Rapper Akwasi wilde grachtenpanden opeisen als ‘reparatie’

03 juli 2020Leestijd: 3 minuten
Portretten rapper Akwasi - ANP

In een filmpje met Akwasi dat is opgedoken en op Twitter massaal wordt gedeeld, zegt de rapper dat hij eigenlijk in een van de huizen op de Amsterdamse gracht zou moeten wonen.

‘Ik heb wel vaker, of langer gehoord dat een aantal panden zijn gebouwd over de ruggen van slaven,’ vertelt hij aan een groepje mensen om hem heen. ‘En dat er ook nog geen reparaties zijn geweest, dus dat de oude slaveneigenaren geld hebben gekregen vanaf 1863 en de slaven helemaal niets, dan denk ik: ik, of jij, of jij… zou op een gegeven moment wel een huis moeten claimen. Ik ga daar wel voor, ik moet straks op de Herengracht gaan wonen hoor. Ik moet daar straks echt gaan wonen. En om te laten zien: niet 1863, maar 1988, om te laten zien: dit ben ik.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Volgens De Telegraaf is het filmpje in 2015 gemaakt voor radiostation FunX. Tegelijk duikt ook een ander filmpje op met een interview van Akwasi waarin hij praat over zijn eigen voorouders. Hierin zegt hij dat hij van de Ashanti afstamt, ‘aristocratische Ghanezen’. ‘En blijkt dus dat ik een nazaat ben van zwarte slavenhandelaren. Want ik ben een Ashanti-Ghanees en de Ashanti-Ghanezen werkten heel nauw met de Nederlanders samen. En die verkochten Ghanezen uit het Noorden. Maar die wisten niet dat die verhandeld zouden worden als goederen. Als slaven. Dus daar hebben ze tot op de dag van vandaag heel veel spijt van.’ Hij wil niet aan de bewering dat zijn voorouders ook daders zijn. ‘Ja en nee, ergens wel, maar ergens ook niet. Het is niet bewezen, je kan de vinger niet op de zere plek leggen. Maar het wordt gezegd.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Welke huizen waren van slavenhandelaren?

Sinds 2004 ligt er een gedenksteen voor Herengracht 502. Paulus Godin liet het pand bouwen in 1672. Hij was bewindvoerder van de West-Indische Compagnie (WIC) en als directeur van de Sociëteit van Suriname verantwoordelijk voor het opkopen en verkopen van tot slaaf gemaakte Afrikanen. ‘Slavernij en slavenhandel zijn misdaden tegen de menselijkheid,’ staat op de steen. Tegenwoordig is Herengracht 502 de ambtswoning van de burgemeester.

In 2012 maakte dr. Dienke Hondius van de Vrije Universiteit Amsterdam een overzicht van de huizen van alle Amsterdamse slavenhouders die in 1863 bij de wettelijke afschaffing van de slavernij 300 gulden compensatie per slaaf kregen.

Bekijk de kaart hieronder:

 

Amsterdam voor tweederde eigenaar van Suriname

Na de verovering van Suriname door de Zeeuwen in 1667, nam eerst de West-Indische Compagnie (WIC) het bestuur over en al snel daarna de Sociëteit van Suriname. De stad Amsterdam was als aandeelhouder van de Sociëteit van Suriname voor eenderde eigenaar van het gebied, de rest behoorde toe aan de rijke familie Van Aerssen van Sommelsdijck en de West-Indische Compagnie. Op gegeven moment was Amsterdam zelfs tweederde eigenaar van Suriname. Met de andere eigenaren vergaderde de stad over het land in het Amsterdamse West-Indisch Huis.

Meer achtergrond bij dit onderwerp: Een historisch kijkje in het huis van Femke Halsema

De meeste eigenaren van plantages woonden in Amsterdam en ook hier werden de financiële besluiten genomen zoals het vergeven van aandelen en het afsluiten van verzekeringen. Veel WIC-bestuurders bekleedden een bestuursfunctie van de stad. Invloeden uit de koloniën in de Oost en West werden veelvuldig vastgelegd op de gevels van huizen.

Rekenschap afleggen over verleden

Burgemeesters uit die tijd verdienden grof geld aan de slavenhandel. De bekende familie Van Loon is daar een van. Met een tentoonstelling in het Museum Van Loon legden zij vorig jaar uitvoerig rekenschap af over het slavernijverleden van de familie.

Jan van Loon (1677-1763) was vanaf 1728 bewindhebber bij de WIC en later ook directeur bij de Sociëteit van Suriname. Zijn nageslacht zette zijn bestuurlijke rol in de loop van de 18e en 19e eeuw om in die van investeerder in plantages. Tot 1863, het jaar waarin slavernij juridisch werd afgeschaft, waren er Van Loons actief in de plantage-economie.

In de twintigste eeuw werd Amsterdam een plek waar veel nazaten van tot slaafgemaakten naartoe kwamen. Keti Koti (‘verbreek de ketenen’), dat de afschaffing van de slavernij viert, krijgt ieder jaar meer aandacht. Sinds 2002 is er een nationaal monument slavernijverleden in het Oosterpark. De Amsterdamse gemeenteraad zou zelfs graag zien dat het een nationale feestdag wordt.