In Zandvoort lijkt de rugstreeppad echt vergeten

02 september 2022Leestijd: 4 minuten
Supporters stromen toe voor de eerste vrije training in Zandvoort, vrijdag (foto: ANP)

Er hangt een andere sfeer rond de Dutch Grand Prix dan vorig jaar. Zijn de klachten over natuur, milieu, geld en overlast voorgoed verstomd? Een vooruitblik op het Formule 1-weekend in Zandvoort.

Niet minder dan 300.000 bezoekers verwacht de organisatie van de Dutch Grand Prix dit weekend te verwelkomen in Zandvoort. De Formule 1-race, die vorig jaar na een afwezigheid van 36 jaar terugkeerde in de Noord-Hollandse duinen, is daarmee een van de grootste evenementen van Nederland. Nu de coronamaatregelen zijn opgeheven en de tribunes volledig mogen worden gevuld, zullen zondag 110.000 toeschouwers zien hoe Max Verstappen zijn leidende positie in de strijd om de wereldtitel hoopt te versterken. In Zandvoort komen dus bijna dubbel zoveel toeschouwers als bij dat andere mega-racespektakel, de TT in Assen, die verspreid over het weekeinde 167.000 motorliefhebbers trekt.

1.Klopt het dat er veel minder ophef over ‘Zandvoort’ is dan vorig jaar?

Lees ook deze column van Liesbeth Wytzes: Autoraces zijn echt niet meer van deze tijd 

Begin augustus bepaalde de Raad van State dat het circuit van Zandvoort zijn natuurvergunning behoudt. Daarmee werd het verzoek van natuur- en milieuorganisaties om schorsing van die vergunning verworpen. De uitspraak vormde het einde van een – in vergelijking met eerdere jaren – nogal kalme aanloop van de Grand Prix. Het schorsingsverzoek was namelijk een van de weinige bestuurlijke obstakels waarmee de race-organisatie zich dit jaar geconfronteerd zag.

Hoe anders was het toen bekend werd dat de Dutch Grand Prix in 2019 zijn rentree zou maken – die door corona overigens een jaar werd uitgesteld. Maandenlang ging het over weinig anders dan de te verwachten logistieke drama’s, de gevolgen voor flora en fauna in de duinen, handjeklap en achterdocht in de Zandvoortse gemeenteraad, en over de zin en onzin van rondjes rijden in snelle auto’s op bochtig asfalt. We zijn ze al bijna vergeten, maar de rugstreeppad en de zandhagedis, soorten waarnaar voorheen amper iemand omkeek, werden als exponenten van de verstoorde natuur plots voorpaginanieuws.

Lees meer over de kritiek uit 2021: Waarom de Grand Prix op Zandvoort wél doorgaat

Over beide dieren is dit jaar weinig vernomen. En zo ging het bij veel van de eerdere knelpunten. Hoewel de toestroom van de mensenmassa in 2021 niet rimpelloos verliep, lijkt er een tamelijk breed gedragen gevoel te bestaan dat de organisatie de logistiek dit jaar op orde heeft. Dat wil zeggen: niet veel beter of slechter dan bij andere evenementen waar vele tienduizenden mensen samenscholen en zich verplaatsen door een gebied dat daarvoor eigenlijk niet is ingericht, in dit geval een niet al te groot kustdorp.

2. Wat levert zo’n Grand Prix eigenlijk op? En, belangrijker, wat kost het?

De totale kosten en opbrengsten van grote evenementen laten zich doorgaans moeilijk becijferen. Vooraf is er uiteraard een budget, maar daarin zijn lang niet alle kosten opgenomen die dienstverleners en (semi-)overheidsorganisaties maken. Noch zijn de vele indirecte financiële en sociale opbrengsten vast te stellen. Hoeveel extra biertjes er dankzij de Grand Prix zijn verkocht op de Zandvoortse boulevard is lastig te zeggen. Evenmin is precies te achterhalen wat de extra inspanningen van diensten als politie, NS en gemeente kosten.

In opdracht van de gemeente Zandvoort waagden onderzoekers van de Breda University of Applied Sciences zich niettemin aan een berekening van de impact van de Grand Prix van 2020. De totale toegevoegde economische waarde voor de regio kwam daarbij uit op ruim 23 miljoen euro.

De Dutch Grand Prix laat zich erop voorstaan dit jaar geen directe overheidssteun te krijgen. De wedstrijd wordt volledig door het bedrijfsleven betaald, luidt de belofte. Altijd lastig, zo’n bewering. Want wie bekostigt bijvoorbeeld al die extra treinen naar Zandvoort (twaalf in plaats van twee treinen per uur)? Anderzijds: bij een grote manifestatie horen nu eenmaal dat soort inspanningen. Rond de Nijmeegse Vierdaagse wordt evengoed extra openbaar vervoer ingezet.

3. Is Zandvoort dus een blijvertje op de Formule 1-kalender?

Lees meer over het succes van Max Verstappen tijdens de Dutch Grand Prix in 2021: Zandvoort was zonder meer een van de hoogtepunten van dit verminkte sportjaar

Ervan uitgaande dat de tegenstanders van de Dutch Grand Prix het ook in de nabije toekomst afleggen tegen de voorstanders, lijkt Zandvoort prima papieren te hebben om zijn plek op de Formule 1-kalender te behouden. Die plekken zijn zwaarbevochten, nu overheden in niet-traditionele racelanden als Bahrein, Saudi-Arabië en Azerbeidzjan met geld smijten om races te mogen organiseren. Verouderde, maar karaktervolle circuits als die van het Belgische Spa-Franchorchamps dreigen daarvan het slachtoffer te worden.

Zandvoort lijkt er daarentegen gunstig op te staan bij Formula One Management, de exploitant van de races. Dat heeft mede te maken met het feit dat de Dutch Grand Prix inmiddels dus zonder directe overheidssteun draait, naar eigen zeggen als enige Formule 1-race ter wereld. De verwachting is dan ook dat het contract tussen beide organisaties binnenkort met twee jaar zal worden verlengd.

4. Wat valt er te verwachten van de race zondag?

Geen racekenner die serieus wil worden genomen, durft iets anders te voorspellen dan een Nederlandse overwinning in Zandvoort. Max Verstappen is huizenhoog favoriet. Gezien zijn auto, zijn topvorm en de toejuichingen van tienduizenden oranje-fans is het inderdaad logisch om te denken dat de in België geboren en in Monaco wonende Nederlander net als vorig jaar de Dutch Grand Prix zal winnen.

De basis daarvoor zal hij dan wel al op zaterdag moeten leggen. Meer dan op de meeste andere circuits geldt ‘op Zandvoort’ een goede kwalificatie als een cruciaal fundament voor een succesvolle race. Op het smalle circuit vol hoogteverschillen is het moeilijk inhalen – alsof je met een helikopter door een huiskamer vliegt, schamperen sommige coureurs. Maar dat zijn dan meestal de coureurs die net wat minder stuurvaardig zijn dan die ene met de rood-wit-blauwe helm.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."