Gerrit Holdijk (SGP): ‘Ik heb mij nooit een politicus gevoeld’

16 juni 2015Leestijd: 9 minuten
'Marco Bakker'

Vorige week nam SGP-senator Gerrit Holdijk (70) na een kwart eeuw afscheid van de Eerste Kamer. Elsevier zocht hem op in zijn geboortehuis op de Hoge Veluwe.

De mais op de velden is nog kort,  de weilanden worden gemaaid en op het erf loopt een haan met vuurrode lellen. De voordeur gebruikt de familie Holdijk in Uddel op de Hoge Veluwe niet. ‘Hier op het platteland komt iedereen gewoon achterom,’ zegt Gerrit Holdijk.

De haan blijkt een barnevelder, Karel geheten, en op het erf de enige in zijn soort. Holdijk: ‘Zijn vrouwen zijn overleden.’

Deze maand kwam een einde aan het 25-jarige senatorschap van Holdijk. In zijn laatste jaren kreeg hij, tegen wil en dank, een hoofdrol. Gedurende het kabinet-Rutte I werd hij opeens een machtige man: de SGP gedoogde het kabinet dat, net als Rutte II, in de Eerste Kamer geen meerderheid had.

Camera’s

Holdijk hielp mee wetgeving door de senaat te krijgen. De SGP kreeg er ook wat voor terug. Zo zag het kabinet af van het voornemen om godslastering niet langer strafbaar te stellen. Maar zijn ‘machtige positie’ had ook nadelen.

Holdijk werd opeens belaagd door de camera’s. ‘Lang was er van publiciteit in de Eerste Kamer geen sprake. Dat het veranderde, vond ik niet wenselijk. Daar is de reflectie die zo karakteristiek is voor deze Kamer, niet mee gediend. Zodra camera’s en microfoons verschijnen, gaan politici zich anders gedragen. Dan wordt het spel in de media uitgevochten, terwijl de Kamer de echte arena is. Ik heb zelfs mensen van standpunt zien veranderen onder de druk van de publiciteit.’

Boerenzoon

Namen wil hij niet noemen. De afkeer van de waan van de dag typeert de man die zichzelf kenschetst als ‘een simpele jurist met de houding van een Veluwse boer’. De enige zoon van een moeder die met haar broer de boerderij runde – hij heeft zijn vader nooit gekend – ging na het gymnasium in Apeldoorn in 1965 notariaat en daarna rechten studeren in Utrecht.

Destijds bijzonder voor een boerenzoon. Als jongeman was hij al adviseur pachtzaken en deed hij schattingen van boerderijen en landerijen. ‘Als een boer overleed, viel er veel te regelen en daar hielpen wij bij. Dat was traditie en gebeurde op vrijwillige basis.’

Zo rolde hij in zijn zelfstandige juridische adviespraktijk, die hij tot zijn 65ste runde in Apeldoorn, de plaats waar hij en zijn vrouw en twee kinderen dertig jaar woonden. Sinds 2006 bewoont het echtpaar Holdijks geboortehuis in Uddel. Ze hebben nog 10 hectare grond, die zijn verpacht, en een tiptop onderhouden tuin rondom het huis.

Geordend

Buiten is zijn echtgenote aan het werk, binnen toont Holdijk de boerderij. In wat nu de zitkamer is, stonden de koeien. Een raam op de plek van de poort biedt uitzicht op het erf. De voorkamer met de oud-Hollandse schouw waarin zijn grootmoeder kookte, is zijn kantoor.

Maar zijn boeken en stukken zijn over alle kamers verspreid. Kamerstukken, juridische tijdschriften en honderden boeken over theologie, filosofie, recht, politiek en monarchie. ‘Het is allemaal geordend,’ zegt Holdijk er voor de zekerheid bij.

De Eerste Kamer werkt al enkele jaren papierloos, maar werken vanaf de iPad vond de SGP’er maar niks. De griffie voorzag hem van papieren stukken. Zijn vrouw, die tot haar 65ste in het onderwijs werkte, is handiger met de computer.

De voorzitter van de Eerste Kamer, Ankie Broekers (VVD), signaleerde bij Holdijks afscheid dat zijn vrouw soms als eerste merkte dat er iets mis was met de vergader-app.

‘Ik kijk op de computer alleen op Antiqbook,’ zegt Holdijk, verwijzend naar de site voor tweedehandsboeken. Op de salontafel ligt een groot exemplaar uit de achttiende eeuw over het staatsrecht van Gelderland en een boekje uit 1604 getiteld Gereformiert landtrecht van Veluwen und Veluwenzoom. Illustraties van zijn verbondenheid met de streek. ‘Ik ben geen kosmopoliet.’

Coulissen

Holdijk kwam in 1972 min of meer bij toeval bij de SGP terecht. Van oudsher behoorde zijn familie tot ‘de grote kerk’, de hervormde kerk, waar doorgaans werd gestemd op de CHU, de Christelijk-Historische Unie (die in 1980 opging in het CDA).

