Redmond & Marijn O’Hanlon: ‘Maak een vijver in je tuin’

Met twee ooievaars als schildwachten op de nok is de monumentale boerderij van de Britse schrijver Redmond O’Hanlon (75) en zijn Nederlandse vrouw Marijn (62) van verre te herkennen in het Drentse landschap. Het nest vormt een extra uitkijktorentje van wel een meter hoog. ‘Ooievaars schakelen, net als veel andere dieren, hun jachtinstinct uit als ze in de buurt van hun nest zijn. Dus wonen er tussen al die takken wel dertig mussen, die hebben het daar heel gezellig. Ze zitten die dikke ooievaars onder hun eigen snavel keihard uit te lachen,’ grinnikt de gastheer, bekend van zijn reisverhalen, natuurboeken en de televisieserie O’Hanlons Helden.

Binnen komt de thee (‘wolkje melk?’) en meteen ook de witte wijn op tafel, in de gezellige chaos van boeken, krantenknipsels en natuurobjecten. De kern van het huis stamt uit de zestiende eeuw, vermoedt Redmond. ‘Vroeger stond hier het vee. Kijk, die balk hebben ze halverwege moeten afzagen, de onderste helft was helemaal verrot door alle pis en poep.’

In Drenthe voelt het echtpaar zich inmiddels helemaal thuis

Af en toe raast een trein voorbij, de intercity naar Groningen. ‘Die horen we niet eens meer,’ zegt Marijn, schrijver van Een jaar in de tuin van White Stork Farmhouse (2022). ‘Maar toen we hier net woonden, vond ik het een verademing tegen de stilte.’ Het echtpaar woonde jarenlang in hartje Amsterdam, nabij de Nieuwmarkt. Daarna verhuisden ze naar Almere, waar Redmond een schrijfopdracht kreeg en, ondanks zijn voorliefde voor exotische diersoorten in de jungle, toch volop genoot – ‘ja, echt!’ – van de ‘nieuwe natuur’ in de groene, moderne woonwijken.

In Drenthe voelt het echtpaar zich inmiddels helemaal thuis. Niet alleen de natuur is er prachtig, ook de mensen vallen alleszins mee. Als antropologen observeren ze de locals. Marijn O’Hanlon: ‘Je hebt de mensen van het zand en van het veen. Die van het veen zijn ruw, direct. Die van het zand, de keuterboertjes, zijn zachtaardiger.’

Wie de O’Hanlons bezoekt, waant zich in een Disney-film. Voor het grote raam hangen zaadbollen en bakjes vogelvoer, waar bosduiven, koolmezen en talloze andere vogels paradijselijk om elkaar heen fladderen. Behalve als er een sperwer in de buurt is, in het Engels letterlijk een ‘mussenhavik’ (sparrow hawk). ‘Dan waarschuwen de mussen elkaar,’ zegt O’Hanlon die het gekwetter van opgewonden mussenstemmetjes imiteert. ‘En dan duiken ze weg in de holletjes in de heg.’

‘Maak een vijver in je tuin, al is het maar een kleintje’

De EW-campagne Maai Mei Niet is ‘een uitstekend idee’, vinden de natuurliefhebbers. Marijn: ‘Geef de klei­ne diertjes, de jonge vogels maar ook de bijen en andere insecten, een kans. En als je, in andere maanden van het jaar, het gras maait, doe dan nooit het hele gazon in één keer, maar maak paden.’

En, benadrukt Redmond: ‘Maak een vijver in je tuin, al is het maar een kleintje.’ Een gigantische verrijking voor de biodiversiteit, maar ook een bron van vermaak. ‘Niets is zo mooi als in het donker met een zaklamp bij de vijver te zitten en al het leven te zien krioelen in het water. Kikkers, waterinsectjes en kleine salamanders. Wist je dat die lang uitgestrekt slapen in het water? Schitterend!’

Wie gezonde fauna in de tuin wil, moet flora kiezen die van nature in de omgeving voorkomen. ‘Elk insect heeft een eigen voorkeursbloem,’ weet Marijn.

Een laatste tuintip: let een beetje op uw kat, zeker in het broedseizoen. Tot schaamte van de O’Hanlons heeft ook de kater des huizes, Bertus (koosnaam Bertie), een iets te goed jachtinstinct. Maar hem wegdoen, dat kunnen de Drentse dierenvrienden niet over hun hart verkrijgen. Nog niet.

Luister ook het interview met Redmond en Marijn O’Hanlon in de podcast Elke Week: