Zijn de gevraagde hervormingen voor universiteiten nu echt nodig?

02 maart 2015Leestijd: 4 minuten

Komende woensdag zou door studenten vanuit het hele land worden gedemonstreerd voor meer democratie en inspraak op de universiteiten. Daarnaast zou geld op dit moment te vaak leidend zijn bij beslissingen die de universiteitsbesturen nemen.

De studenten die op dit moment een sit-in houden in het Maagdenhuis in Amsterdam hebben daartoe opgeroepen. Zondag werd een bijeenkomst gehouden in het UvA-gebouw waarbij zo’n tweehonderd studenten van andere universiteiten aanwezig waren. Is er echt hervorming nodig of zit het eigenlijk wel goed op universiteiten?

De roep om ‘meer democratie’ lijkt een herhaling van het verleden. In de tweede helft van de jaren ’60 – de periode waarin democratisering populair werd – kwam er ook protest door studenten op de manier waarop het onderwijs was geregeld. Verschillende sit-ins werden georganiseerd en meerdere universiteitsgebouwen bezet, met de Maagdenhuisbezetting van 1969 als groot hoogtepunt.

Ongenoegen

Nu is het Maagdenhuis vaker de uitvalsbasis van ontevreden studenten geweest: het UvA-gebouw werd twee keer bezet in 1978. Ook in 1980, 1986, 1990, 1993, 1996 en 2005 lieten de actievoerders op deze manier hun ongenoegen blijken. De vraag is dan ook hoeveel waarde aan de protestactie gehecht moet worden.

Politiek Den Haag gaf toe: in 1972 trad de Wet op Universitaire Bestuurshervorming (WUB) in werking. Het College van Bestuur (CvB) en de Universiteitsraad, bestaand uit studenten en docenten, bepaalden vanaf dat moment samen de koers van alle universiteiten in Nederland. De Universiteitsraad nam de beslissingen, de CvB voerde ze uit.

‘Van gunst naar recht’

Dit systeem werd echter als inefficiënt beschouwd, waardoor het College van Bestuur opnieuw steeds meer macht kreeg. In 1997 trad de wet Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie in werking, waardoor de medebestuursfunctie van de Universiteitsraad zelfs volledig verdween. De Universiteitsraad, meestal opgesplitst in kleinere onderdelen, heeft nu een medezeggenschapsfunctie.

Als reactie op de ontwikkelingen werd in januari de petitie ‘Naar een andere universiteit’ aangeboden. Het Landelijk Overleg Universitaire Medezeggenschapsraden is één van de zeventien organisaties die het document ondertekende.

Daarin wordt onder meer kritiek gegeven op het winstoogmerk van de universiteiten. Op dit moment wordt geld aan faculteiten en studies toegekend op basis van de prestaties, wat tot gevolg heeft dat te kleine studies verdwijnen. Ook willen de organisaties dat medezeggenschap weer ‘van gunst naar recht’ wordt verheven, zoals in de WUB was geregeld.

Winst

René Karens, voorzitter van de Universiteitsraad van Rotterdam erkent de zorgen van de studenten in Amsterdam. Al denkt hij wel dat er binnen de bestaande regelgeving een hoop kan verbeteren: ‘De betrokkenheid van studenten bij het onderwijs is in het hele land erg laag. De opkomst bij verkiezingen van de medezeggenschapsraden valt bijvoorbeeld erg tegen. Daar valt veel winst te behalen.’

De Leidse student Sebastiaan de Groot is lid van de faculteitsraad, voorzitter van de Leidse Studentenbond en zit in zijn opleidingscommissie. Hij wijst erop dat het logisch is dat ‘instanties die weinig te zeggen hebben, ook weinig aandacht krijgen van studenten’. ‘Nu komt een volledig uitgewerkt beleidsplan vaak als laatste bij ons, dan kun je bijna geen “nee” zeggen’, zegt hij tegen Elsevier.nl.

In navolging op de beweging ‘De Nieuwe Universiteit’ door de actievoerders in Amsterdam is ook ‘De Nieuwe Universiteit Leiden’ opgericht.

Sebastiaan kon ook wel begrip opbrengen voor de centralisatiemaatregelen, die het College van Bestuur zoveel macht hebben gegeven. ‘In 1972 kon men niet voorspellen hoe het universitair onderwijs er nu zou uitzien, laat staan dat het zo massaal zou worden. De Universiteit moet wel te besturen zijn.’

Zorgen

De Universiteitsraad van Maastricht benadrukte juist dat de protestgeluiden uit Amsterdam niet op hen van toepassing zijn. ‘Het is hier erg laagdrempelig.’ Alle vergaderingen zijn openbaar en ontevreden studenten kunnen zelfs gebruik maken van het sprekerskwartier.

Ook in Nijmegen is de relatie tussen het College van Bestuur en de medezeggenschapsraden erg goed. ‘Tot nu toe zijn onze meningen, gebaseerd op goede argumenten, altijd gerespecteerd,’ zegt Mark Vlek de Coningh, voorzitter van de Studentenraad van de Radboud Universiteit. ‘Hoewel we wettelijk heel weinig rechten hebben, is het hier goed geregeld. Zo is het strategisch plan van de Universiteit na onze inbreng ingrijpend veranderd.’

Wel delen de vertegenwoordigers de zorgen over het winstoogmerk van de universiteiten. ‘Het is goed dat de discussie wordt aangewakkerd,’ zegt Mark tegen Elsevier.nl. ‘De studenten moeten de kans krijgen zichzelf écht te ontwikkelen.’

Per universiteit verschilt de manier waarop het College van Bestuur omgaat met hun medezeggenschapsraden. Een wetswijziging is daarom niet de duidelijke oplossing. Nieuwe afspraken binnen de universiteit kunnen een wereld van verschil maken: er is wel democratie, maar de rechten kunnen beter worden benut.