Kroongetuige DNA: fraai boek van gedreven toponderzoeker

13 mei 2014Leestijd: 3 minuten

Dinsdag verschijnt het boek ‘Kroongetuige DNA. Onzichtbaar spoor in spraakmakende zaken’ van top-onderzoeker Lex Meulenbroek en journalist Paul Poley. Het boek bevat een schat aan informatie over de rol die DNA heeft gespeeld bij het oplossen van allerlei zaken.

Op de parkeerplaats van het Nederlands Forensisch Instituut in Den Haag liep ik een tijdje geleden toponderzoeker Lex Meulenbroek tegen het lijf. Vol vuur vertelde de DNA-specialist over een indringend gesprek dat hij net had gehad met Lammi Luten, moeder van de in 1993 vermoorde Andrea Luten.

Die zaak is zeventien jaar na dato opgelost dankzij een schaamhaar dat op het lichaam van de vijftienjarige Andrea was gevonden. Achteraf was Lammi blij dat ze haar dochter niet als eerste had gevonden: dan zou ze haar zeker hebben geknuffeld, met het risico dat het haartje spoorloos verdwenen was.

Onzichtbare kroongetuige

Meulenbroek citeert Lammi in het voorwoord van zijn boek Kroongetuige DNA. Onzichtbaar spoor in spraakmakende zaken, dat vandaag verschijnt.

Iets verderop schrijft hij: ‘Ook voor de DNA-deskundige zelf is het telkens weer fascinerend dat iets wat je niet kunt zien, horen, ruiken, voelen of proeven zo cruciaal kan zijn voor het oplossen van misdrijven. (…) DNA is een kroongetuige, de belangrijkste getuige bij talloze misdrijven, onzichtbaar aanwezig en geduldig wachtend tot het moment dat zijn belangrijke informatie wordt onthuld.’

Schat aan informatie

Het boek – ruim vijfhonderd pagina’s en geschreven met journalist Paul Poley – bevat een schat aan informatie over de rol die DNA heeft gespeeld bij het oplossen van allerlei zaken: van de moord op Marianne Vaatstra (1999) en Arthur Ghurahoo (1986) tot de identificatie van de slachtoffers bij de vliegramp in Tripoli (2010).

Met fraaie reconstructies laten de auteurs zien hoe het vakgebied zich de afgelopen dertig jaar op indrukwekkende wijze heeft ontwikkeld.

Willem Endstra

Dat DNA inderdaad kroongetuige kan zijn, blijkt bijvoorbeeld uit het onderzoek naar de moord op vastgoedhandelaar Willem Endstra. Deze week tien jaar geleden werd hij voor de deur van zijn kantoor aan de Amsterdamse Apollolaan doodgeschoten.

Zoals zoveel liquidaties dreigde ook deze onopgelost te blijven. Dankzij DNA-sporen op de plaats van de moord en onder meer in de vluchtauto, kwam de schutter in beeld: de Rus Namik Abbasov. Hij werd in oktober 2011 in Polen aangehouden en uitgeleverd, maar overleed half maart 2012 nadat hij een hersenbloeding had gehad in de Extra Beveiligde Inrichting in Vugt.

Sporen

Als leek denk je: onbegrijpelijk dat een professionele huurmoordenaar zoveel sporen achterlaat. Aan de andere kant valt er bijna niet te ontkomen aan de ‘witte jassen’. Het kleinste spoor is voldoende om een zaak open te breken.

Neem de zaak-Dover (2000). In een vrachtwagencontainer in Dover vindt de Engelse douane de lijken van 58 illegale Chinezen. Dankzij aangetroffen DNA op tomatensteeltjes in een Rotterdamse loods kon worden aangetoond dat de slachtoffers daar vlak voor het dodelijke transport waren geweest. Met die informatie kon de bende worden opgerold die het transport had georganiseerd.

Geen bewijs

Op zich is DNA geen bewijs, benadrukt Meulenbroek. Het gaat om de ‘delictgerelateerdheid’ van het spoor. De resultaten van DNA-onderzoek moeten altijd bekeken worden in samenhang met ander technisch onderzoek en verklaringen van getuigen en de verdachte(n) zelf.

Ieder mens – eeneiige tweelingen uitgezonderd – heeft een vrijwel uniek DNA-profiel. Mensen die een stamceltransplantatie hebben ondergaan, hebben naast hun eigen DNA ook dat van hun donor. Zij hebben dus twee verschillende DNA-profielen.

Iets vergelijkbaars geldt voor Meulenbroek. Hij is een toponderzoeker en een uitstekend schrijver. Iemand die als geen ander begrijpt wat zijn werk betekent. Voor nabestaanden van slachtoffers, maar ook voor verdachten wier onschuld dankzij DNA kan worden vastgesteld. En Meulenbroek is iemand die levendig over zijn vak kan vertellen. Kroongetuige DNA is het bewijs.

Volg Gerlof Leistra op Twitter