Met maatwerk kan samenleving sneller vooruit

De laatste dagen klinkt de roep om een snellere versoepeling van de maatregelen steeds luider. Met maatwerk moet inderdaad meer mogelijk zijn, schrijft Bram Hahn.

Uit allerlei hoeken komen verzoeken aan de regering om vaart te maken met het afbouwen van de beperkende maatregelen. Veel ondernemers voelden zich zeker na de laatste toespraak van premier Mark Rutte niet gehoord. Ze worden gesteund door politici als Geert Wilders (PVV) en Thierry Baudet (FVD), die pleiten voor een snelle en slimme lock-out.

Steun komt uit onverwachte hoek. De baas van het Landelijk Netwerk Acute Zorg, Ernst Kuijpers, stelde, nadat het kabinet had gemeld dat de lockdown tot 20 mei gaat duren, dat er misschien best wat eerder kan worden versoepeld. Hij spreekt met het oog op een exitstrategie van een ‘ingecalculeerd risico’.

Daarnaast wordt uit de cijfers over besmetting steeds definitiever duidelijk dat de risico’s vooral zitten bij de leeftijdsgroepen die geen (grote) rol spelen in het arbeidsproces, namelijk 65-plussers, en eigenlijk nog ouderen, 75-plussers. De kans op overlijden is bij mensen onder de 65 klein. En hoe jonger, hoe lager het percentage dat sterft na besmetting.

Risico voor mensen onder vijftig is zeer klein

Er hoort wel een grote ‘maar’ bij. Alles wat we weten over het virus is nieuw verworven kennis. Aan het begin van de uitbraak in Nederland werd rekening gehouden met 3,5 procent als je kijkt naar de gehele bevolking, inmiddels wordt rekening gehouden met 1 procent. Er zijn daarbij grote verschillen tussen leeftijdscategorieën. Een aantal weken geleden werd het sterftecijfer onder vijftigers geschat op 0,6 procent, inmiddels neigt het naar 0,2 procent. Dat is best een groot verschil, in positieve zin. Maar zo’n getal kan ook weer veranderen.

Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de routes van besmetting. De aandacht is steeds gericht geweest op duidelijk zieke mensen die hoesten en niezen, maar er zijn steeds meer aanwijzingen dat mensen zonder symptomen besmettelijk kunnen zijn en dat het virus misschien ook mensen op grotere afstand dan 1,5 meter kan infecteren.

Daarnaast is het niet voldoende alleen naar sterftecijfers te kijken. Veel mensen die besmet raken met het virus, overleven het weliswaar, maar zijn doodziek en wekenlang uitgeschakeld. Patiënten die herstellen hebben bovendien vaak te kampen met langdurige en misschien permanente schade aan longen en andere organen. De ernstige gevallen leggen daarnaast een enorm druk op het zorgsysteem. Niet alleen op de intensive care, die langzaamaan weer richting normaal gaat, maar op bijna alle onderdelen van de zorg. Sterftecijfers zeggen dus lang niet alles.