Rechter steekt stokje voor snelle uitzetting asielzoekers

20 december 2016Leestijd: 2 minuten
Uitgeprocedeerde asielzoekers in Amsterdam proberen via de rechter een langer verblijf af te dwingen. Foto: ANP

Asielzoekers die hoger beroep aantekenen bij de Raad van State moeten, in afwachting van het oordeel, vaker toestemming krijgen om in Nederland te blijven. Dat gaat in tegen de wens van staatssecretaris Klaas Dijkhoff (VVD, Asiel), die afgewezen en kansloze asielzoekers zo snel mogelijk wil uitzetten.

Asielzoekers in Nederland mogen niet zomaar worden uitgezet als hun asielclaim is afgewezen door een rechtbank. Volgens de Raad van State is dit in strijd met het Europees Verdrag voor de Mensenrechten (EVRM).

Recht om in Nederland de uitspraak af te wachten
Momenteel schrijft de Nederlandse wet voor dat asielzoekers onder dwang mogen worden uitgezet, nadat een rechtbank hun asielverzoek heeft afgewezen. Ze mogen weliswaar beroep aantekenen bij de Raad van State, maar hebben niet het recht om in Nederland te blijven tot dat oordeel.

Dat moet nu veranderen. Als asielzoekers kunnen verdedigen dat ze in eigen land gevaar lopen, moeten ze toestemming krijgen om in Nederland te blijven tijdens de rechtsgang. Dat zal in de meeste gevallen niet gelden voor migranten uit veilige landen: de hoogste rechter beslist in veel van die zaken in een versneld kort geding.

Ook problemen met migranten uit veilige landen
Maar ook met asielzoekers uit landen als Algerije en Marokko is het nog altijd moeilijk om snelle uitzetting te realiseren, schrijft De Volkskrant dinsdag. Driekwart van de Marokkaanse en Algerijnse asielzoekers die dit jaar naar Nederland kwamen – zo’n 1.250 – zit nog altijd in een asielzoekerscentrum, in afwachting van hun procedure.

Een van de problemen bij deze groep asielzoekers is dat in veel gevallen ook al procedures lopen in andere Europese landen. In principe moeten de immigranten volgens het Dublinverdrag terug naar het EU-land waar ze zich het eerst meldden, maar daar gaat gemiddeld zo’n acht à negen weken overheen, schreef Dijkhoff onlangs aan de Tweede Kamer.