Waarom nieuwe kabinet ook een minister van Bestuurlijke Herinrichting moet krijgen

15 oktober 2021Leestijd: 3 minuten
Foto: ANP

De bestuurlijke oorlog tussen de commissaris van de Koning van Gelderland en de (ontslagen) burgemeester van Scherpenzeel laat zien dat het hommeles is in het ‘Huis van Thorbecke’. Rutte IV moet niet alleen een minister van Ruimtelijke Herinrichting krijgen, maar ook een van Bestuurlijke Herinrichting.

Uit vrees voor het maaiveld vragen volksvertegenwoordigers zelden iets voor zichzelf. Het is dus best dapper dat Robert Simons van de lokale oppositiepartij Leefbaar Rotterdam er voor pleit dat het raadslidmaatschap in de vier grote steden een voltijdsbaan wordt. Alleen een professioneel ‘stadsparlement’, schreef hij eind september in NRC, kan een volwaardige tegenmacht zijn van het college van burgemeester en wethouders.

Stadsparlement? Goed idee, maar waarom alleen in ‘de grote vier’?

Het is een zinnig, constructief voorstel dat veel zegt over de moeite die zelfs grote gemeenteraden hebben om hun burgemeester en wethouders te controleren. Maar… waarom alleen in de ‘grote vier’? Tal van raadsleden buiten de grote steden en de Randstad zullen Simons’ voorstel vermoedelijk óók een heel goed idee vinden.

Nederland telt immers, op een enkele Waddengemeente na, bijna geen ‘kleine’ gemeenten en gemeenteraden meer. Gemeenten worden steeds groter en kregen en krijgen er ook zware taken bij van het Rijk. De druk op gemeenten om te fuseren tot één grotere gemeente is groot. Hoe dwingend deze tendens van ‘herindelingen’ is, kwam de afgelopen dagen scherp aan het licht in de provincie Gelderland.

De gemeente Scherpenzeel hoeft van minister Kajsa Ollongren (D66) weliswaar – na vijftien jaar verzet – uiteindelijk niet te fuseren met de gemeente Barneveld. Maar de waarnemend burgemeester van Scherpenzeel, Eppie Klein (SGP), die zich had aangesloten bij het lokale verzet, werd vorige week nog op dezelfde dag ontslagen door commissaris van de Koning John Berends. Deze CDA-bestuurder gaat in de Gelderse Staten inmiddels door voor ‘de kleine Trump’, meldt dagblad de Gelderlander.

Extra bestuurslaag zonder directe democratische controle

Achtergrond van dit alles is een bestuurlijke operatie die al langer gaande is. Onder het motto ‘Meer doen voor minder geld’ zette het tweede kabinet-Rutte (VVD en PvdA) een ingrijpende decentralisatie van overheidstaken in. Gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Kleine gemeenten passen niet in dat proces – schaalvergroting is nodig om alle nieuwe en complexe taken aan te kunnen.

Er is nog een gevolg van deze verhuizing van taken binnen het Huis van Thorbecke – voor zover bekend onbedoeld. Steeds duidelijker wordt dat de decentralisatie het lokale bestuur letterlijk boven het hoofd groeit. Gemeenten werken noodgedwongen steeds vaker regionaal samen bij hun groeiende aantal taken, en zo ontstaat de facto een nieuwe bestuurslaag tussen gemeente en provincie in: de regio.

Is dit ‘verlengd’ of ‘verlegd’ lokaal bestuur?

‘Verlengd lokaal bestuur’ is het zondagse woord voor dit verschijnsel, maar critici spreken van ‘verlegd lokaal bestuur’. Verlegd, zeg maar, naar een bestuurlijke ‘plank’ waar democratisch gekozen volksvertegenwoordigers – raads- en Statenleden – niet bij kunnen. Of alleen met grote moeite.

Burgemeesters en wethouders werken in regionale besturen wellicht heel eendrachtig en efficiënt samen, volledig in het belang van alle burgers. Maar het punt is dat ze dat doen zonder directe democratische legitimatie en controle. Niemand stemt immers op ‘de regio’, en dus heeft ‘de regio’ geen democratisch gekozen pottekijkers.

Lees meer over de bestuurlijke herinrichting: Kunnen gemeenten zonder problemen fuseren?

Raads- en Statenleden moeten dat controlerende en legitimerende werk erbij doen. In de praktijk blijkt dat erg ingewikkeld, en ze hebben het al druk genoeg. Zie hierboven. Ook veel raadsleden buiten de vier grote steden zullen dus de ervaring van het Rotterdamse Leefbaar-raadslid delen dat het steeds moeilijker wordt om burgemeester en wethouders te controleren. En burgers weten vaker niet meer waar ze moeten zijn als ze ergens tegen zijn. Wie moeten ze bij de komende gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 precies waar op afrekenen?

Raad van State wil fundamentele discussie over bestuurlijke inrichting

Het democratische gat speelt bij honderden ‘gemeenschappelijke regelingen’ tussen gemeenten, zoals veiligheidsregio’s, en zeker ook bij de energieregio’s. De Raad van State is erg kritisch over deze ontwikkeling en wil een fundamentele discussie over de bestuurlijke inrichting van Nederland. Vooralsnog blijft het bij lapmiddelen die de slagkracht van het ­lokale bestuur niet verbeteren.

Alles pleit er dus voor dat het nieuwe kabinet niet alleen een minister voor Ruimtelijke, maar ook voor Bestuurlijke Herinrichting krijgt. Eentje die nadrukkelijk óók kijkt naar de vraag of het ‘Huis van Thorbecke’ niet toe is aan veel meer fulltime-volksvertegenwoordigers.