de overgangsfase gepaard met hobbels en tegenslagen? Vast. Maar het is goed dat er duidelijkheid komt voor alle betrokkenen. Het zou voor patiënten het beste zijn als de ziekenhuizen zich nu neerleggen bij het besluit en er alles aan doen om de kinderhartzorg in een nieuwe opzet zo goed mogelijk vorm te geven.