Rutte hoeft niet op Jeanine Hennis te rekenen voor Buitenlandse Zaken

Jeanine Hennis (VVD) is niet beschikbaar voor de post van minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Rutte IV. Zij blijft nog minstens een jaar in Irak als vertegenwoordiger van de Verenigde Naties en komt niet terug naar Den Haag. Dit is in Bagdad vernomen in kringen rond de oud-minister.

Hennis (48) trad in 2012 aan als de eerste vrouwelijke minister van Defensie. Daarvoor was zij VVD-Kamerlid en Europarlementariër geweest. In de nasleep van een mortierongeval in juli 2016 in Mali, waarbij twee Nederlandse militairen van de Luchtmobiele Brigade omkwamen, en een zeer kritisch onderzoeksrapport daarover, trad zij in oktober 2017 tijdens een Kamerdebat af als defensieminister.

Hennis was nummer 2 van de VVD

Voor de VVD was dit een zware tegenslag: Hennis was de nummer 2 van de partij. Op de kieslijst bij de verkiezingen van maart 2017 stond zij direct achter lijsttrekker Mark Rutte.

Op het moment dat zij aftrad, naderde het slot van de kabinetsformatie van Rutte III. Algemeen werd aangenomen dat Hennis zitting zou krijgen in dat kabinet. Maar door de parlementaire ophef over het mortierongeval in Mali zat dat er niet meer in. Hennis werd opnieuw Tweede Kamerlid, totdat zij eind 2018 een diplomatieke topfunctie kreeg. Zij verdween uit Den Haag en werd de speciaal vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties in Irak, tevens hoofd van de VN-bijstandsmissie in dat land.

Sleutelrol in Irak

In de Iraakse politiek vervult Hennis sindsdien een sleutelrol. In het door burgeroorlog en onlusten gekwelde land speelt zij een bemiddelende rol. In onderhandelingen tussen soennitische, sjiitische en Koerdische leiders probeert zij de democratische ontwikkeling te versterken. Zij rapporteert rechtstreeks aan secretaris-generaal António Guterres en aan de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in New York.