VARA-cabaret is dood. Wat overblijft is slaapverwekkende humor

02 mei 2017Leestijd: 2 minuten
Guzman probeerde 'als beleefde nette jongen eindelijk eens een vuist te maken'. Die vuist maakte hij niet - Foto: ANP

Het was best een prestatie van Emilio Guzman. In zijn cabaretshow ‘Alle mensen verzamelen!’ probeerde hij, aldus de aankondiging, als ‘beleefde nette jongen, eindelijk eens een vuist te maken’.

Die vuist maakte hij niet – in schril contrast tot zijn broer, die een ietsiepietsie grappiger, maar vooral een stuk minder beleefd en netjes is – maar wel slaagde Guzman erin om me niet één keer te laten lachen.

Geen grinnikje wist hij uit me te persen in de vijftig lange minuten televisie. Ik dommelde in en schrok wakker bij de aftiteling, waarna ik de show terugkeek om me ervan te vergewissen dat ik niet door het spannende gedeelte heen was geslapen. Quod non.

De VARA heeft op gebied van satire alle relevantie verloren

Het is niet zo dat ik het genre niet waardeer. Als puber verslond ik cabaret. Van de melige Bert Visscher tot de woordspelingen van Herman Finkers, van (de toen nog messcherpe) Youp van ’t Hek tot de verbale machinegeweren van Lebbis en Jansen. Het monopolie op televisiecabaret lag ook toen al bij de VARA, maar met de langdurige relevantie van het Kopspijkerscabaret, de Oudejaarsconferences en het scala aan jonge cabaretiers leek dat niet zo’n probleem.

‘Cabaret […] heeft enorm veel opengebroken, en heeft de grenzen verlegd van wat je over anderen, en andersdenkenden, kunt zeggen,’ zegt ‘VARA-biograaf’ Huub Wijfjes terecht in een recente, overigens even belegen als zelfpijperige VARA-compilatie van witzen uit de goede oude tijd. Maar nu is het VARA-cabaret dood, in ieder geval zijn scherpe satire van weleer.

Satire is humor waarom niet iedereen kan lachen

Hans Teeuwen – die allang zijn hielen heeft gelicht bij de VARA – is zo ongeveer de enige cabaretier die nog grappig en vernieuwend is én die over zijn vak heeft nagedacht. In wat wel het beste televisiefragment van deze eeuw mag heten, sprak hij tot drie moslimvrouwen met lange tenen: ‘Alles wat enige status heeft, heeft ook een vorm van macht. En macht corrumpeert altijd, zij móét geridiculiseerd kunnen worden.’

Satire is humor waarom niet iedereen kan lachen. Humor die machtsrelaties omdraait, niet bevestigt. Satirici drukken waar het pijn doet. Humor waarom iederéén kan lachen is louter behaagziek. De VARA staat in een lange sociaaldemocratische traditie van vernieuwende, verfrissende satire – denk aan de gevreesde spotprenten van Albert Hahn – maar het monopolie op televisiecabaret heeft de omroep belegen, triviaal en slaapverwekkend gemaakt.

De tijdgeest veranderde, maar er was geen impuls om mee te veranderen. Dus zien we nog steeds burgerman Youp, de mopjes van Dolf Jansen, de grollen van Bert Visscher – en een roedel amechtige opvolgers. Voor het genre van de kleinkunst is te hopen dat er op de lava van deze uitgebluste vulkaan spoedig nieuwe sprietjes zullen groeien.