UvA-onderzoeker prees Syriëgangers op internet

17 januari 2017Leestijd: 2 minuten
Iraakse soldaten met een IS-vlag na de bevrijding van een dorp nabij Mosul - Foto: AFP

Wetenschapper Aysha Navest van de Universiteit van Amsterdam (UvA) publiceerde een onderzoek over vrouwen die zich aansloten bij terreurbeweging Islamitische Staat (IS). Onderwijl prees Navest zelf op internet de gewelddadige jihad onder een pseudoniem.

Navest schrijft op webfora lovend over Syriëgangers, meldt NRC dinsdag.

Pseudoniem op Marokko.nl

De UvA zegt externe deskundigen in te schakelen om haar studie te onderzoeken. Ze interviewde voor haar onderzoek 22 vrouwelijke Syriëgangers, onder wie vrouwen die zij zelf al kende. Een van de conclusies van haar onderzoek is dat veel van de vrouwen niet meedoen met de gewapende strijd, maar slechts een ‘huiselijk leven’ leiden in het zelfbenoemde kalifaat van IS, in delen van Syrië en Irak.

Haar onderzoek stamt uit 2016 en kan goed uitpakken voor vrouwen die terugkeren uit IS-gebieden. Tot dusver baseert Justitie zich in strafzaken tegen terugkeerders op onderzoeken die vrouwen een actieve rol toedichten in de jihadreizigers, namelijk het ronselen van nieuwe vrouwen.

Navest laat in het onderzoek niet zien dat ze heimelijk sympathiseert met Syriëgangers. De krant ontdekte dat zij op het forum Marokko.nl berichten schreef onder het pseudoniem ‘Ought Aicha’. Ze schrijft daar dat Syriëgangers een beloning kunnen verwachten in het paradijs en dat IS-strijders onterecht worden gecriminaliseerd door mede-moslims. Daarnaast geeft ze haar goedkeuring voor een zelfmoordaanslag van IS, en roemt ze wijlen Al-Qa’ida-leider Osama bin Laden voor de strijd die hij leverde om ‘onze moslimgemeenschap te beschermen’.

Collega’s blijven achter onderzoek staan

Navest zegt in een reactie zelf niet te sympathiseren met de jihad, en wil niet reageren op de claim dat het account op Marokko.nl van haar zou zijn.

De onderzoeker voerde haar onderzoek uit samen met hoogleraar Hedendaagse Moslimsamenlevingen Annelies Moors en antropoloog Martijn de Koning. Volgens Moors en de Koning was ‘mogelijke vooringenomenheid’ van Navest hun niet bekend en blijven zij achter hun onderzoek staan.

Collega-onderzoekers uitten wel kritiek op de onderzoeksmethode, die niet transparant genoeg zou zijn. De gesprekken met vrouwen in het ‘kalifaat’ werden via WhatsApp gevoerd, zonder dat hun daadwerkelijke namen bekend waren bij de onderzoekers. In academisch onderzoek is het belangrijk de werkelijke identiteit van respondenten te weten, om fraude en beïnvloeding van het onderzoek te voorkomen.

De UvA verricht nader onderzoek naar de studie. Navest is inmiddels niet meer werkzaam bij de universiteit.