Amsterdam moet islamitische school huisvesten ondanks verzet

21 oktober 2015Leestijd: 2 minuten
'ANP'

De gemeente Amsterdam moet voor 1 augustus 2017 een islamitische school huisvesten. Dat heeft de Raad van State woensdag besloten na een langlopend conflict tussen de gemeente Amsterdam en de Stichting Islamitisch Onderwijs (SIO).

De SIO en de gemeente ruziën al sinds 2012 over de komst van een islamitische onderwijsinstelling. De gemeente weigert huisvesting te bieden aan een nieuwe islamitische scholengemeenschap aan de Jacob van Geelstraat.

Aan die straat was eerder het Islamitisch College Amsterdam (ICA) gevestigd. Die school moest gesloten worden in 2010 omdat de kwaliteit van het onderwijs ondermaats was. Ook was het aantal leerlingen drie jaar lang te laag, waarna de gemeente besloot de subsidiekraan dicht te draaien.

Moeizame relatie

De Amsterdamse gemeente onderhoudt een moeizame relatie met de SIO na de sluiting. Het gemeentelijk bestuur verzette zich drie jaar lang tegen de komst van een nieuwe islamitische school, maar kan daar nu niet meer onderuit. Het is niet mogelijk om in beroep te gaan tegen de uitspraak.

De SIO zette in eerste instantie in op een school voor duizend leerlingen. De Raad heeft echter besloten dat er middelbaar onderwijs voor 186 brugklassers geboden moet worden. Het gaat om onderwijs voor mavo, havo en vwo.

De stichting krijgt na drie jaar zijn zin; vlak na de sluiting van het ICA diende de SIO al een aanvraag in bij het ministerie van Onderwijs voor een nieuwe islamitische school. Het ministerie keurde de aanvraag goed, tot groot ongenoegen van toenmalig onderwijswethouder Lodewijk Asscher (PvdA).

Verzet

De gemeente bewoog hemel en aarde om de komst van de onderwijsinstelling alsnog te annuleren. Zo maakte het een lijst voor de SIO met voorwaarden waar de school aan moest voldoen. De stichting werd onder meer een gebrek aan visie verweten.

Het gemeentelijk verzet heeft toen voor een flinke vertraging van het proces gezorgd. De SIO heeft zelf ook aan die vertraging bijgedragen. De stichting weigerde afscheid te nemen van bestuurslid Abderazak Khoulani toen hij steun betuigde aan terreurorganisatie Islamitische Staat. Hij nam uiteindelijk zelf afscheid van de stichting.