Toch vroeg de partij van de afgescheidenen van ‘de kleine kerk’, de Staatkundig-Gereformeerde Partij (SGP), hem om beleidsmedewerker te worden van de fractie in de Tweede Kamer. In 1986 werd hij lid van de Eerste Kamer, waar hij enkele jaren de enige SGP’er was, maar meestal een partijgenoot naast zich had.

Hij verbleef alles bij elkaar 45 jaar aan het Binnenhof, maar zijn juridische praktijk behield hij altijd. ‘Ik heb me nooit een politicus gevoeld. Ik ben in hart en ziel een jurist die verzeild is geraakt in de coulissen van de politiek. In al die jaren heb ik me eigenlijk in hoofdzaak toegelegd op onderwerpen van meer juridische aard.

Met buitenlands beleid heb ik me nooit beziggehouden. Wat dat betreft, ben ik provincialistisch.’

Wetgeving beoordelen, is waar het volgens hem om moet draaien in de Eerste Kamer. ‘De senaat is er niet om kabinetten in het zadel te houden, maar ook niet om ze te laten struikelen. Dat wordt in deze tijden van politiek activisme te weinig beseft. Een voordeel is dat het dualisme is teruggekeerd doordat de coalitie geen meerderheid heeft in de senaat. Er wordt weer geluisterd naar minderheden. Dat heb ik wel anders meegemaakt,’ zegt Holdijk.

Na enig aarzelen noemt hij toenmalig premier Jan Peter Balkende (CDA) als degene die hem zelfs geen antwoord gaf op vragen.

Jachtopziener

Gevraagd naar de onderwerpen die hij zich het beste herinnert uit die 25 jaar, wijst hij op de toestemmingswetten voor huwelijken van leden van het Koninklijk Huis. Het eerste betrof de hervormde prins Maurits, zoon van prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven, met de katholieke Marilène van den Broek in 1998.

Maurits was poten­tieel troonopvolger. Door zijn huwelijk was de kans aanwezig dat Nederland een koning zou krijgen wiens vrouw katholiek is, en wellicht ook de kinderen, zo luidde de redenering van Holdijk. Terwijl het vorstenhuis al eeuwenlang protestants is.

‘Ik heb toen “nee” moeten zeggen. Dat was de moeilijkste van alle beslissingen die moesten worden genomen, maar ik sta er nog volledig achter vanwege mijn betrokkenheid bij het Huis van Oranje,’ zegt Holdijk, wiens grootvader onder koningin Wilhelmina jachtopziener was op de kroondomeinen.

‘Mijn “nee” tegen het huwelijk had vooral te maken met de verwevenheid van de protestantse vorst en de historische ontwikkeling van ons staatsbestel. De vrijheid van godsdienst kun je niet los zien van iemand als Willem van Oranje en de strijd tegen de overheersing van Spanje. De voorkeur ging uit naar iemand die het protestantse erfgoed kende en zich ermee verbonden voelde.’

MKZ

Bij de toestemmingswet van de toenmalige kroonprins Willem-Alexander met de katholieke Máxima Zorreguieta stemde hij wel voor. ‘Willem-Alexander had toen al gezegd dat hij eventuele kinderen in de hervormde kerk zou inleiden. Dat was voor mij voldoende.’

Het waren discussies die ook binnen de SGP, die zich sterk verbonden voelt met het koningshuis, heftige emoties opriepen.  Toch heeft Holdijk altijd zijn geweten gevolgd. Ook toen prins Constantijn, de jongste zoon van prinses Beatrix, trouwde met Laurentien Brinkhorst.

Destijds heerste  de ziekte mond-en-klauwzeer (MKZ) onder de vee­stapels. Minister van Landbouw Laurens Jan Brinkhorst (D66), vader van de bruid, liet duizenden dieren afmaken.

Wijzend op de plekken waar eens de koeien stonden: ‘Ik wist van hier wat MKZ betekent. Vroeger werd geen enkel dier afgemaakt. Elk dier genas, maar nu werden vanwege commer­ciële redenen en Europese regels dieren geruimd. Dat heeft me geëmotioneerd. Het stond zo ver af van hoe ik denk dat je met de schepping moet omgaan.’ Het leidde ertoe dat hij zich afmeldde voor het bijwonen van het huwelijk.

Christelijke feestdag

Een ander onderwerp waarin hij stelling nam, was de koopzondag. Daarover ging de enige motie die hij in 25 jaar indiende.

Zijn eigenzinnigheid schokte de achterban soms. Bijvoorbeeld toen hem  in 2001 werd gevraagd of er niet een offi­ciële feestdag moest komen voor islamitische gelovigen. ‘Ik zei dat ik daar tegen was omdat we al zoveel vrije dagen hebben. Als het dan toch moest, dan liever een tweede christelijke feestdag afstaan. Daarover heb ik mij tegenover de partij moeten verantwoorden.’

