Onder kabinetten-Rutte explosieve groei van adviescolleges

22 augustus 2023Leestijd: 2 minuten
Portret van premier Mark Rutte in het Torentje Foto: Pim Ras/ Hollandse Hoogte

Onder de kabinetten-Rutte zijn meer adviescolleges ingesteld dan onder alle kabinetten daarvoor. Dat blijkt uit een inventarisatie van EW van de in de loop van de tijd opgerichte adviesorganen.

Stel een commissie in, luidt de Haagse panacee voor problemen. Als de politici er niet meer uitkomen, redt een commissie hen uit de brand. Minder bekend is dat het aantal adviesorganen onder de vier kabinetten-Rutte – 2010-heden – flink is uitgedijd.

In totaal werden in die periode ten minste 53 permanente adviesclubs in het leven geroepen: meer dan anderhalf keer het aantal dat door alle vorige kabinetten werd ingesteld. Enkele organen bestonden al in andere vorm.

Enkele recent ingestelde colleges blijken nog niet opgenomen in het register van overheidsorganisaties. Dat geldt bijvoorbeeld voor het in 2022 opgerichte Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers. Ook het Adviescollege landelijke publieke omroep ontbreekt in de lijst. Doordat onduidelijk is of er nog meer adviescolleges ontbreken, is het exacte aantal onder premier Mark Rutte (VVD) ingestelde adviescolleges in werkelijkheid hoger dan EW achterhaalde. De trend is helder: een explosieve groei van adviesclubs.

Lees hieronder verder

De overheid maakt bij adviescolleges onderscheid tussen strategische colleges die adviseren over een breed beleidsterrein, zoals de Raad voor het Openbaar Bestuur die adviseert over de wijze waarop de overheid taken uitvoert. Technisch-specialistische colleges geven advies over een beleidsterrein, zoals de Autoriteit Persoonsgegevens.

Sommige adviescolleges zijn permanent, sommige zijn eenmalig

Ook is er verschil tussen permanente colleges, zoals bovenstaande, de Sociaal-Economische Raad en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, en eenmalige colleges zoals de twee door VVD-coryfee Johan Remkes geleide adviescolleges over stikstof. Ook het in 2019 opgerichte Adviescollege Veiligheid Groningen is tijdelijk: de opheffing is 15 september.

Los van de adviesclubs zijn er nog ongeveer 250 onafhankelijke commissies (zoals tijdelijke evaluatie- en onderzoekscommissies, commissies van bezwaar en adviescommissies over de uitvoering van beleid).

Justitie en Veiligheid voert de ranglijst aan

Het ministerie van Justitie en Veiligheid neemt het vaakst zijn toevlucht tot de instelling van een adviesorgaan, op de voet gevolgd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Justitie telt 19 permanente adviescolleges, Onderwijs 14.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan geen verklaring geven voor het hoge aantal adviesclubs dat afgelopen jaren werd opgericht. Als een ministerie een adviescollege wil instellen om onafhankelijk te adviseren over rijksbeleid of wetgeving, heeft er vooraf altijd een toetsing plaats, aldus het ministerie.

Lees hieronder verder

‘Dit houdt in dat het betreffende ministerie moet motiveren waarom (a) onafhankelijke advisering noodzakelijk is en (b) of de adviesvraag niet kan worden ondergebracht bij een al bestaand adviescollege,’ (zie hiervoor aanwijzing 5.6 van de Aanwijzingen voor de regelgeving) – aldus een woordvoerder.

De oprichting moet altijd door de ministerraad worden goedgekeurd. Bij het instellingsbesluit staat de motivatie vermeld.

Maar de toename van het aantal colleges de afgelopen dertien jaar, is volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken onduidelijk. ‘Er is geen analyse van de onderliggende achtergronden en oorzaken van de toename van het aantal adviescolleges.’