Karremans: ik voel me moreel verantwoordelijk voor Srebrenica

13 november 2014Leestijd: 2 minuten

Voormalig Dutchbat-commandant Thom Karremans voelt zich moreel verantwoordelijk voor het Srebrenica-drama, maar strafrechtelijk valt hem niets te verwijten. ‘Niemand in de wereld schoot ons te hulp’.

Karremans verscheen donderdag voor het gerechtshof in een besloten zitting naar aanleiding van mogelijke vervolging voor medeplichtigheid aan genocide na de val van Srebrenica in 1995. Toen Karremans bij de rechtbank aankwam, gaven toegestroomde Dutchbat-militairen hem een applaus. ‘Als Karremans hier staat, moeten ook Joris Voorhoeve en andere politiek leiders van toen hier staan,’ zei één van hen tegen de camera’s van de NOS.

Spijt

Uit respect voor de nabestaanden betuigde Karremans wederom spijt voor wat er is gebeurd. ‘Het spijt ons dat we niet meer hebben kunnen doen,’ zei Karremans. Er gaat in zijn huis in Spanje geen dag voorbij zonder dat hij aan het drama denkt, verklaarde hij. Maar tegelijkertijd zei hij dat zijn mannen meer hadden kunnen doen als ze niet met ‘proppenschieters’ op pad waren gestuurd. ‘Niemand in de wereld is ons te hulp geschoten,’ zei Karremans doelend op het krakkemikkige VN-mandaat en het gebrek aan luchtsteun toen zijn mannen hierom vroegen.

Toch willen de nabestaanden van drie vermoorde mannen dat ook Karremans strafrechtelijk wordt vervolgd. Eerder kregen zij al voor elkaar dat de Nederlandse staat aansprakelijk is gesteld voor de dood van de drie mannen. Dit is belangrijk omdat de familieleden nou een schadevergoeding krijgen toegewezen.

Moeders

Tegelijkertijd wil de stichting ‘Moeders van Srebrenica’ dat Nederland ook verantwoordelijk wordt gehouden voor de dood van álle door het leger van Ratko Mladic omgebrachte mannen. De rechtbank oordeelde afgelopen zomer dat de Nederlandse staat inderdaad verantwoordelijkheid droeg voor het lot van driehonderd tot vijfhonderd mannen die op of rond het Dutchbat-compound verbleven. De dood van de overige mannen kan Nederland niet worden verweten, zo oordeelde de rechtbank.

Daar zijn de ‘Moeders van Srebrenica’ het niet mee eens. ‘Het leger van Mladic kon ongehinderd de hele enclave veroveren. De Nederlandse militairen grepen niet in omdat ze geen luchtsteun kregen, maar als ze eerder melding hadden gemaakt van de misdaden die ze zagen en konden vermoeden, hadden ze die steun wellicht wel gekregen,’ zei de advocaat die de nabestaanden bijstaat eerder tegen elsevier.nl.

Zowel de ‘Moeders’ als de landsadvocaat zijn in hoger beroep gegaan.