Einde aan ‘Rutte-doctrine’? Vanaf nu gaan de luiken in Den Haag open

01 juli 2021Leestijd: 3 minuten
Zwartgelakte pagina's in kindertoeslagenaffaire. Foto: ANP.

Voortaan zullen ook ambtelijke stukken die ten grondslag liggen aan kabinetsbesluiten worden geopenbaard. Die nieuwe werkwijze gaat vandaag, donderdag 1 juli, in. Dat is het gevolg van de belofte die demissionair premier Mark Rutte (VVD) deed na het aftreden van zijn kabinet als gevolg van het rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.

Die affaire legde bloot hoe slecht de informatievoorziening naar de Tweede Kamer is. In feite bleek daaruit ook dat de overheid de Grondwet overtreedt. Artikel 68 van de Grondwet zegt dat het kabinet door de Kamer verlangde inlichtingen moet verstrekken.

Met de nieuwe aanpak wil het kabinet het parlement in staat stellen zijn controle- en mede-wetgevende taken uit te voeren zonder voortdurend zelf op zoek te moeten gaan naar onderliggende informatie en argumenten.

In Den Haag heerst nu een angstcultuur

Hiermee breekt in Den Haag een nieuw tijdperk aan. Tot nu toe houden ministeries de luiken zoveel mogelijk dicht. Er heerst een angstcultuur ingegeven door de voortdurende vrees om de verantwoordelijk minister in problemen te brengen.

In de Toeslagenaffaire symboliseerden zwartgelakte pagina’s – hoewel soms verantwoord met een verwijzing naar de privacy van in de stukken genoemde ouders – de Haagse cultuur, ook wel bekend als Rutte-doctrine.

Klacht over ‘Rutte-doctrine’ luidde aftreden Rutte III  in

Maar in feite bestaat die cultuur al decennia. Wim Kok (PvdA), premier van 1994 tot 2002, verbood ambtenaren zelfs rechtstreeks met Kamerleden te communiceren. Van die oekaze-Kok zei Rutte in 2010 al eens dat hij ervan af wilde, maar er gebeurde weinig. Tot minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren (D66) de doctrine in oktober 2020 versoepelde door aan te kondigen dat ‘meer feitelijke informatieverschaffing en meer toelichting door ambtenaren aan de Kamer binnen de kaders van de ministeriële verantwoordelijkheid’ mogelijk moeten zijn.

Minder ‘oekaze-kramp’ zou democratie goed doen

In juni had secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken Maarten Schurink in een interview met Binnenlands Bestuur al gezegd dat iets minder ‘oekaze-kramp’ de democratie goed zou doen. Als ambtenaren de Kamer vaker rechtstreeks kunnen informeren over de achtergronden van besluiten, zou dat in zijn ogen het politieke debat en de democratie versterken.

Sinds kort maakt het kabinet ook al de agenda en de besluiten van de ministerraad openbaar. Vanaf nu worden alle ‘beslisnota’s’ bekendgemaakt. Ook sms’jes en WhatsApp-berichten kunnen hieronder vallen. Het kabinet wil hiermee een ‘wezenlijke, betekenisvolle stap zetten richting een opener overheid’.

Kabinet wendde de steven als gevolg van toeslagenaffaire

Nota’s die bij wetsevaluaties en begrotingsstukken horen, worden pas vanaf maart 2022 actief openbaar gemaakt. Persoonlijke beleidsopvattingen zullen niet meer worden weggelakt, maar publiek worden gemaakt.

Ambtenaren vrezen een
‘parallel’ of ‘grijs’ circuit

Lang niet alle ambtenaren zijn voor meer transparantie en openheid, bleek uit een enquête van het blad Binnenlands Bestuur. Bijna eenderde van de ambtenaren is ervan overtuigd dat er een ‘parallel’ of ‘grijs’ circuit gaat ontstaan, waarbij in de praktijk toch niet alle stukken openbaar worden gemaakt.

De cultuurverandering is niet gratis. Het kabinet trekt er dit jaar 161 miljoen euro voor uit, waarvan 52 miljoen voor de Belastingdienst en 5 miljoen voor UWV en Sociale Verzekeringsbank. Dat bedrag zal de komende jaren oplopen, ook wegens de kosten voor de implementatie van de Wet open overheid.

Ook na 1 juli kan het kabinet informatie geheimhouden

Het zal nog jaren duren voordat de informatiehuishouding toegankelijk en efficiënt is ingericht, waarschuwde Ollongren eerder al. Ook zal er altijd een mogelijkheid zijn om informatie toch geheim te houden. Dat mag namelijk uit ‘belang van de staat’, zo staat in artikel 68 van de Grondwet. Dat kan alleen na ‘zorgvuldige afweging’ en beargumenteerd, bijvoorbeeld als de eenheid van het kabinetsbeleid of de eenheid van de Kroon dreigt te worden geschaad.