Het kabinet wil elektrisch rijden stimuleren, maar tegelijk belastingen blijven innen bij autobezitters. Dat gaat lastig samen. ‘Dit beleid bemoeilijkt de overstap voor particulieren.’
De auto is een melkkoe met vele uiers. De staat belasbenzinet de autorijder op talloze manieren: van aanschaf of lease tot gebruik, onder meer via de accijnzen op brandstof. In 2018 berekende de Algemene Rekenkamer dat het ging om 16,6 miljard euro. Die opbrengst steeg sindsdien door de groei van het wagenpark.
Nederland telt 8,9 miljoen auto’s, een half miljoen meer dan in 2019. Logisch, want voor veel Nederlanders is de auto onontbeerlijk. Het Planbureau voor de Leefomgeving berekende vorig jaar dat de auto het beste vervoer is. Met de auto ben je sneller op het werk en bij voorzieningen als een ziekenhuis, zelfs tijdens de spits.
Staat verdient miljarden aan belastingen op brandstof
Het geld dat de staat aan al die auto’s verdient, is vrijwel geheel afkomstig uit belastingen op brandstofauto’s. Zo verdiende de staat in 2020 alleen al aan accijnzen op benzine, diesel en lpg 7,6 miljard euro. Maar de elektrische tegenhanger kóst de staat vooral geld. Om het wagenpark te vergroenen, voerde de overheid de afgelopen jaren tal van lokkertjes in: onder meer een lagere bijtelling voor wie zakelijk elektrisch gaat rijden en aanschafsubsidies voor de particuliere koper.
‘Nederland was een van de landen die vooropliepen met het stimuleren van elektrisch rijden. Daardoor hebben we een goede uitgangspositie om het wagenpark verder te vergroenen,’ zegt Rico Luman, automotive-econoom bij ING. ‘Op dit moment is ruim 4 procent van het gehele wagenpark elektrisch. Zelfs dat kleine gedeelte leidt al tot minder brandstofverbruik, en dus ook tot minder staatsinkomsten door accijnzen. Met een kwart van de nieuwverkoop die elektrisch is, zal die druk toenemen.’
Kabinet wil in rap tempo het wagenpark vergroenen
Groei van het elektrische wagenpark maakt deel uit van de klimaatdoelstellingen, en wordt daarom gestimuleerd. Vanaf 2030 moeten alle nieuw verkochte auto’s in Nederland elektrisch zijn. Dat is vijf jaar eerder dan de Europese Unie eist van Den Haag.
Een einddatum voor het bezit en gebruik van brandstofauto’s staat formeel niet vast. Maar Nederland wil in 2050 geen CO2 meer uitstoten, wat logischerwijs het einde van de brandstofauto betekent.
Elektrisch rijden gaat ten koste van de opbrengst uit autobelastingen. Om die inkomsten voor de staat niet te laten opdrogen, gaat het hele stelsel op de schop. Vanaf 2030 gaat Nederland rekeningrijden (zie ‘Wat is rekeningrijden?’). ‘Automobilisten betalen in het nieuwe systeem voor het daadwerkelijk gebruik van de weg en dus het aantal gereden kilometers. Ze betalen geen vast bedrag meer voor het bezit van een auto,’ schreef minister van Infrastructuur Mark Harbers (VVD) aan de Tweede Kamer.
Wat is rekeningrijden?
Het kabinet-Rutte IV neemt het hele stelsel van autobelastingen op de schop. ‘Van betalen voor bezit naar betalen voor gebruik,’ luidt de slogan van minister van Infrastructuur Mark Harbers (VVD).
Rekeningrijden houdt in dat de autogebruiker betaalt voor het aantal gereden kilometers. Bestaande belastingen, zoals de motorrijtuigenbelasting, komen te vervallen. Het nieuwe belastingstelsel moet zorgen voor minder CO2-uitstoot én een stabiele inkomstenbron voor de overheid.
De invoering van het rekeningrijden staat gepland voor 2030. Veel is nog onduidelijk, vooral op praktisch gebied. Krijgen alle auto’s een kastje dat de gegevens opslaat en verstuurt voor de registratie en afrekening? Of moet autorijdend Neder- land eens per jaar zijn kilometerstanden doorgeven? Minister Harbers werkt aan een conceptwetsvoorstel.
Het is niet voor het eerst dat Den Haag plannen voor rekeningrijden maakt. In 1999 en 2005 mislukte invoering van zo’n kilometerheffing.
Dat duurt nog zeven jaar. Tot die tijd zit het kabinet in een moeilijke spagaat. Omdat het stimuleren van elektrisch rijden inkomsten uit autobelastingen vermindert, bouwt het kabinet die stimulans af.
Stimulering van elektrische auto’s stokt vanaf 2026
Dat heeft gevolgen voor de elektrificatie van het wagenpark, zegt Rico Luman van ING. ‘Consumenten aarzelen, want de aanschafprijs van elektrische auto’s is hoger dan die van vergelijkbare brandstofauto’s. Zeker op de tweedehandsmarkt, waar de particulier graag koopt, is weinig aanbod.’
Maarten van Biezen, bestuurslid van de Vereniging Elektrisch Rijden (VER), schrok toen hij een Kamerbrief las van Harbers’ collega Rob Jetten (D66). De klimaatminister schrijft dat vanaf 2026 de totale eigenaarskosten van een brandstofauto weer lager zijn dan van een vergelijkbaar elektrisch model (zie ‘Benzine voordeliger vanaf 2026’). ‘Dat is heel gek,’ zegt Van Biezen.
Zijn vereniging is lid van het Formule E-adviesteam van het ministerie, ‘maar het kabinet doet niets met de adviezen’. Daarmee riskeert het kabinet zelfs achteruitgang op het gebied van elektrisch rijden, zegt hij. ‘Wij houden jaarlijks een enquête onder bezitters van elektrische auto’s. Daaruit blijkt dat een aanzienlijk deel zijn elektrische auto weer inlevert als die duurder blijkt dan een brandstofauto.’
GroenLinks wil meer dwang van het kabinet
Ook de Tweede Kamer maakt zich zorgen over het beleid. Volgens GroenLinks-Kamerlid Suzanne Kröger is het niet goed dat de lasten van de wegenbelasting vanaf 2026 hoger zijn voor elektrische auto’s dan voor benzineauto’s, wat de staat 1,3 miljard euro oplevert in vijf jaar tijd.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen