Overheid moet geen valse hoop, maar perspectief bieden

Een politieke crisis dreigt als een onweersbui, maar de zwartste wolken hangen nog achter de horizon. De verkiezingen zijn naar omstandigheden rustig verlopen, zelfs het systeemvijandige FVD rept met acht zetels niet meer van stembusfraude. Zeventien fracties mogen in de Tweede Kamer hun best gaan doen om de bevolking te vertegenwoordigen. Dat zal best wat gedoe opleveren, maar het is geen slecht teken dat meer kiezersgroepen hun stem horen weerklinken in ’s lands vergaderzaal. Als bestaande partijen nalaten te vernieuwen, dan biedt ons meerpartijenstelsel gelukkig ruimte voor nieuwe partijen, poppetjes en programma’s.

Dat een veelkleurig stemmenpalet een betere volksvertegenwoordiging oplevert, concludeerde ook de staatscommissie Parlementair Stelsel in haar eindrapport Lage drempels, hoge dijken (2018). Daarom waren de wijze heren en dames tegen het geforceerd verlagen van het aantal Kamerfracties door een kiesdrempel. Eerlijke verkiezingen achtten zij cruciaal voor het vertrouwen van kiezers in de democratische rechtsstaat.

Tot op heden zijn Nederlanders best tevreden met de overheid

Een ander bestanddeel van dat vertrouwen is een integer overheidsapparaat, aldus diezelfde commissie. Tot op heden wees opinieonderzoek uit dat Nederlanders best tevreden waren met de overheid, die zij grosso modo betrouwbaar achtten. Maar de vraag is of dat nu, na een jaar aan rommelig coronabeleid en de onthutsende onthullingen over de toeslagenaffaire, nog steeds zo is.