Gevraagd hoe hij aankijkt tegen het islamdebat, zegt hij: ‘Er wordt gesproken over islamisering, maar de getallen in aanmerking nemend, moeten we niet overdrijven. Dat mensen die hier komen, hun vrijheid van godsdienst opeisen, daar wil ik niet aankomen.

‘Wat me meer zorgen baart, is de kerkverlating en vervolging van christenen. Dat wil niet zeggen dat ik voor de bouw van megamoskeeën ben. Maar dat geldt ook voor megakerken. Ik hou niet van massa’s. Ik vind de algemene vergadering van de SGP al massaal genoeg.’

Snelle wisselingen

Nog voor zijn afscheid heeft Holdijk wat ideeën in de senaat achtergelaten over de staatsinrichting voor het geval het komt tot een staatscommissie, zoals de VVD graag wil. Die partij neigt naar opheffing van de Eerste Kamer.

Daar is Holdijk zeker niet voor. ‘Wel heb ik geopperd of er na elke ­kabinetscrisis altijd verkiezingen nodig zijn. Je zou een kabinet ook kunnen hervormen. Al die snelle wisselingen zijn slecht voor de stabiliteit van het land. En ik zou graag zien dat de Eerste Kamer weer om de drie jaar voor de helft wordt vernieuwd, zoals dat tot 1983 gebeurde. Dat levert minder schokken op in het stelsel dan om de vier jaar alle 75 leden kiezen.’

Esprit de corps

Vorig jaar werd Holdijk ernstig ziek. Bij een stemming over de Wet maatschappelijke ondersteuning kon hij niet naar Den Haag komen, terwijl zijn stem de doorslag kon geven. ‘Toen heb ik gepaird met fractievoorzitter Tof Thissen van GroenLinks, een ongelooflijk sympathieke kerel.’

Thissen had een andere opvatting over het wetsvoorstel dan Holdijk, maar door te ‘pairen’ liet Thissen de hoofdelijke stemming aan zich voorbijgaan, waardoor de stem van de afwezige Holdijk werd gecompenseerd. ‘Het tekent de esprit de corps, de onderlinge loyaliteit. Dat vind ik een kostbaar element van het karakter van de Eerste Kamer, dat je niet alles laat afhangen van de partijpolitiek.

‘Kranten schreven toen over de ernstig zieke Holdijk, terwijl mijn vrouw en ik juist dat weekeinde de familie zouden informeren,’ zegt Holdijk. Hij had alvleesklierkanker. Zijn echtgenote en hijzelf bereidden zich al voor op zijn overlijden en hadden zelfs al een rouwkaart opgesteld en met de predikant over de begrafenis gesproken.

Biotoop

Uiteindelijk kwam Holdijk er na een operatie toch weer bovenop. Nu leeft hij in wat hij noemt ‘genadetijd’.
Een representant van de mannenbroeders is Holdijk niet. Zo had hij er zelf nooit moeite mee dat vrouwen lid zouden worden van de SGP.

‘Ik vond het jammer dat dat door de rechter moest gebeuren. Ik heb nooit een principieel punt gemaakt van de vrouw in de partij of in de politiek en ook geen enkele moeite gehad om een vrouw als voorzitter van de Eerste Kamer te kiezen. In gemeenteraden waar de SGP in zit, speelt die discussie of je een vrouw als wethouder mag kiezen soms wel. Het is geen koekoek één zang in de partij.’

De Veluwe is zijn biotoop. ‘Ik voel me verbonden met de traditionele Veluwenaar. Er is hier veel veranderd. De beslotenheid is weg. Vroeger kwam hier een of twee keer op een dag een wagen de melk ophalen en een keer per week werd het voer afgeleverd. Af en toe kwam een marskramer. Nu hebben de mensen in dorpen als Uddel ook stedelijke trekken in denken en doen. En ja, ook hier is sprake van ontkerkelijking.’

Legerjeep

Vervelen gaat hij zich niet. De sloten moeten worden nagelopen en in de schuur staat een antieke oranje tractor van vlak na de oorlog die af en toe bereden moet worden om niet vast te roesten. Erachter staat een oude legerjeep die Holdijk kocht om naar het station in Putten te rijden.

‘Door de afschaffing van de vrijstelling van de wegenbelasting voor oldtimers zou ik jaarlijks 3.000 euro belasting moeten gaan betalen. Dus nu komt hij de weg niet meer op.’ Holdijk stemde tegen de belastingmaatregel.

‘Ik heb er nog een stemverklaring over afgelegd. Ze wisten dat ik zo’n ding had.’ Hoe politiek het leven beïnvloedt, weet Holdijk precies. Wijzend op de ganzen naast de schuur: ‘Die moeten we elke avond in de schuur opsluiten, want dankzij het natuurbeleid stikt het hier van de vossen.’

Elsevier nummer 25, 20 juni 2015