Terugkeer files bewijst: pas op met wensdenken over thuiswerken

Dat het rap drukker wordt op de weg, laat zien dat werken op je werk veel meer de standaard is dan alle verhalen over thuiswerken willen doen geloven. Hopelijk zijn Rijksoverheid en werkgevers niet in hun eigen wensdenken gaan geloven, schrijft Gertjan van Schoonhoven.

Je hebt gedrag en je hebt gewénst gedrag – en de kloof tussen beide is niet zelden groot. Groter in elk geval dan de propagandisten van gewenst gedrag lief is. Dat werd dit weekeinde treffend geïllustreerd door de paginagrote advertentie van de Rijksoverheid in de weekendkranten. Bij een foto van een vrolijk lachende meneer die op de stoep voor zijn huis een bureaustoel aanneemt van een vrolijk lachende mevrouw bij een bestelbusje, stond de tekst: ‘Thuiswerken. We worden er steeds beter in.’

Zou het? Het lijkt erop dat de Rijksoverheid hier gewenst gedrag en echt gedrag een beetje door elkaar haalt. Vrijdag 11 juni namelijk, kwam het bericht naar buiten dat Nederlanders juist sléchter worden in thuiswerken. Ze trekken zich steeds minder aan van de oproepen van de overheid om in verband met corona vaker of helemaal thuis te werken. Ze stappen ’s ochtends gewoon weer in de auto.

Weliswaar nog niet zo vaak als in 2019, het jaar vóór corona. De files zijn nog steeds wel een stuk korter dan toen. Maar de tendens is duidelijk. Nu het gevoel van urgentie rond corona rap verdwijnt, keert het woonwerkverkeer even rap terug op de snelweg. Het wordt drukker en drukker.