Opvang migranten? ‘Burgemeesters moeten “ho” roepen’

07 oktober 2015Leestijd: 3 minuten
'Olivier Middendorp/ HH'

Burgemeester Bernt Schneiders (PvdA) van Haarlem waarschuwt: er is limiet aan lokaal opnamevermogen.

‘Er komt een moment dat er aan alle kanten sprake zal zijn van teleurstelling. Bij asielzoekers, omdat hun door smokkelaars gewekte hooggespannen verwachtingen dat ze in Nederland gemakkelijk aan geld en een woning komen, niet worden bewaarheid. En bij de lokale bevolking, die nu massaal te hulp schiet, maar zich meer zorgen gaat maken over negatieve gevolgen van de komst van zo veel asielzoekers.’

Dat zegt burgemeester Bernt Schneiders (56) van Haarlem, ook voorzitter van het Genootschap van Burgemeesters. PvdA’er Schneiders waarschuwt dat het in Nederland de kant kan opgaan van Duitsland, waar veel berichten vandaan komen over spanningen en geweld in en rond opvangcentra. Duitse toestanden, ook in Nederland?

‘Ik hoop het niet. Ik heb er documentaires over gezien en voor het eerst een Duits tijdschrift gekocht dat zeer kritisch was over de situatie in eigen land. Daarvan kennis nemen, vind ik verplichte kost. Ik wil weten hoe ze er daar mee omgaan. Daarvan kunnen we leren. De vraag hoe veel een samenleving aan kan, gaat ook hier spelen.’

Enthousiasme

Schneiders is geen afwachtend type. Toen het kabinet opvangcapaciteit zocht, belde hij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) met de vraag of het de leegstaande Koepelgevangenis in zijn stad in het vizier had.

‘Dat was niet het geval. “Vluchtelingen in een gevangenis, dat doen we niet,” kreeg ik te horen. Een week later belden ze dat ze dat ze het toch gingen doen.’ Waarop Schneiders de omwonenden niet meer tijdig kon informeren.

‘Ik heb me in een volle zaal geëxcuseerd. Er was veel antisentiment.’ Om herhaling te voorkomen, hebben Haarlem en omliggende gemeenten potentiële opvanglocaties in beeld gebracht. Als het COA er een beroep op wil doen, horen de omwonenden het tijdig.

Uiteindelijk was in Haarlem het enthousiasme van vrijwilligers zo groot dat het problematisch werd. ‘Ze kwamen met van alles: soep, matrassen. Na het eerste weekend hadden we al drie loodsen vol.’ Schneiders vatte het plan op voor een Welkom Winkel. Die floreert nu in een leegstaand atelier als Hotel de Koepel, compleet met Facebook­pagina.

De lokale islamitische bevolking organiseerde sportactiviteiten. Schneiders was zelf ook al vrijwilliger. ‘In het weekend was ik chauffeur, omdat mijn dochter op het gymnasium spullen had ingezameld.’

Het hands-on-optreden als burgemeester vindt Schneiders leuk. ‘Gewoonlijk gaat alles heel traag bij de overheid. Nu kun je snel schakelen.’ Toch vindt de burgemeester dat het zo niet langer kan.

‘Er is volgens mij nauwelijks regie. Hoe gaat dat? Er wordt iets op Europees niveau geregeld en de gemeenten moeten de gevolgen maar op zich nemen. Vanuit het Duitse verleden begrijp ik de uitspraak van bondskanselier Angela Merkel wel dat alle Syriërs welkom zijn.

‘Ik denk dat zoiets ook speelt onder Nederlanders die terugdenken aan onze omgang met vluchtelingen in die tijd. Aan de andere kant lees je ook rabiate teksten over vluchtelingen waarvan ik echt schrik. Die onderscheiden zich niet van fout in de oorlog. Elk mededogen ontbreekt.’

Spanning

Wat hij wel begrijpt, zijn zorgen over de druk op de verzorgingsstaat door nieuwkomers. ‘Daar heb ik oog en oor voor en ik praat erover, onder meer op de speciale kleinere bijeenkomsten voor inwoners die zich ervoor opgeven. Die vinden het prettig serieus te worden genomen, hoewel we niet alles kunnen oplossen en regelen.’

De betrekkelijke rust in Nederland zal niet voortduren, denkt Schneiders. ‘Mannen gaan zich rot vervelen. Rekenen op een huis en een baan, maar zo gaat het niet. Eerst moeten ze drie maanden in Ter Apel blijven. Dat creëert spanning. Een oplossing? Zorgen dat ze zinvol bezig zijn.’

Staat de democratie onder druk? ‘De vraag is hoe groot het opnamevermogen van de Nederlandse samenleving is met de verdringing op de arbeids- en woningmarkt en de kosten van uitkeringen. Mensen zien dat gebeuren. En dan roept iemand met veel statuur dingen over een nepparlement. Dat legt een spanning op de democratie,’ verwijst Schneiders naar Geert Wilders (PVV).

Kan Schneiders zijn zorgen wel kwijt, bijvoorbeeld bij zijn PvdA-partijgenoten in het kabinet? ‘Ik ben 24 jaar geleden voor het eerst en het laatst op een PvdA-congres geweest. Ik houd me afzijdig van de politiek, omdat een burgemeester pas goed functioneert als hij onafhankelijk is.’

Hoe komt de boodschap dat er een grens is aan de capaciteit dan door? Schneiders: ‘Lokale bestuurders moeten “ho” roepen.’ Een ander podium dan de media heeft een burgemeester daarvoor kennelijk niet.

Elsevier nummer 41, 10 oktober 2015